VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Een soort milieutop

De eerste aandeelhoudersvergadering van Royal Dutch Shell, de unie van Koninklijke Olie en de Shell Transport & Trading Comp., werd op twee vergaderlocaties gehouden. De hoofdlocatie was het Circustheater in Scheveningen, waar de bestuurders zich bevonden, de bijlocatie was in Londen. De aandeelhouders konden via een satellietverbinding elkaar zien en horen door middel van grote schermen op het podium. De voertaal was Engels. Op zes aangewezen plaatsen, vier in Scheveningen en twee in Londen, konden vragen gesteld worden door de aandeelhouders.

Gestemd werd op beide locaties tegelijk. Er moest over vijftien agendapunten gestemd worden: veertien opgevoerd door Shell en één geagendeerd door aandeelhouders. De bestuurders deden unaniem de aanbeveling om tegen het door de aandeelhouders ingebrachte agendapunt te stemmen. Dat voorstel ging over milieuproblemen van lokale gemeenschappen in de buurt van bedrijfsactiviteiten van Shell.

Voorafgaand aan de vergadering werd bij en rond het Circustheater heftig geprotesteerd door milieugroeperingen. De massale en luidruchtige protesten tijdens de vergadering verhinderden de normale gang van zaken. Doordat de nerveuze voorzitter Aad Jacobs, die zijn laatste Shell-vergadering voorzat, niet ingreep, werd de aandeelhoudersvergadering een soort milieutop. De ene na de andere milieuactivist claimde de microfoon. Toepasselijk in een circustheater ging het over walvissen, zalmen, beesten en planten. Weinig over olie en gas. Toen vijf milieuactievoerders achter elkaar het woord voerden, protesteerde de VEB. De aandeelhouders ondersteunden het protest met applaus en stemden later massaal tegen het vijftiende agendapunt.

De VEB kreeg na ruim drie uur vergaderen uiteindelijk het woord en stelde de bedrijfsstrategie van Shell-topman Jeroen van der Veer aan de orde. Van zijn beide doelen – meer ‘upstream’ en winstgevende ‘downstream’ – komt nog niet veel terecht. De olie- en gasproductie (upstream) loopt terug en de verkoop van olie (downstream) is gezakt van 12.214 maal duizend vaten per dag naar 10.752 per dag. De groei, de winst en de voorraden van Shell lopen achter op sectorgenoten Exxon en BP en daardoor ook de aandelenkoers. Exxon heeft een voorraad voor 14,5 jaar, BP voor 12,5 jaar tegen een bewezen voorraad van Shell van 8,5 jaar. Shell pompt meer olie op dan het olie vindt. De vervangingsratio zou 1 op 1 moeten liggen. BP scoort 100 procent, Total 97 procent en Shell 67 procent, ver onder de doelstelling van 100 procent.

Verder stelde de VEB het uit de hand lopen van de kosten aan de orde. Op het belangrijke Russische project Sakhalin II zijn de kosten al verdubbeld tot 20 miljard dollar. Het project Bonny in Nigeria kost 1 miljard dollar extra en is twee jaar te laat klaar. Het realiseren van grote projecten wordt steeds moeilijker en kostbaarder. Op de vraag van de VEB wat in kosten per vat de investeringsgrens is, bleek uit het antwoord dat die 20 dollar is. Dankzij de hoge olie- en gasprijzen blijft het geld binnenstromen om deze kosten te kunnen opvangen.

De olieprijsstijging van 40 tot 50 procent maakt het Shell tevens mogelijk om over het afgelopen jaar een mooie winst te laten zien. Goed voor de aandeelhouders, na de reserveblunder en het koersverlies als gevolg daarvan. De winst per aandeel steeg van 2,74 naar 3,79 dollar. De beloning van de uitvoerende bestuurders ging gemiddeld 45 procent omhoog. Daar kunnen de aandeelhouders nog niet aan tippen. En de accountant zag zich beloond met 47 miljoen dollar. Shell koopt dit jaar, afhankelijk van de marktomstandigheden en de kapitaalbehoefte, tot 5 miljard dollar eigen aandelen in. Dat geeft perspectief op een hoger dividend per aandeel in 2006.