VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Wat is eigenlijk maatschappelijk verantwoord ondernemen?

Twee Zweedse banken hebben Shell en nog enkele tientallen andere multinationals op een zwarte lijst gezet. Ze trekken investeringen terug uit deze bedrijven die niet maatschappelijk verantwoord zouden ondernemen. Maar de samenstelling maakt vooral duidelijk dat willekeur op de loer ligt bij maatschappelijk verantwoord beleggen.

Scandinavische banken zijn relatief ver met het uitsluiten van bedrijven die het niet goed doen. Zo maakten Swedbank en Nordea eerder al lijsten van bedrijven waarin ze niet meer investeren.

Deze week publiceerde SEB een lijst van bijna veertig uitgesloten multinationals. Handelsbanken, een andere Zweedse bank, werkt ook aan een dergelijke lijst.

In de praktijk betekent het dat de banken niet meer beleggen in de ondernemingen op de lijst. Deze bedrijven worden niet meer opgenomen in actief en passief beheerde beleggingsfondsen. Het laatste kan nog behoorlijk lastig zijn omdat het vaak gaat om bedrijven die zwaar meewegen in de samenstelling van de indices die passieve fondsen volgen. Maar de banken zeggen dat ze hiervoor een oplossing zoeken.

Op de lijst die SEB heeft gemaakt staan veel bekende namen. Naast Shell en zijn branchegenoot Chevron, staan bijvoorbeeld ook autofabrikant Renault en telecombedrijf Deutsche Telecom erop.

De opname van Shell zou vooral te maken hebben met milieuschade en corruptie rond oliewinning in Nigeria. Dit zijn kwesties die al langere tijd spelen en waarover juridische procedures lopen. Tegelijkertijd is elke grote oliemaatschappij wel verwikkeld in dit soort procedures. Het Italiaanse Eni is met Shell onderwerp van onderzoek in een recente omkopingszaak. Ook Eni wordt beticht van aansprakelijkheid voor milieuschade in Nigeria.

Een ander voorbeeld is ExxonMobil, het grootste private olieconcern ter wereld. Dit bedrijf wordt ook beticht van omkoping in Nigeria. Maar noch Exxon, noch Eni, staan op de zwarte lijst van SEB.

Of neem Renault dat op de lijst is gezet omdat het werknemers in een Turkse fabriek niet zou toestaan een vakbond te vormen. Uit mediaberichten vorig jaar rijst een beeld van een hoogoplopend conflict met werknemers over de beloning. Dit was alleen niet beperkt tot Renault. Het Italiaanse Fiat had een identiek conflict met de werknemers van zijn Turkse joint venture. Toch staat de Italiaanse autobouwer staat op de lijst.

En Deutsche Telecom dat op de lijst staat omdat de Amerikaanse dochter T-Mobile USA haar werknemers zou hebben verboden met elkaar over de hoogte van hun salaris te praten. Dat is inderdaad niet toegestaan, maar het is ook een praktijk die in de VS heel veel voorkomt.

In een onderzoek onder werknemers bleek in 2010 dat de helft werd ontmoedigd of verboden om te praten over hun salaris. Het kan dan niet anders dat er dus nog veel meer grote bedrijven zijn in de VS waar dit voorkomt.

Voor alle bedrijven die op de lijsten van SEB en Handelsbanken zijn gezet is dus de vraag: waarom dit ene bedrijf wel en alle andere concurrenten niet? Het lijkt erop dat het antwoord simpelweg is dat er media-aandacht is gevraagd en gekregen voor een bepaalde situatie bij een bepaalde onderneming.

Dat leidt alleen wel heel snel tot willekeur. Of een situatie wel of niet onderdeel wordt van het publieke debat zegt weinig tot niets over de mate waarin een bedrijf maatschappelijk verantwoord onderneemt. Er is duidelijk behoefte aan veel meer onafhankelijke en objectieve criteria om te bepalen of bedrijven wel of niet passen binnen een maatschappelijk verantwoorde beleggingsportefeuille. Dat de voorlopers in de financiële sector die nog niet hebben gevonden zegt veel over hoe moeilijk het is om deze criteria op te stellen.