VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Zoeken naar de ideale cocktail

Mixfondsen zijn een gemakkelijke manier om gespreid te beleggen tegen relatief lage kosten. Morningstar en de VEB onderzochten de prestaties van 150 in Nederland aangeboden mixfondsen. De verschillen zijn groot.

Wie beleggen beschouwt als een zoektocht naar dat ene kansrijke aandeel doet zichzelf ernstig tekort.

De eerste en belangrijkste beslissing bij beleggen is de assetallocatie, of- wel de verdeling van het vermogen tussen categorieën als aandelen, obligaties en alternatieven als vast- goed, grondstoffen en cash.

Tijd, kennis, inspanning
Voor de nijvere doe-het-zelf- belegger is zo'n verdeling niet een-twee-drie te maken. Het vergt nogal wat kennis, speurwerk en zelfinzicht om de juiste melange aan beleggingen te vinden.

Nog bewerkelijker is het om deze gedisciplineerd in stand te houden. Sommige beleggingen stijgen en andere dalen, waardoor de verhoudingen binnen het geheel steeds scheef trekt.

Veel beleggers roepen daarom de hulp in van een bank of vermogensbeheerder, die de beleggings- beslissingen deels uit handen kunnen nemen via vermogensbeheer of beleggingsadvies.

Maar er is een (goedkoper) alternatief: zelf beleggen met mix- fondsen, beleggingsfondsen die spreiden over de verschillende vermogenscategorieën. Als belegger kies je een fonds, de spreiding en de selectie van de onderliggende effecten worden uitgevoerd door een team van fondsmanagers.

Wij onderzochten, in samenwerking met Morningstar, alle wereldwijd beleggende mixfondsen die in Nederland te koop zijn en een notering in euro's hebben.

In totaal gaat het dan om ruim 150 mixfondsen van fonds-aanbieders als BNP Paribas, ING en SNS. Aan de hand van de assetallocatie, het rendement, het risico en de kosten brengen we de categorie mixfondsen in kaart.

Ons onderzoek leverde enkele opmerkelijke conclusies op.

1. De meeste mixfondsen presteren slechter dan de markt...

Vrijwel alle mixfondsen behaalden in de afgelopen vijf jaar een positief rendement. Een heel bijzondere prestatie is dat niet gezien de sterk opgelopen aandelenbeurzen en de nog altijd hoge obligatiekoersen.

Om de prestaties van mixfondsen op waarde te schatten, is het zaak deze te vergelijken met een vergelijkingsindex, ofwel een benchmark. Wij vergeleken de offensieve, neutrale en defensieve mixfondsen met vergelijkbare wereldwijd beleggende indexfondsen, fondsen dus die de marktbeweging volgen.

Dan blijkt dat het overgrote deel van de mixfondsen afgelopen vijf jaar slechter presteerde dan de markt. Slechts een vijfde van de defensieve, behoudende mixfondsen presteerde beter dan de benchmark, terwijl bij de neutrale mixfondsen maar een kwart van de mixfondsen een voldoende scoorde.

Bij de offensieve fondsen, waarin aandelen een groot deel van de portefeuille vormen, is de situatie het meest schrijnend. Slechts in 6 procent van de gevallen blijkt het voor beleggers achteraf de moeite waard te zijn geweest om een echt offensief mixfonds te verkiezen boven een pakketje indexvolgende fondsen (ETFs).




Beter
In de afgelopen twaalf maanden presteerden mixfondsen een stuk beter. De helft van de neutrale, 85 procent van de defensieve en 30 procent van de agressieve fondsen presteerden beter dan de door ons gebruikte benchmark.

2 ...maar de verschillen zijn groot. Goed vergelijken loont
Het merendeel van de mixfondsen mag afgelopen vijf jaar matig tot slecht te hebben gepresteerd, positieve uitschieters zijn er wel degelijk.

Bij de defensieve fondsen wist het M&G Optimal Income fonds per jaar ruim 60 procent meer rendement te maken dan de vergelijkende, door ons samengestelde index: 11,2 procent per jaar tegenover 6,9 procent voor de benchmark.

Bij de als ‘neutraal' te boek staande mixfondsen is het verschil nog groter. Het Hof Hoorneman Value Fund leverde ruim 80 procent meer rendement op dan de vergelijkingsindex.

De afgelopen jaren blijken bovengemiddeld presterende mixfondsen ook boven te komen drijven als het rendement gecorrigeerd wordt voor risico. Het extra rendement van de mixfondsen - op het neutrale mixfonds van Templeton na - ging dus niet gepaard met (te) veel extra risico.

Belangrijke kanttekening hierbij: het gaat hier om prestaties uit een uitzonderlijke goede periode op de beurzen. Hoge rendementen ‘neutraliseren' daarbij hogere risico's.

Om dat te blijven doen, zullen de rendementen hoog moeten blijven in de toekomst. Daarnaast kunnen risico´s in de portefeuille zitten die nog niet tot uiting zijn gekomen en (daarom) niet in de koersbewegingen (volatiliteit) zitten.

Extra risico is daarbij niet alleen afhankelijk van de verhouding aandelen en obligaties die een mixfonds aanhoudt.

Zo belegt het eerder genoemde en als neutraal mixfonds ingedeelde Hof Hoorneman Value Fund weliswaar een derde van het fondsvermogen in obligaties, maar het gaat hier soms om (achtergestelde) obligaties van instellingen als Northern Rock en Lloyds, geen veilig Duits of Nederlands schatkistpapier. Als bouwsteen van een neutrale portefeuille zijn fondsen als deze dan ook niet erg geschikt.

3 ...en ‘Nederlandse' mixfondsen zijn relatief goedkoop en presteren daardoor goed
Onder de goed presterende mixfondsen afgelopen jaar bevinden zich opvallend veel fondsen van ‘Nederlandse' aanbieders. Beleggers die alleen in neutrale en offensieve Nederlandse mixfondsen hebben belegd, behaalden afgelopen jaren gemiddeld een hoger rendement.

Dit verschil is deels te verklaren door de lagere kosten die de fondsen rekenen ten opzichte van de buitenlandse aanbieders. Lage kosten zijn geen garantie voor een goed rendement, maar de kans daarop wordt wel groter.

Tegenwoordig zijn de jaarlijks doorlopende kosten van de Nederlandse mixfondsen gemiddeld 50 tot 90 basispunten lager dan die van de buitenlandse fondsen.

Dat voordeel heeft te maken met de verdwenen distributievergoeding, waardoor met name de Nederlandse fondsaanbieders het kostenvoordeel hebben doorgegeven aan de klant door een goedkopere fondsklasse te introduceren.

Sommige buitenlandse spelers hebben dit niet of in beperkte mate gedaan. Ook wordt een deel van de Nederlandse mixfondsen passief beheerd - denk aan SNS profielfondsen en etf's van Think - waardoor de kosten laag zijn.

In elke categorie - defensief, neutraal en offensief - staan bij de tien goedkoopste mixfondsen slechts een paar fondsen van buitenlandse aanbieders, de rest van de fondsen komt van de Nederlandse aanbieders SNS, ING, Robeco, Kempen, Think en Today's.

Over de hele linie zijn Nederlandse aanbieders relatief goedkoop met SNS als duidelijke uitschieter: in elke categorie zijn de mixfondsen van de bank-verzekeraar het goedkoopst.

Zo heeft het offensieve mixfonds van SNS (SNS Profiel Rood), dat voor 76 procent in aandelen en 24 procent in obligaties belegt, een lopendekostenratio van 0,3 procent per jaar, tegen 1,05 procent voor de hele groep Nederlandse fondsen en 1,85 procent voor de buitenlandse fondsen.

Ook de vier andere profielfondsen van de bank (blauw, geel, oranje en paars) kosten 0,3 procent per jaar.

 

Deze tekst is een samnvatting van het volledige artikel naar aanliding van ons onderzoek dat verscheen in Effect 7.