VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Rampzalig 2002

Voor Ballast Nedam was 2002 een rampzalig jaar. Gedurende het tweede halfjaar is de continuïteit ernstig in gevaar gekomen. In september 2002 en februari 2003 had het bestuur haar aandeelhouders en certificaathouders al geïnformeerd over de situatie. De vergadering van september stond in het teken van de verkoop van het belang in de bagger joint venture Ballast Ham Dredging. Verkoop was noodzakelijk om de obligatielening te kunnen aflossen.

Daarnaast werd in die vergadering ook duidelijk hoe groot de problemen waren bij de internationale activiteiten. Bij de halfjaarcijfers 2002 moest Ballast hiervoor een voorziening van 100 miljoen euro nemen. Tijdens de vergadering van februari werd nadere informatie gegeven over de toekomst van Ballast Nedam. De risicovolle buitenlandse activiteiten werden volledig gescheiden van de winstgevende Nederlandse activiteiten. Tevens werd een toelichting gegeven op de extra getroffen voorzieningen. Het ging om een voorziening voor de internationale activiteiten, maar ook om een extra pensioenvoorziening van 38 miljoen euro, grotendeels als gevolg van het afromen van 25 miljoen euro in 1999 en 2000, en 10 miljoen euro door de forse koersdaling in 2002 van het aandeel Ballast Nedam.

In het jaarverslag geeft Ballast Nedam als oorzaak voor de problemen bij de internationale activiteiten: de verhullende managementcultuur die veel te laat aan het licht kwam. Volgens het bestuur waren de richtlijnen voor het managementinformatiesysteem duidelijk en helder. Dit kan wel het geval zijn geweest, maar het afgeven van instructies is nog geen zekerheid dat het systeem adequaat wordt gebruikt. Het bestuur van Ballast Nedam blijkt geen goede controlepunten te hebben ingebouwd om te beoordelen of de richtlijnen op een juiste wijze werden nageleefd. Daardoor ontstond vanzelf de verhullende managementcultuur.

De grote projecten van Ballast International worden afgerond. Grote nieuwe projecten worden niet meer aangenomen. In februari heeft Ballast het Maleisische project beëindigd en tijdens de aandeelhoudersvergadering maakte zij bekend dat ook het Ierse project op korte termijn wordt beëindigd. Daarmee resteren nog drie projecten, waarvan één boven verwachting presteert. Bij Ballast Plc is de reorganisatie zo goed als afgerond, daarmee kan de verkoop van deze activiteiten op niet al te lange termijn gaan plaatsvinden. Het bestuur wil geen termijn verbinden aan de verkoop, maar voor februari 2004 zal daarover toch meer duidelijkheid moeten zijn. Op dat tijdstip lopen de bankfaciliteiten van in totaal 75 miljoen euro ten einde.

In februari werd ook bekend dat een bod was uitgebracht op de Nederlandse activiteiten door financieringsmaatschappij Egeria. Op 21 februari bereikten de partijen overeenstemming op hoofdlijnen. Begin april liepen de overname onderhandelingen vruchteloos ten einde. Verklaringen hiervoor wensen de partijen niet te geven. Blijkbaar is Egeria tijdens haar boekenonderzoek op verrassingen gestuit. Ballast Nedam beweert dat er geen verrassingen naar voren zijn gekomen over ontwikkelingen van projectresultaten, pensioenen of het onderzoek van de NMa naar aanleiding van de bouwfraude.

De meeste Ballast Nedam beleggers hebben certificaten in plaats van aandelen. Dit betekent dat zij geen stemrecht kunnen uitoefenen en dus geen wezenlijk invloed hebben op het te voeren beleid. Het administratiekantoor stemt namens de certificaathouders. Voorafgaand aan de stemming over de goedkeuring van de jaarrekening en décharge van het bestuur en commissarissen gaf het administratiekantoor aan dat zij voor deze twee agendapunten zou stemmen. De VEB had, mede namens haar volmachtgevers, tegen décharge willen stemmen en adviseerde daarom het administratiekantoor toch haar stemoordeel over décharge in heroverweging te nemen. Helaas.