VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Succesvolle VEB collectieve acties

Door de VEB collectieve acties zijn in het verleden ook verschillende compentaties afgedwongen:


- - -
-
- -
-
-
-
-
-

Andere succesvolle VEB acties:
-  (uitkoopprocedure)
-  (uitkoopprocedure)

- -  
- (conflict tussen bestuurders)


World Online
Misleiding - schikkingsbedrag 110 miljoen euro
Zelden kreeg een beursgang zoveel aandacht als die van World Online in 2000. De aanvankelijk torenhoge verwachtingen werden bepaald niet ingelost, de beursgang eindigde in een drama voor beleggers.

De VEB en de bij de beursgang van World Online (WOL) betrokken banken zijn het eens over de schikking. De ongeveer 12.000 bij de VEB aangesloten WOL-beleggers zullen een bedrag van maximaal euro 110 mln kunnen verdelen.

Dat bedrag dient ter compensatie van de schade die is geleden tijdens en na de beursgang van het internetbedrijf.

KPNQwest
Faillissement - schikkingsbedrag 19 miljoen euro
De VEB sloot afgelopen zomer met KPN en Qwest, de aandeelhouders van KPNQwest, een schikking over de schade die beleggers hebben geleden door het faillissement in 2002.

Voor circa 5.500 aangesloten beleggers is een compensatie van 19 miljoen euro beschikbaar. Voorwaarde voor deze schikking is de intrekking van de enquêteprocedure die de VEB in 2005 tegen KPNQwest startte.

Numico
Uitlekken overname - schikkingsbedrag 17 miljoen euro
De VEB heeft met Numico een schikking bereikt over de schade die aandeelhouders hebben geleden bij de overname van Numico door Danone. Nog voor de overname van Numico officieel bekend werd gemaakt steeg de koers van het aandeel sterk.

Beleggers die aandelen Numico hebben verkocht op maandagochtend 9 juli 2007 voor 12.14 uur ontvangen een compensatie die oploopt tot ruim 80 procent van de door aandeelhouders gederfde winst bij een normaal koersverloop.

Afgaande op de handelsvolumes op die dag gaat het hier om een schikking van bijna 17 miljoen euro. Beleggers konden tot 15 september 2009 een claim indienen.

Vedior
Uitlekken overname - schikkingsbedrag 4,25 miljoen euro

Gedupeerde Vedior -aandeelhouders moeten gecompenseerd worden voor de geleden schade na het vroegtijdig uitlekken van de overname van het uitzendconcern door Randstad. Daartoe heeft de VEB in 2008 met Randstad - de nieuwe aandeelhouder en rechtopvolger van uitzendconcern Vedior- een schikking bereikt, zonder dat Randstad daarbij aansprakelijkheid heeft erkend.

De schikking geldt voor alle aandeelhouders die aandelen Vedior hebben verkocht op vrijdagochtend 30 november 2007. Voor de aandeelhouders is een bedrag van 4,25 miljoen euro beschikbaar, wat neerkomt op een compensatie van 80% van de gederfde winst. 

Beleggers die recht hebben op compensatie dienen daartoe in te vullen en door de Stichting Uitvoer Vedior Schikking te sturen. De oorspronkelijke uiterste datum van indienen (1 maart 2010) is verlengd.

Royal Dutch Shell
Afboeking olie- en gasreserves - schikkingsbedrag 389 miljoen dollars
Begin augustus 2008 werd bekend gemaakt dat gedupeerde Shell-aandeelhouders een extra bedrag van 120 miljoen dollar mogen verdelen afkomstig uit de SEC-boete die Shell in 2004 vanwege de reserveschandalen kreeg opgelegd.

Dit bedrag komt bovenop de schikking die de VEB en andere Europese aandeelhouders met Shell bereikten voor een bedrag van 389 miljoen dollar. De SEC-vergoeding wordt eerder uitbetaald dan de Europese schikking.

Deze Europese schikking is op 29 mei 2009 door het Amsterdamse Gerechtshof algemeen verbindend verklaard. Gedupeerde beleggers buiten de Verenigde Staten zijn in formele aankondigingen, die afgelopen weken in diverse dagbladen zijn verschenen, opgeroepen hun claims in te dienen.

Unilever
Conversie preferente aandelen - schikkingsbedrag 300 miljoen euro
Op 11 november 2006 heeft Unilever bekend gemaakt dat zij onder andere met de VEB overeenstemming heeft bereikt in een juridisch geschil over de in 1999 uitgegeven NLG 0,10 cumulatief preferente aandelen Unilever N.V. ("preferente aandelen").

Deze schikking voorziet in een compensatie van 1,54 euro per preferent aandeel dat op 24 maart 2004 om 0.00 uur gehouden werd. De VEB heeft in samenwerking met Unilever, de Nederlandse Vereniging van Banken en een aantal grootbanken bewerkstelligd dat cliënten die op 24 maart 2004 om 00.00 uur preferente aandeelhouder waren uiterlijk half februari 2007 automatisch een eenvoudig schikkingsformulier van hun bank ontvangen hebben.

Op dat formulier - dat tevens als bewijsstuk dient - stond ook het aantal aandelen dat beleggers per 24 maart 2004 hielden.

Dexia
Legiolease affaire - schikkingsbedrag 1 miljard euro

Op 28 april 2005 werd, onder leiding van oud-ECB-president Duisenberg, een schikking getroffen tussen Dexia enerzijds en de Stichtingen Leaseverlies & Eegalease, de VEB en de Consumentenbond anderzijds.

Deze regeling voorziet in de vergoeding van een aanzienlijk gedeelte van de restschuld voor de overgrote meerderheid van beleggers in aandelenleaseproducten van Dexia/Legiolease. De totale kosten van deze regeling bedragen circa 1 miljard euro, waarvan circa 218 miljoen euro is bijgedragen door Aegon die tot 2000 eigenaar was van Legiolease.

Op donderdag 25 januari 2007 heeft het Gerechtshof Amsterdam de regeling in het aandelenleaseconflict met Dexia algemeen verbindend verklaard.

Ahold
Boekhoudfraude - schikkingsbedrag 1,1 miljard dollar
Op 24 februari 2003 moest Ahold bekendmaken dat er sprake was van grootscheepse fraude bij het onderdeel US foodservice. De winsten moesten met 880 miljoen dollar neerwaarts worden bijgesteld. Bovendien bleek dat Ahold de cijfers had opgepoetst door deelnemingen in de cijfers mee te nemen (te consolideren) waarover het bedrijf geen controle had.

De indruk werd gewekt dat er wel controle bestond, maar uit geheime ‘sideletters' bleek dat de werkelijke verhoudingen anders lagen. Naar aanleiding van deze kwestie is de VEB grootschalige juridische acties gestart. Dat betrof een enquêteprocedure - onderzoek naar wanbeleid - en een jaarrekeningprocedure.

Het onderzoek naar wanbeleid werd, ondanks verwoede pogingen van Ahold om die actie te blokkeren, op 6 januari 2005 door de Ondernemingskamer toegewezen. In de periode daarna zijn verkennende gesprekken gevoerd met de VEB en de Amerikaanse advocaten die een leidende rol spelen in het class-actionproces.

Dat heeft geleid tot de bekendmaking van een grote schikking op 28 november 2005. Toen sloot Ahold een schikking met zowel de VEB als de Amerikaanse advocaten. Een schikkingsbedrag van in totaal 1,1 miljard dollar dat - na aftrek van kosten - aan gedupeerde beleggers ten goede is gekomen.

Deloitte & Touche Accountants
De VEB is voornemens om Deloitte & Touche Accountants (“Deloitte”) voor de rechter te dagen vanwege het ten onrechte afgeven van goedkeurende verklaringen op de jaarrekeningen van Ahold. De VEB ziet zich genoodzaakt Deloitte aan te spreken zodat Ahold-beleggers alsnog genoegdoening kunnen krijgen.

De VEB heeft Deloitte uitgenodigd om een schikking te bespreken, maar partijen zijn niet tot een regeling gekomen. De VEB zal op korte termijn Deloitte dagvaarden voor het restant van de geleden schade. 
Fokker 
Faillissement - schikkingsbedrag 700.000 euro
In 2000 kwam enig schot in de procedure Fokker. De VEB heeft namens een aantal categorieën gedupeerde beleggers claims ingediend in het faillissement van Fokker.

De jaarrekeningen 1988 tot en met 1994, met een nuancering voor de jaren ’92, ’93 en ’94, gaven volgens de VEB geen getrouw beeld van het vermogen en resultaat gaven van de onderneming. In deze zaak deed de Rechtbank Amsterdam op 27 november 2002 een voor de VEB teleurstellende uitspraak.

Op grond van een redenering die wat kort door de bocht was, oordeelde de rechtbank dat toewijzing van de vorderingen van de VEB op basis van misleidende jaarrekeningen ertoe zou leiden dat teleurgestelde beleggers in rang zouden worden gelijkgesteld aan reguliere crediteuren.

Door deze uitspraak heeft de Rechtbank geen uitspraak hoeven doen over de jaarrekeningen, de gehanteerde grondslagen en de toepassing daarvan. De VEB heeft naar aanleiding van de uitspraak van de Rechtbank overleg gevoerd met curatoren. Op 15 juli 2003 heeft de VEB een voorstel tot financiële afhandeling van de actie voorgelegd aan de vergadering van deelnemers, welk voorstel door de vergadering is aanvaard.

Curatoren betalen aan de VEB een vergoeding van € 700.000 voor de door VEB gemaakte kosten. Daarvan heeft de VEB vrijwillig de aangesloten beleggers een actievergoeding van € 450 per deelnemer betaald te verhogen met additionele vergoedingen afhankelijk per deelnemer.

Philips
Misleiding - schikkingsbedrag 4,32 miljoen euro
Een belangrijk hoogtepunt was de schikking die op 16 september 1999 wereldkundig werd gemaakt in de zaak Philips.

De zaak was door de VEB aangespannen vanwege de onjuiste informatieverschaffing door Philips in de periode 26 oktober 1989 tot en met 2 juli 1990. Met name de uitlatingen van de toenmalige topman Van der Klugt die in de aandeelhoudersvergadering van 10 april 1990 stelde: "Wij garanderen u dat die verbetering (van het resultaat) zich dit jaar zal doorzetten"en "Wij zijn ervan overtuigd dat de kwaliteit van de winst dit jaar sterk zal verbeteren" speelden in deze zaak een cruciale rol.

Op 3 mei 1990 maakte Philips namelijk desastreuze kwartaalcijfers bekend en op 2 juli 1990 werd operatie Centurion aangekondigd. De schikking hield in dat Philips ten behoeve van de bij de VEB aangesloten beleggers een bedrag van 4,32 miljoen euro betaalt.

Beleggers die in de periode van 26 oktober 1989 tot en met 3 mei 1990 hadden gekocht, zich hadden aangesloten bij de VEB-actie en hadden bijgedragen aan de kosten (een dubbeltje per aandeel) kwamen in aanmerking voor een vergoeding van 12,80 NLG per aandeel. 

Voor de ongeveer 485 aangesloten beleggers betekent dit een vergoeding van gemiddeld ongeveer 20.000 NLG per belegger. Deze zaak is met name van belang omdat voor het eerst in Nederland beleggers die gedupeerd zijn door onjuiste informatieverschaffing door een beursgenoteerde onderneming zijn gecompenseerd voor de hierdoor geleden schade.

De verwachting is dat beursgenoteerde ondernemingen mede in het licht van deze zaak meer aandacht aan de tijdige publicatie van koersgevoelige informatie zullen besteden.