VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Veel tumult om code

Océ is met ruim 22.000 medewerkers actief in tachtig landen en realiseerde bij een omzet van 2,8 miljard euro een netto winst van 61,5 miljoen euro. Herstructureringen als het laten vervallen van 1.450 arbeidsplaatsen, het terugtrekken uit minder renderende laag volume activiteiten en introductie van nieuwe producten hebben 75 miljoen euro opgeleverd. Zonder die operaties was Océ in de rode cijfers beland. Wisselkoerseffecten zorgen voor een omzetdaling van 7,6 procent ondanks valuta hedges die werden afgesloten om het transitierisico te beperken.

Océ moet anticiperen en reageren op veranderende marktbehoeften. Zij doet dit door consequent te investeren in onderzoek en ontwikkeling(R&D). De Research & Development kosten bleven met 212 miljoen euro (7,5 procent) gelijk aan vorig jaar en zullen in 2004 verhoogd worden. De verkoop van nieuwe geavanceerde apparaten en systemen, die Océ in 2003 ontwikkelde, steeg in het vierde kwartaal met acht procent.

In het eerste kwartaal van 2004 zet deze omzetgroei door. Océ blijft streven naar een jaarlijkse groei van tien procent. Het werkkapitaal werd autonoom met 111 miljoen euro verlaagd en de operationele kosten met 1,7 procent. De solvabiliteit is volgens Océ 31 procent, volgens de VEB berekening 29 procent. Het rendement op de totale activa (roa) ligt op 4,7 procent bij een doelstelling van twaalf procent en het rendement op eigen vermogen (roe) ligt op 8,3 procent bij een doelstelling van achttien procent. De doelstellingen blijven van kracht maar hebben een horizon tot 2007. Het eigen vermogen daalde van 9,00 naar 7,44 euro per aandeel. De vrije kasstroom bedraagt Euro 328 miljoen. De dividendpolitiek van Océ is al vijftien jaar dezelfde; ook dit jaar wordt 0,58 euro per gewoon aandeel van 0,50 euro nominaal betaald. Een enorme pay out van 83,5 procent van de netto winst.

Ondanks dat het boekjaar van 1 december tot 30 november loopt en het toepassen van de code pas in 2005 gaat gelden, besloot het bestuur direct gevolg te geven aan de aanbevelingen. De agenda bevatte twee corporate governance punten waarover gestemd kon worden. Op negen punten wil Océ afwijken van de best practice bepalingen en hiervoor vroeg de VEB verklaringen die echter niet bevredigend waren. Het bestuur werd dringend verzocht om opheldering.

Veel kritiek kregen de honoreringsvoorstellen van de remuneratiecommissie. De uitleg van de voorzitter van de raad van commissarissen was niet overtuigend; details ontbraken, de constructie was te ingewikkeld en de referentiegroep discutabel. Bovendien bleek dat de meeste aandeelhouders pas ter vergadering kennis hadden kunnen nemen van het voorstel. Andere aandeelhouders gingen in principe niet akkoord met de stijging van de honorering. Er volgden diverse voorstellen tot uitstel van het besluit die de voorzitter negeerde. Hij besloot meer dominant dan strategisch tot stemming over te gaan, eerst hoofdelijk, dat liep vast, en toen schriftelijk. Intussen ontstond er zoveel tumult dat het volgens de Telegraaf op een Poolse landdag ging lijken. Toen de chaos compleet was vroeg de VEB het administratiekantoor om een stemverklaring. Daarop schorste de voorzitter de vergadering langdurig en na heropening deelde hij mede dat het beloningsvoorstel werd ingetrokken. Op een nader te bepalen tijdstip zal het voorstel alsnog worden behandeld.

Aandeelhoudersvergaderingen zijn definitief anders geworden.