VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Politici flink in de weer met belastingen

Er wordt veel gepraat over ongelijkheid en de noodzaak belastingen te verhogen. Toch zijn er in Europa her en der signalen dat de belastingdruk juist daalt.

Het debat over een ongelijke verdeling van inkomen en vermogen is onlangs flink opgestookt door Thomas Piketty.

Vooral progressief Amerika heeft de conclusies van deze Franse econoom vol enthousiasme omarmd. Men ziet een sterk argument om te pleiten voor hogere belastingen, vooral voor de welgestelden en hogere inkomens.

Wie gaat kijken wat er gebeurt met belastingen in Europa ziet echter verrassend genoeg dat er bijna overal gepraat wordt over belastingverlaging. Hier en daar wordt ook daadwerkelijk al actie ondernomen.

Duitsland, Frankrijk en België praten
De verwachting is dat de Duitse overheidsinkomsten tussen nu en 2018 met 40 miljard euro op jaarbasis zullen stijgen.

Minister van Financiën Schauble liet onlangs weten daarom open te staan voor belastingverlagingen.

In Frankrijk beloofde president Hollande dit weekend dat de belastingen op arbeid in de tweede helft van zijn vijfjarige termijn zullen dalen.

België gaat later deze maand naar de stembus voor een nieuw parlement. Verschillende grote partijen hebben in de aanloop naar deze verkiezingen beloofd de belastingen te verlagen.

Meerdere verlagingen
Noorwegen voert dit jaar al voor 600 miljoen euro aan belastingverlagingen door. Het tarief voor de inkomstenbelasting gaat over de hele linie met 1 procentpunt omlaag. Daarnaast daalt ook de vermogensbelasting.

In het Verenigd Koninkrijk en Nederland zijn dit jaar belastingverlagingen doorgevoerd, zij het dat deze gericht zijn op de lage inkomens.

In het VK is de belastingvrije voet, het deel van het inkomen waarover geen belasting hoeft te worden afgedragen, verhoogd. Volgens de Britse regering betalen 3 miljoen Britten hierdoor helemaal geen inkomstenbelasting meer.

In Nederland daalde het belastingtarief in de eerste schijf dit jaar. Hier profiteert elke Nederlandse belastingbetaler van. Daarnaast daalt de lastendruk voor lagere inkomens dankzij de aanpassing van enkele heffingskortingen.

Daartegenover staat in zowel Nederland als het VK een lastenverhoging voor hogere inkomens. Een manier om er tegenaan te kijken is dus dat er niet zozeer aan lastenverlichting, als wel aan inkomenspolitiek wordt gedaan.

Toch heeft het er alle schijn van dat ook hogere inkomens op termijn kunnen rekenen op lagere belastingen. In het VK hebben de conservatieven al duidelijk gemaakt dat zij voor serieuze belastingverlaging gaan als ze volgend jaar de verkiezingen winnen.

In Nederland heeft de commissie Van Dijkhuizen vorig jaar een lijvig rapport opgeleverd over herziening van het belastingstelsel. De commissie adviseert een versimpeling, maar ook een verlaging van de tarieven.

Het hoogste belastingtarief zou moeten dalen van 52 naar 49 procent en op termijn zelfs naar 46 procent. Juist de hogere inkomens zouden daarvan profiteren.

Lagere belastingen goed voor economie
Het argument voor belastingverlagingen is bijna overal hetzelfde. Het is goed voor de arbeidsparticipatie en daarmee voor de economie. De commissie Van Dijkhuizen stelde dat haar pakket met voorstellen leidt tot een stijging van de werkgelegenheid met 2,1 procent.

Ondanks het debat over ongelijkheid is de teneur in de Europese politiek daarmee duidelijk: we verlagen de belastingen en versterken de economie.

In het licht van deze ontwikkelingen lijken econoom Piketty en zijn volgers een achterhoedegevecht te voeren.