VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Met een bod van meer dan 100 miljard dollar op SABMiller lonkt AB InBev naar opnieuw een grote overnameprooi. Bekeken vanuit de prijs die wordt betaald en de schuldenopbouw is dit een relatief risicovolle overname.

AB InBev onthulde zijn vijandige bod op de nummer 2 van de biermarkt woensdag. Het bestuur van SABMiller wil, ondanks twee verhogingen, nog niet om tafel. Mogelijk zal het al stevige bod van circa 104 miljard dollar, dus nog verder omhoog moeten.

Tegen de huidige prijs en uitgaande van 7,7 miljard euro operationele winst van SABMiller, betaalt AB InBev bijna 15 keer de winst. Dat is aanzienlijk meer dan de brouwer eerder neertelde bij grote overnames.

Bij het samengaan van Interbrew en AmBev werd laatstgenoemde bijvoorbeeld gewaardeerd op slechts 11,4 keer de winst. De overnames van Anheuser Busch in 2008 en Grupo Modelo in 2013 gingen tegen 12,4 en 12,8 keer de winst. In de bouw van het grootste bierbedrijf ter wereld wordt dus geleidelijk steeds meer betaald.

 

2004

2008

2013

2015

 

AmBev

Anheuser Busch

Grupo Modelo

SABMiller

Ondernemingswaarde/ebitda

11,4

12,4

12,9

14,8

Nettoschuld/ebitda na overname

1,2

4,7

2,3

4,5

Kostenbesparingen (mld)

0,28

1,5

0,6

2,5

Ondernemingswaarde/ebitda inclusief kostenbesparingen

9,2

8,1

10,4

11,2

Ook vanuit het perspectief van de schuldpositie is deze overname stevig. Ervan uitgaande dat de helft van het bod wordt gefinancierd met schuld, gaat de totale nettoschuld van het nieuwe bedrijf de 100 miljard dollar voorbij.

De verhouding tussen schuld en operationele winst (nettoschuld/ebitda) komt dan uit rond de 4,5. Dit betekent dat er de komende jaren flinke aflossingen moeten worden gedaan of de winst flink moet groeien.

Het concern heeft eerder laten zien dat het hiertoe in staat is. Na de overname van Anheuser Busch zat de nettoschuldratio op een vergelijkbaar niveau. In vijf jaar zakte dit weer naar het streefniveau van 2.

Risicovol

De grote vraag is of dat nu weer zal lukken. Ramingen voor de mogelijke kostenbesparingen dankzij de overname komen op een bedrag van circa 2,5 miljard dollar per jaar. Dat is aanzienlijk, maar het is relatief minder dan bij de overname van Anheuser Busch.

Inclusief kostenvoordelen werd toen circa 8 keer de winst betaald. Inclusief kostenvoordelen betaalt AB InBev nu ruim 11 keer de winst.

Een fikse schuldenopbouw en een relatief hoge prijs, ook met de kostenvoordelen meegerekend. Deze overname is duidelijk risicovoller dan eerdere megaovernames die AB InBev heeft gedaan. Voor investeerders is de vraag of het bedrijf zich deze keer niet gaat verslikken in zijn prooi.