VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Nog onvoldoende Kleur

Vol vertrouwen in de toekomst presenteerde de voorzitter van de raad van bestuur, Rokus van Iperen, het verslag van Océ over 2001. De negatieve ontwikkeling in het afgelopen jaar is volgens hem grotendeels een gevolg van de vertraging in de economische groei op alle afzetmarkten. Door deze groeivertraging stelden veel ondernemingen investeringsbeslissingen uit. Hierdoor liep de verkoop van nieuwe documentsystemen, informatiesystemen en hardware terug.

De daling van de afzet van apparaten varieerde tussen 13 à 17 procent. De omzet wegens onderhoud en services steeg. Hierdoor bleef de totale omzet van Océ nagenoeg gelijk. De introducties van de nieuwe zwart/wit printer/copier en van de nieuwe kleurenprinter leverden niet de verwachte bijdrage aan het resultaat. De eerste had te lijden onder de verminderde afzet van apparaten en bij de kleurenprinter kon de productie de vraag niet bijhouden. In september 2002 zal de nieuwe fabriek, die kleurenprinters produceert, gereed zijn. De productie in 2003 kan dan tot 1000 stuks worden opgevoerd.
De winst voor buitengewone lasten bedroeg 105,1 miljoen euro en per aandeel 1,19 euro. Het dividend wordt gehandhaafd op 0,58 euro. Tijdens de vergadering kreeg men de indruk dat Océ het dividend ook in het komende jaar op dit niveau zal trachten te handhaven. Dit betekent bij de huidige koers een rendement van rond de vierenhalf procent.
Om de toekomstige winstgroei mogelijk te maken gaat Océ een herstructurering doorvoeren. Océ trekt zich terug uit de laag-volumeprintermarkt en twee divisies die met name voor de kantorenmarkt werken worden geïntegreerd. Daarbij komen duizend arbeidsplaatsen te vervallen. Verder worden producten, die Océ uit het assortiment haalt, versneld afgeschreven. Totaal heeft het bedrijf hiervoor een buitengewone last genomen van 125 miljoen euro. De herstructurering zal in 2002 een besparing van 35 miljoen euro betekenen. Dit bedrag zal oplopen tot 75 miljoen euro in 2004. Het lopende jaar zal nog geen grote verbetering in de resultaten laten zien. De verwachting is een minder gunstig eerste half jaar en een langzame verbetering in de tweede helft van 2002.
Gedurende 2002 en 2003 gaat Océ een groot gedeelte van zijn Europese financiële leaseportefeuille uitbesteden. Hierdoor wordt de behoefte aan externe financiering verminderd en komen middelen vrij om te investeren in activa met een hoger rendement. De omschakeling zal tijdelijk de winst per aandeel doen dalen maar het rendement op het geïnvesteerde vermogen zal structureel stijgen. De bedoeling is dat de uitbesteding van de leaseportefeuille in de Verenigde Staten op termijn, rekening houdend met de ervaringen in Europa, ook wordt uitbesteed.
Met deze wijzigingen in de strategie acht de directie de doelstellingen van een gemiddelde winst en omzetgroei van tien procent per jaar nog steeds haalbaar. Om de directie hiertoe te stimuleren heeft de raad van commissarissen een gewijzigd optieplan 2002 vastgesteld. Voor een beperkte groep bestuurders wordt een deel van de optierechten voorwaardelijk toegekend. De voorwaarde is dat de winst per aandeel in de drie jaar vanaf het moment van toekenning gemiddeld met tenminste tien procent groeit. Bij minder groei, maar boven de vijf procent, vervalt een deel van de optierechten. Bij een gemiddelde groei van meer dan vijftien procent verdubbelen de optierechten. In de vergadering werd opgemerkt dat de drempels voor toekenning niet erg hoog waren. Aandeelhouders zouden de lat in dit geval iets hoger leggen.