VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

In herstructurering

Batenburg Beheer is al sinds 1999 aan het herstructureren en zal dat ook in 2002 blijven doen. In 1999 werd de tot dan toe jarenlange groei (met een gemiddelde van 12,5%) doorbroken. Toen werd een eerste grote reservering gedaan voor herstructurering. In 2000 kon door een grote overname de omzet weer worden opgevijzeld; herstructurering bleef echter noodzakelijk. In 2001 werd wederom voor het jaar 2002 gereserveerd. De kosten voor herstructurering zijn bij benadering voor 2000: 436.000 euro, voor 2001: 722.000 euro en voor 2002: ten minste 637.000 euro.

De resultaten van 2000 stemden nog optimistisch; in 2001 bleek het niet mogelijk dat niveau te handhaven. Oorzaken waren de teruglopende economie in het algemeen en de gevolgen van 11 september in het bijzonder. De investeringsbereidheid nam sterk af en met name de technische handelsondernemingen en die in data en telecom zagen hun omzet afnemen.

Batenburg onderscheidt de sectoren Handel (welke voor 35% bijdroeg in het resultaat) en Installatie (welke voor 65% bijdroeg). De herstructurering vindt voornamelijk in de sector Handel plaats. Voor Batenburg is investeringsbereidheid een extern en nauwelijks beïnvloedbaar gegeven maar intern doet men er veel aan om doelmatigheid en winstgevendheid te verbeteren. Als bij de handelsbedrijven de vraag weer aantrekt kan daardoor de relatieve bijdrage in het rendement van het gehele concern toenemen.

Bij de installatiebedrijven hanteert men een doelstelling van tenminste 15 procent op het geïnvesteerde vermogen. Deze sector deed het in 2001 goed, echter was aan het eind van het jaar de portefeuille minder gevuld, maar wel was er een goede geografische spreiding. In deze sector neemt de prijsconcurrentie toe en er is sprake van een verslechtering van het betalingsgedrag . Het grote aantal freelance medewerkers maakt de projecten enerzijds wel wat duurder; aan de andere kant heeft het ook voordelen om het personele bestand enigszins met de behoefte te kunnen laten meegroeien en inkrimpen.

Batenburg zet voor 90 procent om in Nederland, 7 procent van de omzet wordt behaald in België en Luxemburg; 3 procent daarbuiten. Het bestuur gaat toename van de buitenlandse omzet niet uit de weg (met name blijft Duitsland in de belangstelling) maar verdergaande internationalisering wordt niet bewust nagestreefd. Batenburg voert een pragmatisch beleid ten aanzien van acquisities (“al naar gelang van wat zich aandient”).

Desgevraagd werd meegedeeld dat de up-to-date interne managementinformatie een publicatie van kwartaalcijfers niet in de weg zou staan, maar dat langlopende projecten (die traditioneel tot de omzet worden gerekend in het jaar waarin wordt opgeleverd) en andere (seizoen)factoren een vertekend beeld geven. Door aandeelhouders werd daarop gepleit voor extra publicaties (naast die van de halfjaarcijfers in augustus) in mei en november van een niet-cijfermatig verslag waarin belangrijke gebeurtenissen, zoals grote opdrachten, omvangrijke opleveringen, overnames en desinvesteringen, in het voorafgaande kwartaal op een rijtje worden gezet en waarin wordt aangegeven in hoeverre prognoses juist waren of moeten worden bijgesteld.

Voor 2002 is de prognose onzeker. Over de ontwikkeling op langere termijn is Batenburg redelijk optimistisch: een aantrekkende Nederlandse economie zal zijn positieve uitwerking op omzet en winst van de groep niet missen.