VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Staalbankiers moet belegger Lehman-note alvast 300.000 euro betalen

Vermogensbeheerder Staalbankiers moet één van zijn klanten tonnen schadevergoeding betalen vanwege verkeerd advies. En dat terwijl de procedure nog niet beëindigd is.

Dat blijkt uit een uitspraak van de voorzieningenrechter in kort geding afgelopen vrijdag.

Het gaat hier om de zaak van een gepensioneerde vleeshandelaar die in 2005 een miljoen euro heeft belegd via Staal Bankiers. Zestig procent daarvan wilde de man defensief beleggen, ten behoeve van zijn pensioenpot.

Op aanraden van vermogensbeheerder Staalbankiers belegde hij de complete pensioenpot in één Lehman Note. Hij had daarbij de garantie zijn inleg aan het einde van de looptijd in ieder geval terug te krijgen. Door het faillissement van de zakenbank is van de inleg van 600.000 euro weinig meer over.

Zorgplicht
Eerder oordeelde de rechter in eerste aanleg dat Staalbankiers aansprakelijk voor de schade. De bank had haar zorgplicht geschonden door onvoldoende risicospreiding toe te passen.

De vermogensbeheerder liet daarop weten door te procederen maar moet nu alvast de helft van het schadebedrag, 300.000 euro, als voorschot betalen.

Opvallend
De toewijzing van deze zogenoemde voorziening is opvallend. Voorzieningenrechters zijn doorgaans voorzichtig met het toekennen van schadevergoedingen in kort geding. De kans bestaat immers dat beleggers het verkregen bedrag moeten terug betalen als zijn in hoger beroep alsnog ongelijk krijgen.

De voorzieningenrechter verwacht dan ook "met een grote mate van waarschijnlijkheid" dat de schadevergoeding ook door hogere rechters toegewezen zal worden.

De schadevergoeding aan de vleeshandelaar kan nog hoger uitvallen. Curatoren en advocaten zijn momenteel nog druk bezig om de waarde van de boedel van het failliete Lehman Brothers te bepalen. Later dit jaar moet zo duidelijk worden welke waarde de verschillende Lehman Notes nog hebben.

Kan hoger
Volgens Staal Bankiers kan de Note tot wel 50 procent van de nominale waarde opleveren. Vandaar de voorlopige schadevergoeding van 300.000 euro, de andere helft van de inleg. Mocht de opbrengst van de belegging uit de boedel lager zijn dan 300.000 dan zal de vermogensbeheerder wellicht nog meer moeten betalen.

De uitspraak is een hart onder de riem voor beleggers die in soortgelijke zaken hun vermogensbeheerder voor de rechter slepen vanwege schending van de zorgplicht. Banken kiezen in dergelijke gevallen vaak om zo lang mogelijk door te procederen. Veel particulieren zien op tegen zo'n jarenlange juridische gang.

, advocaat van de gedupeerde belegger in kwestie,  noemt het vonnis van de rechtbank Den Haag “wijs, maar ook moedig." 

"Tijdrekken loont niet langer voor banken. Een gedupeerde belegger heeft weinig aan een schadevergoeding na 10 jaar procederen. Een pensioenvoorziening is om van te leven; niet om van begraven te worden.”