VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Eindelijk dividend

ASML toonde vol trots de cijfers over het afgesloten boekjaar 2007. Opnieuw werden records bijgeschreven: de omzet steeg naar 3,8 miljard, een stijging van bijna 6 procent, terwijl de nettowinst steeg met 10 procent tot 687 miljoen.
Bestuursvoorzitter Eric Meurice zette uiteen dat de maker van lithografiemachines voor de chipindustrie het niet alleen financieel gezien goed doet, maar dat ASML ook strategisch prima voor de toekomst is uitgerust. Het paradepaardje, machines op basis van immersietechnologie, zorgde in 2007 voor de goede resultaten.

Immersie is een techniek waarbij chipfabrikanten in staat zijn om nog kleinere chips te makenen producenten uit een plaat silicium (de grondstof voor chips) meer chips kunnen fabriceren. Het verlagen van de kostprijs is noodzakelijk in deze markt waar hevige concurrentie heerst en de markt door een handjevol spelers wordt gedomineerd. Aan deze nieuwe machines hangt wel een prijskaartje: 30 miljoen euro. Meurice gaf dan ook op vragen van de VEB aan dat de orderportefeuille weliswaar in aantallen gemeten minder machines telt, maar dat het aantal machines uit het topsegment (de immersiemachine) toeneemt. Hierdoor blijft de portefeuille in waarde gemeten op hoog niveau. Hij stelde dan ook dat 2008 een goed jaar kan worden in omzet gemeten door de gedwongen toenemende vraag naar deze machines. Dit maakt dat ASML onafhankelijker van de voor deze markt kenmerkende cyclus is geworden.
Van de top 20 bedrijven in de chipindustrie is 90 procent klant bij ASML en mede door de technologische voorsprong groeit het marktaandeel gestaag. De Japanse markt wordt met succes betreden. Momenteel beweegt het marktaandeel zich rond de 65 procent, maar de verwachting is dat dit zeker kan doorgroeien naar 70 procent.

Meurice gaf tevens aan dat er nog twee factoren verantwoordelijk zijn voor de successtory waarin ASML zich momenteel bevindt. Allereerst het grote budget voor research en development (R&D) dat in 2007 510 miljoen euro bedroeg, een stijging ten opzichte van 2006 met ruim 23 procent. Hiermee is ASML de tweede investeerder in Nederland. Door het opbouwen van een kennisnetwerk met anderen is de spin-off nog sterker. Dit was ook een van de redenen om samen met leverancier Zeiss een crosslicentie met Canon te tekenen. Bijkomend voordeel is dat door het met elkaar delen van kennis er minder snel rechtzaken over patenten zullen ontstaan. Ten tweede draagt de sterke klantenfocus sterk bij aan de prestaties van ASML. Klanten ervaren de snelle wijze waarop ASML reageert op storingen en meedenkt met hen als erg positief. Niet voor niets kozen zij voor het vijfde achtereenvolgende jaar ASML in de top drie van beste zakenpartner.

Meurice benadrukte dat het succes van vandaag gewaarborgd moet worden door nieuwe technische ontwikkelingen. De chip zal en moet steeds kleiner worden. Nieuwe technieken die dit mogelijk moeten maken en waarmee ASML volopbezig is,zijn een machine met vloeistof in de lens waarmee de chips nog nauwkeuriger zijn te brandenen de EUV machine. EUV staat voor extreem ultra violet. Dit licht is nodig om kortere golflengten te krijgen waardoor weer kleinere structuren ontstaan voor weer kleinere chips. Samen met Zeiss worden nu spiegels ontwikkeld die dit licht kunnen reflecteren. ASML verwacht dat deze machine in 2015 in productie kan worden genomen. Op vragen over andere spelers in de markt die onderzoeken of andere technieken toepasbaar zijn, werd geantwoord dat ASML de ontwikkelingen volgt maar niet verwacht dat deze machines in het volumesegment als concurrerend zijn te beschouwen.

Over het in 2007 geacquireerde Brion, gaf Meurice aan dat dit Amerikaanse bedrijf zeker niet op armlengte in ASML wordt gepositioneerd, maar geïntegreerd in het totaal wordt opgenomen. De aanverwante markt om de lithografische machine heen, waaronder controleprocessen en softwareontwikkeling, vormen strategische uitbreidingsmogelijkheden. Kleinere overnames in dit veld werden niet uitgesloten alhoewel er volgens Meurice op dit moment niets concreet speelt.

Nu ASML een stabieler bedrijf is geworden wordt voor het eerst in haar 24-jarig bestaan overgegaan tot uitkering van dividend. Per aandeel zal 0,25 eurocent worden uitgekeerd wat neerkomt op een payout van 16 procent. Aangegeven werd dat ASML het voornemen heeft deze lijn in de toekomst te willen handhaven en zich wil richten naar het gemiddelde wat in haar markt gebruikelijk is, ongeveer 20 procent. Ook wil ASML doorgaan met de inkoop van aandelen indien de kasmiddelen boven het gewenste niveau van 1 tot 1,5 miljard uitkomen. Deze buffer is vooral bedoeld om in een aantrekkende markt de productie te financieren.

De VEB liet zich duchtig gelden in de discussie omtrent het voorgestelde nieuwe beloningsvoorstel voor de raad van bestuur. De VEB is van mening dat een toename van de bonusuitkering bij ‘at target’ presteren (15,6 procent) te veel van het goede is. President-commissaris Arthur van der Poel betoogde dat het beloningsbeleid aanpassing behoefde omdat benchmarking aantoonde dat het verschil met andere ondernemingen inmiddels te groot zou zijn. De VEB gaf aan dat dit ‘naar elkaar kijken’ leidt tot een “haasje over effect”. Ook constateerde de VEB dat ASML met dit nieuwe beloningsbeleid op diverse punten in strijd handelde met de code Tabaksblat en de aanbevelingen van de commissie Frijns. Met name op het gebied van het inzichtelijk maken van de concrete prestatiecriteria laat ASML flinke steken vallen. Helaas kreeg de VEB in haar kritiek geen steun van andere grote aandeelhouders, waardoor het beloningsbeleid toch werd aangenomen.

Op vragen over de ontwikkelingen in de markt en meer specifiek de resultaten van ASML over het eerste kwartaal, verwees Van der Poel naar de presentatie van deze cijfers op 16 april. De verwachtingen zijn hoog gespannen.