VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Waarom deze actie?
In het Kerstarrest van december 2021 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de jaarlijks bepaalde fictieve rendementen waarop de Box 3-belasting gebaseerd is, niet te veel mogen afwijken van de jaarlijks werkelijk behaalde rendementen.

Het Kerstarrest heeft de regering aangezet tot rechtsherstel. Uitgangspunt is dat vanaf 2027 de vermogensrendementsheffing wordt gebaseerd op werkelijk behaalde rendementen. Tot dat moment wordt een overbruggingsregime gehanteerd, de zogenoemde spaarvariant. Hierbij is, kort samengevat, de belasting van spaargeld – boven bepaalde vrijstellingen – in lijn met de geldende spaarrentes.

Daarnaast gaat de fiscus voor overige bezittingen, waaronder beleggingen, uit van forfaitaire rendementen, waarbij een niet voor inflatie gecorrigeerd mandje van beleggingen de basis vormt. Te verwachten valt dat deze forfaitaire behandeling van bezittingen anders dan spaargeld, komende jaren significant kan afwijken van individueel genoten rendementen en het gemiddelde rendement van grote groepen beleggers.

In ieder geval wijkt het werkelijk behaalde (lees: negatieve) rendement van de meeste beleggers over 2022 sterk af van het forfaitaire rendement van 5,53 procent over dat jaar. Volgens de VEB vraagt het belastingdossier om rechtsbescherming van beleggers. De VEB heeft aangekondigd in dat kader diverse proefprocedures aanhangig te maken met betrekking tot fiscaal jaar 2022.

Een juridische toets van de Box 3-heffing over 2022 durft de regering voorlopig niet aan. Door een kunstgreep is bezwaar maken tegen de aanslag over 2022 nog niet mogelijk; dat kan pas als die definitief is opgelegd.

Een belastingplichtige die het niet eens is met een definitieve aanslag, dient binnen een bepaalde termijn zelf een bezwaar in te dienen. De staatssecretaris wil wachten met het definitief maken van de belastingaanslagen over 2022 totdat de Hoge Raad zich heeft uitgesproken over een Box 3-zaak die nu in behandeling is.

Het oordeel van de Hoge Raad in die zaak zou duidelijkheid moeten scheppen over de wetmatigheid van de spaarvariant. Het arrest wordt in het voorjaar van 2024 verwacht. Daarna zal duidelijk worden of ook beleggers daadwerkelijk rechtsherstel wordt geboden, of dat de VEB alsnog juridische stappen moet zetten.

 

Deze actie is nu open voor deelname Registreren

Relevante datum: 2022 en later
Stand van zaken: de VEB bereidt proefprocedures voor