VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Geen garantie voor de toekomst

De jaarvergadering begon een halfuur eerder dan gebruikelijk om ruime aandacht te kunnen besteden aan de hoog op de agenda geplaatste onderwerpen corporate gvernance en beloningsbeleid. De code-Tabaksblat wordt reeds grotendeels nageleefd. Op enkele punten wordt nog tijdelijk afgeweken. Onder andere voor de bindende voordrachten bij benoemingen van bestuursleden en commissarissen, maar president-commissaris Aarnout Loudon verklaarde desgevraagd dat dit punt dit jaar serieus nader zal worden bekeken en volgend jaar aan aandeelhouders zal worden voorgelegd.

Het beloningsbeleid voor de raad van bestuur is met ingang van 2004 gewijzigd. Bovendien is besloten dit jaar de basissalarissen niet te verhogen: de nadruk valt op variabele beloningselementen. Deze zijn voortaan voorwaardelijk, afhankelijk van de ontwikkelingen gedurende drie jaar, en bestaan uit opties en aandelenparticipaties. De opties zijn gekoppeld aan prestatiedoelstellingen. Wordt minder dan tachtig procent van de ambitieuze doelstellingen gehaald, dan vervallen de opties. De criteria worden om commerciële redenen alleen achteraf bekend gemaakt. De aandelenparticipaties zijn gerelateerd aan het totale aandelenrendement in vergelijking tot dat van een ‘peer group’ van zestien internationale chemie- en farmacieconcerns. Geen aandelen bij een lagere rangorde dan tien.

Over de operationele gang van zaken constateerde bestuursvoorzitter Hans een opmerkelijke omslag in het vierde kwartaal, namelijk 52 procent verbetering van het netto resultaat. In de eerste drie kwartalen waren dalingen van respectievelijk dertig, twintig en 23 procent opgetreden. Per saldo over het hele jaar negen procent daling bij een omzetdaling van zeven procent, geheel veroorzaakt door valutaontwikkelingen. Bijna tweederde van de omzet wordt buiten de eurozone behaald. Daarnaast was er zware druk van pensioenlasten, voornamelijk als gevolg van de historische ontwikkeling van het uit vele bedrijven ontstane concern. Ook andere factoren hadden negatieve invloed. Het meest bij Pharma en dan vooral bij de Organon, in iets mindere mate bij Intervet en Diosynth.

Een actief kostenbesparingsprogramma werd ingevoerd. Daarnaast werd de strategie veranderd. Nog steeds veel eigen research (fase I) tot het stadium van duidelijke commerciële potentie (‘proof of concept’). Daarna in fase II en fase III deels alleen verder (met alle kansen op mislukking), deels samen verder met een alliantiepartner (meer kansen en gedeeld risico van mislukking) in verdere research en/of commercieel. Licentiecontracten en royalties kunnen dan wel voor inkomsten zorgen. In de Chemicals divisie werden desinvesteringen aangekondigd. Desgevraagd noemde Wijers dit toeval. Uiteindelijke afstoting van deze divisie wordt zeker niet beoogd. De opbrengst kan in alle drie divisies worden geherinvesteerd. Anderzijds zijn ook bij Pharma en Coatings desinvesteringen mogelijk.

In het eerste kwartaal 2004 steeg het nettoresultaat zeven procent. Bij alle drie divisies boden kostenbesparingen goed tegenwicht tegen omzetdaling. Vooral Coatings groeide sterk, maar ook Pharma deed het goed, mede dankzij het managen van de productenportefeuille. Waarom ondanks de verbeteringen van de laatste twee kwartalen voor het hele jaar toch een lager nettoresultaat wordt verwacht bleef onduidelijk. Hier schortte de transparantie even!