VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Richard den Drijver (VDM) beschuldigt opvolgers van wanbeleid

Oud-topman Richard den Drijver van het failliete handelshuis van der Moolen beschuldigt zijn opvolgers Peter Zwart en Arjen Paardekooper van wanbeleid. Den Drijver weerlegt daarmee beweringen als zou hij zelf Van der Moolen niet juist bestuurd hebben.

Dat valt te concluderen uit het verweerschrift van Den Drijver in een zaak tegen Van der Moolen (VDM).

De Vereniging van Effectenbezitters een onderzoek te doen naar de gang van zaken bij Van der Moolen omdat er twijfel is over het gevoerde beleid bij het effectenhuis met het faillissement als eindresultaat.

Van der Moolen ging 10 september 2009 failliet. Richard den Drijver was vanaf mei 2006 bestuursvoorzitter, moest  in juli 2009 vertrekken en werd opgevolgd door twee toenmalige commissarissen bij Van der Moolen, Zwart en Paardekooper.

De VEB wil vooral graag duidelijkheid over het functioneren van bestuurders en commissarissen bij VDM en in het bijzonder over de rol van Den Drijver en oud-bestuurder Hans Kroon.

Na zijn tijd
In zijn verweerschrift verdeelt Den Drijver de recente geschiedenis bij VDM in vier periodes. Periode twee betreft het tijdvak van mei 2006 tot mei 2009. Dit tijdvak begint op het moment dat Den Drijver aantreedt als bestuursvoorzitter en eindigt op het tijdstip dat Zwart en Paardekooper als commissaris binnen komen bij VDM.

De derde periode loopt van mei 2009 tot aan het faillissement in september. Na het vertrek van Den Drijver in juli hadden commissarissen Zwart en Paardekooper het roer bij Van der Moolen overgenomen.

Den Drijver vraagt het gerechtshof in zijn verweerschrift om zich in een eventueel onderzoek te concentreren op de periode waarin Zwart en Paardekooper een rol speelde bij Van der Moolen, zowel als commissaris als bestuurder. Vanaf hun entree in mei 2009 zou er van wanbeleid sprake kunnen zijn, daarvoor niet, zo meent de gewezen topman.

Tegenslag bij omvorming
Den Drijver beschrijft in zijn verweer hoe hij Van der Moolen heeft willen omvormen van een hoekmansbedrijf naar een modern effectenhuis. Den Drijver kwam bij Van der Moolen terecht toen dit bedrijf ‘zijn' derivatenhuis Curvalue overnam. Na korte tijd werd Den Drijver betsuursvoorzitter bij VDM.

Hij verminderde de belangen van VDM in de Verenigde Staten en verlegde de focus naar elektronische handelsactiviteiten in Europa. Zo wilde hij met een eigen online broker de concurrentie aangaan met gevestigde namen als BinckBank en Alex. Na forse investeringen werd de ontwikkeling van een eigen platform voor particuliere beleggers gestopt.

Ook wilde Den Drijver geld verdienen via dividendarbitrage, waarbij geprofiteerd wordt van verschillen in belastingregimes tussen verschillende landen. Volgens de gewezen topman was "de tijdgeest en het sentiment bij de verschillende Europese overheden ten aanzien van dividendarbitrage niet altijd positief." Van der Moolen boekt onzeker geworden belastingvorderingen af. Daardoor lijdt het bedrijf in heel 2008 verlies.

'Zwart zorgde voor problemen'
Den Drijver verwijt met name Peter Zwart in zijn rol als commissaris solistisch te hebben opgetreden. Vanaf diens aantreden zou dit voor problemen hebben gezorgd. En juist in die periode -voorjaar en zomer 2009- zat Van der Moolen "midden in de voorbereidingen voor een compleze verhuizing vanuit twee locaties naar Schiphol."

Den Drijver schrijft door Zwart onder zware druk te zijn gezet om af te treden als bestuursvoorzitter. Vanaf dat moment zijn veel fouten gemaakt laat de gewezen topman optekenen. Bij zijn vertrek heeft hij met Zwart besproken "welke urgente lopende zaken op korte termijn dienden te worden aangepakt." Op geen van deze punten zou actie zijn ondernomen door bestuurder Zwart en collega Paardekooper.

Aanstaande donderdag is de mondelinge behandeling van het verzoek van de VEB om een onderzoek naar wanbeleid bij Van der Moolen. De uitkomsten van dat onderzoek kunnen de basis vormen van een schadevergoeding voor gedupeerde beleggers.