Trackers, ook wel indexfondsen, slaan nog niet aan in Nederland, volgens een onderzoek van DNB. Daar zou wel eens snel verandering in kunnen komen.
Beleggers hebben wereldwijd dit jaar voor 107 miljard dollar ingelegd in Exchange Traded Products, beter bekend als trackers.
De totale markt voor trackers (indexvolgers) komt daarmee uit op 2.140 miljard dollar, een nieuw record. In Nederland slaan trackers vooralsnog niet aan, zo liet De Nederlandsche Bank onlangs weten.
In de kinderschoenen
De markt in Nederland groeide het afgelopen jaar weliswaar sterk, maar de omvang blijft zeer beperkt.
In 2011 belegden Nederlandse particuliere beleggers voor 2,1 miljard euro in trackers en dat bedrag groeide in 2012 aan tot 2,7 miljard euro. Slechts drie procent van de Nederlandse beleggers zou trackers in portefeuille hebben.
Toch zijn aanbieders van trackers hoopvol gestemd over de Nederlandse markt. Aanleiding voor dit positivisme is het aanstaande provisieverbod. De zogenaamde distributievergoeding bij beleggingsfondsen wordt dan afgeschaft.
Deze kickbackfees maken beleggingsfondsen nu twee keer zo duur. De helft van de kosten in beleggingsfondsen verdwijnt, zonder dat de belegger het merkt, in de zakken van de adviseur.
Te duur
Adviseurs hebben de afgelopen jaren een groot financieel belang gehad om hun klanten dure beleggingsfondsen aan te raden in plaats van de goedkopere indexvolgers.
Door het provisieverbod gaat de belegger zijn adviseur direct betalen. De adviseur wordt echt (financieel) onafhankelijk van de fondsaanbieders. Hij zal dan principieel zoeken naar het beste product voor de klant en zich niet laten (ver)leiden door provisies.
Trackers zullen door de relatief lage kosten daardoor steeds vaker en steeds meer een rol krijgen in de portefeuille van beleggers. Daarmee staan trackers onmiskenbaar aan de vooravond van een sterke groei, ook in Nederland.
De totale markt voor trackers (indexvolgers) komt daarmee uit op 2.140 miljard dollar, een nieuw record. In Nederland slaan trackers vooralsnog niet aan, zo liet De Nederlandsche Bank onlangs weten.
In de kinderschoenen
De markt in Nederland groeide het afgelopen jaar weliswaar sterk, maar de omvang blijft zeer beperkt.
In 2011 belegden Nederlandse particuliere beleggers voor 2,1 miljard euro in trackers en dat bedrag groeide in 2012 aan tot 2,7 miljard euro. Slechts drie procent van de Nederlandse beleggers zou trackers in portefeuille hebben.
Toch zijn aanbieders van trackers hoopvol gestemd over de Nederlandse markt. Aanleiding voor dit positivisme is het aanstaande provisieverbod. De zogenaamde distributievergoeding bij beleggingsfondsen wordt dan afgeschaft.
Deze kickbackfees maken beleggingsfondsen nu twee keer zo duur. De helft van de kosten in beleggingsfondsen verdwijnt, zonder dat de belegger het merkt, in de zakken van de adviseur.
Te duur
Adviseurs hebben de afgelopen jaren een groot financieel belang gehad om hun klanten dure beleggingsfondsen aan te raden in plaats van de goedkopere indexvolgers.
Door het provisieverbod gaat de belegger zijn adviseur direct betalen. De adviseur wordt echt (financieel) onafhankelijk van de fondsaanbieders. Hij zal dan principieel zoeken naar het beste product voor de klant en zich niet laten (ver)leiden door provisies.
Trackers zullen door de relatief lage kosten daardoor steeds vaker en steeds meer een rol krijgen in de portefeuille van beleggers. Daarmee staan trackers onmiskenbaar aan de vooravond van een sterke groei, ook in Nederland.