VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Futures: de hefboom kan ook terugslaan

Een van de populairste derivaten bij professionele beleggers is de future. Ook particulieren gebruiken hem steeds vaker. Het instrument is eenvoudig in zijn werking, maar ook hier geldt: vergis je niet in het risico!

Een future wordt ook wel een termijncontract genoemd en is een afspraak tussen twee partijen om op een bepaald tijdstip een bepaalde hoeveelheid van een product of financieel instrument te verhandelen tegen een bepaalde prijs. Het is dus een soort prijsafspraak. Futures vinden hun oorsprong in de agrarische wereld waar ze door boeren werden en worden gebruikt om het prijs¬risico van hun oogst af te dekken. De partijen komen een transactie in de toekomst overeen, wat ook de naam weer verklaart.
Er zijn verschillende soorten futures. Het principe is echter steeds dat zowel de koper als de verkoper een verplichting heeft om de transactie uit te voeren. De transactie gaat dus altijd door. Tussentijds kan de future wel van eigenaar verwisselen, de futures zijn verhandelbaar op de beurs. Naast futures op landbouwproducten bestaan er ook futures op aandelen(indices), obligaties en andere producten. Futures worden in Europa allemaal verhandeld via schermenbeurzen. In de Verenigde Staten (Chicago) wordt nog wel op een echte beursvloer gehandeld in een beperkt aantal futures.

Standaarden

Net als bij opties zijn er bij futures gestandaardiseerde contractspecificaties. De onderliggende waarde van een aardappelfuture is bijvoorbeeld 25.000 kilo van het ras bintje, met een minimumdoorsnede van 50 millimeter, frietgeschikt en geteeld op kleibodem. Een future kan ook betrekking hebben op 5.000 bushels graan van een bepaalde kwaliteit of op 1.000 vaten ruwe olie. Een future op de AEX-index vertegenwoordigt tweehonderd keer deze index. Daarin wijkt de AEX-future af van opties, die meestal honderd keer de index vertegenwoordigen.
Een belangrijk kenmerk van de future is dat bij het aangaan van het contract geen betaling plaatsvindt. Wel dient er bij een bank een zekerheid te worden aangehouden, doorgaans in de vorm van een marginverplichting, net als bij het ongedekt schrijven van opties. De betaling vindt pas plaats aan het eind van de looptijd van het contract. Er zijn twee soorten futurecontracten, al naar gelang de afloop: futures met fysieke levering, waarbij daadwerkelijk het onderliggende product wordt geleverd, en futures met cash settlement, waarbij het prijsverschil wordt afgerekend in geld. Deze cash settlement vindt dagelijks plaats, en wordt ook ‘marking to market’ genoemd.
Wie bijvoorbeeld een future op de AEX-index heeft gekocht, ontvangt een bedrag in geld als de index stijgt en niet de onderliggende waarde. Hoewel er geen betaling plaatsvindt bij het aangaan van het contract, wordt dus wel bijna iedere dag geld gestort of ontvangen uit hoofde van de koersverandering van de onderliggende waarde en daardoor de future.

Prijsvorming future
De koers van de future ligt vaak in de buurt van de actuele koers van de onderliggende waarde (‘spotprijs’), maar is vrijwel nooit precies gelijk daaraan. De prijs wordt ook beïnvloed door de rentestand en bij futures op aandelen het nog uit te keren dividend.
Omdat minder geld nodig is om een future te kopen dan om de onderliggende aandelen te kopen, wordt rente uitgespaard. Dit maakt de koersen van futures hoger dan de actuele koersen. Hoe verder weg de afloopdatum van de future en hoe hoger de rentestand, hoe hoger de koers ten opzichte van de spotprijs.
Daarnaast kan het dividend of een andere uitkering een rol spelen. Hoe hoger het uit te keren dividend voordat de future afloopt, hoe lager de koers van de future ten opzichte van de actuele koers van de onderliggende waarde.
Als een future boven de spotprijs noteert, heet dit ‘contango’. Noteert hij onder de spotprijs, dan heet dit ‘backwardation’. Dat kan ook wijzen op tijdelijke prijsverstoringen. Bij de oliefutures was de laatste maanden bijvoorbeeld vaak sprake van backwardation, vanwege de sterk stijgende olieprijs voor directe levering als gevolg van dreigende tekorten.

Soorten transacties
Net als bij opties kunnen bij futures openings- en sluitingstransacties worden opgegeven. Met een openingskoop (‘open buy’) wordt er een future gekocht. Men heeft dan een longpositie, men profiteert van een stijgende koers. Met een ‘open sell’ wordt een positie geopend met een verkochte future, men heeft dan een shortpositie en profiteert van koersdaling. Deze laatste transactie kan ook worden gebruikt om een aandelenportefeuille (tijdelijk) te beschermen tegen koersdalingen, zonder dat men deze portefeuille helemaal hoeft te verkopen, wat veel meer transactiekosten met zich meebrengt. Om posities met futures weer te sluiten worden ‘closing’-transacties doorgevoerd. Met een ‘close buy’ wordt een bestaande shortpositie gesloten en met een ‘close sell’ een longpositie.

Enorme hefboom

De risico’s van futures mogen echter niet onderschat worden. Als de AEX op 350 staat, heeft de AEX-indexfuture, ook wel een FTI genoemd, betrekking op 200 x 350 = 70.000 euro. De future met een looptijd tot en met de derde vrijdag van maart 2009 zou een koers kunnen hebben van 353 euro (een contango van 3 euro). De koper van de future heeft zich verplicht dus tweehonderd keer de AEX te kopen voor 353 euro, een bedrag van 70.600 euro. De verkoper is verplicht voor dit bedrag te verkopen, in maart 2009.
Als de AEX bijvoorbeeld met 4 euro daalt, gaat ook de koers van de future met 4 euro omlaag. Dat betekent dat de volgende dag bij de koper van de future tweehonderd keer 4 euro is 800 euro van zijn rekening wordt afgeschreven. De verkoper van de future krijgt deze 800 euro bijgeschreven. En zo gaat het dagelijks, tot het einde van de looptijd.
Omdat dit aardig kan oplopen, zal de bank eisen dat zowel de koper als de verkoper een bepaald bedrag stort om aan de verplichtingen te kunnen voldoen. Dit bedrag wordt geblokkeerd en heet ook wel de ‘initial margin’ of de marginverplichting. Bij een AEX-future vragen de meeste banken ongeveer 10 procent van de onderliggende waarde, wat in dit geval zou neerkomen op circa 7.000 euro. Bij het sluiten van de futurepositie wordt de margin weer vrijgegeven.
Bij een marginverplichting van 10 procent is er een enorme hefboomwerking: de belegger zit voor 70.000 euro in de markt, terwijl hij maar voor 7000 euro heeft gestort! Daalt de markt met 5 procent, dan is het verlies al 50 procent van de inleg; daalt de markt met meer dan 10 procent, dan blijft er zelfs een schuld over. Doorgaans zal de bank dit voorkomen door te eisen dat er wordt bijgestort op de marginrekening, of door de futurepositie eigenhandig weer te sluiten. De hefboom kan dus keihard terugslaan.