VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Waarom Nederlandse beursfondsen worden opgekocht

Mondiaal staat de fusie- en overnamemarkt op een laag pitje, maar de Nederlandse beurs wordt aardig kaalgeplukt. Wat maakt de beursbedrijven hier zo populair?

Het beursklimaat is slecht. Koersen dalen omdat veel bedrijven al behoorlijk wat tegenwind ervaren.

Dat neemt niet weg dat er vanuit landen buiten Europa behoorlijk wat interesse is voor Nederlandse bedrijven.
Ondanks de escalerende schuldencrisis zijn er in de eerste zes maanden van dit jaar al vijf biedingen geweest op Nederlandse waar.

Behoorlijke premies
Opvallend is dat het om biedingen gaat met omvangrijke premies.

Het Amerikaanse UPS is bereid 42 procent meer te betalen dan de laatste slotkoers van TNT Express. Het Mexicaanse Mexichem betaalt zelfs 2,5 keer de beurswaarde van buizenfabrikant Wavin.

Het Canadese CGI heeft een premie van 60 procent over voor IT-dienstverlener Logica, terwijl het Zweedse Saab het kleine HITT voor 38 procent boven de beurskoers wil opslokken.

Bedrijven interessant
Blijkbaar zijn deze premies verantwoord en ook nodig om de aandeelhouders van de prooi over te halen de stukken aan te bieden. De vraag is wat Nederlandse bedrijven zo interessant maakt en waarom de overnamemachine van het buitenland dit jaar zo doorratelt.

Het heeft allereerst te maken met de internationale blik van veel Nederlandse bedrijven, noodzakelijk gezien de kleine thuismarkt.

Ten tweede beschikken Nederlandse ondernemingen over een hoogwaardig kennisniveau.
Nederlandse bedrijven zijn ook sterk in nichemarkten, waarbij geografische expansie een steeds belangrijkere rol speelt.

De kopers
Al de bovengenoemde elementen zijn terug te zien in de overnames van beursfondsen dit jaar aan het Damrak. De geografische fit en/of de hoogwaardige technologie/productie vormen de grote gemene delers.

De vier overnames vinden stuk voor stuk plaats door branchegenoten, die synergievoordelen zien en hun mondiale positie kunnen verbreden.

In economisch mindere tijden is autonome groei lastiger te verwezenlijken. Wie een beetje geld in kas heeft kan dan op overnamepad. Geld op de bank rendeert nauwelijks, terwijl de over te nemen bedrijven vaak sterk in koers zijn gedaald.

Ook fondsmanager Jack Jonk van het Delta Lloyd Deelnemingenfonds schrijft de overnamegolf aan het Damrak toe aan het relatief groot aantal kwaliteitsbedrijven actief in nichemarkten, die vaak lange tijd ondergewaardeerd zijn.

Daarnaast wijst hij op het geringer aantal beschermingsconstructies en verbeterde governance.

"Buitenlandse spelers kunnen kiezen autonoom te groeien of een hapklare goed gemanaged brok op te kopen. Toevallig zijn dit soort bedrijven bij ons ook beursgenoteerd, waardoor het in de aandacht komt.

In het buitenland spelen overnames eveneens een grote rol, maar bijvoorbeeld in Duitsland gaat het dan vaak om niet-beursgenoteerde familiebedrijven."

Jonk denkt dat deze trend zal aanhouden en ook andere partijen als private equity zich weer zal melden.

Verder
Het buitenland lijkt nog niet uitgekocht in Nederland. Er zijn genoeg bedrijven met grote kasposities die via de aankoop van een Nederlands beursfonds de geografische dekking kunnen verbeteren en de winst per aandeel kunnen opkrikken.

Wat dat betreft maakt de schuldencrisis het Europese bedrijfsleven als geheel kwetsbaar voor overnames. Hierbij speelt ook zeker de verzwakking van de euro een rol, wat de prijs voor buitenlandse kopers nog interessanter maakt.