VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Doelstelling voorlopig niet haalbaar

Op de vergadering waren 133 aandeelhouders aanwezig. Zij vertegenwoordigden 48 miljoen aandelen, waaronder 20 miljoen preferente aandelen. Van de gewone aandelen was slechts 34 procent present. De VEB liet weten 87 volmachten te hebben, maar dat door het ondemocratisch karakter van de statuten van Océ de volmachten beperkt bleven tot drie aandeelhouders.

De stemming onder de aandeelhouders was goed, wat goeddeels te danken was aan de nettowinst van 78 miljoen, 27 procent hoger dan verleden jaar, en een onveranderde dividenduitkering. De nettowinststijging werd hoofdzakelijk veroorzaakt door een lagere belastingdruk van 10 miljoen euro. Voor het lopende jaar rekent Océ op een belastingdruk van ongeveer 25 procent tegen 13 procent in 2004. De VEB vroeg of de spreiding van de r&d-activiteiten over maar liefst zes landen en tien locaties wel efficiënt is. Hierop deelde bestuursvoorzitter Rokus van Iperen mee dat de activiteiten in Amerika gesaneerd worden, maar dat dit geen zin heeft voor de r&d-activiteiten elders.

De VEB wilde van Van Iperen weten wanneer Océ haar hoge doelstellingen van 12 procent ROA en 18 procent ROE denkt te realiseren. Van Iperen verwacht deze in 2008 te kunnen waarmaken. Hij bevestigde meermaals dat hij niet tevreden is met de behaalde nettowinsten van de afgelopen jaren. Ook het eerste kwartaal van het lopende jaar was teleurstellend. Océ wil de afgenomen lease-inkomsten compenseren door autonome omzetgroei, acquisities en kostenreductie door verplaatsingen van productieactiviteiten naar Centraal-Europa en Azië. Bij een doelstelling van 18 procent rendement op het huidige geïnvesteerd vermogen zou de nettowinst 124 miljoen euro moeten bedragen. Aangezien in het eerste kwartaal slechts 9 miljoen nettowinst behaald werd en Océ pas een verbetering van de resultaten in de tweede helft van het jaar verwacht, is het duidelijk dat die rentabiliteitseis voorlopig niet haalbaar is.
Vragen over het ontslag van bestuurslid Ron Daly vanwege meningsverschillen over het te voeren beleid (kosten € 0,85 miljoen) werden door president-commissaris Joep Brentjens onvoldoende beantwoord. Dan resteert slechts de conclusie dat de selectie- en benoemingscommissie een steek heeft laten vallen.

Op het gebied van corporate governance wijkt Océ op maar liefst 13 punten af van de code-Tabaksblat. De belangrijkste afwijkingen betreffen vrijwel alle richtlijnen voor de raad van bestuur en het stemrecht voor de financieel preferente aandelen, dat niet gebaseerd is op reële kapitaalinbreng.

Het variabele-beloningsbeleid op korte termijn (bonussen) zal vanaf 2005 gekoppeld zijn aan nettowinst en ROA. Het variabele-beloningsbeleid op lange termijn (aandelenplan) zal gerelateerd worden aan koers, winst en dividend. De VEB vroeg om alle criteria te kwantificeren en bekend te maken. Het bestuur liet weten dat hierover nog discussies gaande zijn.

De VEB stemde tegen de machtiging voor de uitgifte van financieringspreferente aandelen, hoewel het oorspronkelijke voorstel van 50 procent teruggebracht werd tot 10 procent van het geplaatste kapitaal. Aangezien Brentjens zijn commissariaten heeft teruggebracht tot vijf, kon de VEB akkoord gaan met zijn herbenoeming. De VEB stemde tegen de herbenoeming van de bestuurders Stichting Administratiekantoor Preferente Aandelen.