VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

President-commissaris over de schreef

Thema van Tulips jaarverslag 2005 is "Evolving Communication", vrij vertaald de voortgang van communicatie. Maar in de praktijk hebben directeur en commissarissen aan communiceren geen boodschap. De saaie presentatie van directeur Elbertse was de tekst van het jaarverslag en de beantwoording van vragen bleef steken in algemeenheden.

Vorig jaar kregen aandeelhouders een onwaarschijnlijk scenario voorgeschoteld. In 2006 moest de omzet van Tulip zijn gegroeid tot 400 à 500 miljoen euro, waarvan ten minste 100 miljoen door autonome groei. Toen eind 2005 de overnamesoap van Begemann begon en aandeelhouders van Begemann naast een contant bedrag ook nog aandelen Tulip zouden ontvangen, was de vraag of die doelstelling nog altijd overeind stond. Uiteindelijk kwam Tulip met een persbericht waarin de omzetdoelstelling werd herhaald, zij het dat er nu liefst drie jaar voor wordt uitgetrokken omdat gesprekken met acquisitiekandidaten op niets waren uitgelopen!

En hoe staat Tulip er nu voor? Volgens Elbertse stond 2005 vooral in het teken van organische groei. De totale omzet is uitgekomen op 42,8 miljoen euro (2004: 43,8 miljoen euro) en het resultaat na belastingen op ruim 6 miljoen euro (2004: 4,7 miljoen). In 2004 was de omzet enorm vertekend door een dubieuze verantwoording van de verkoop van het merkenrecht Commodore aan Yeahronimo (nu Commodore International Corporation, CIC). Dat leverde een extra ‘papieren’ opbrengst op van 14,6 miljoen euro, terwijl toen pas 1 miljoen euro was ontvangen! Ook in 2005 blijkt de omzet flink opgepoetst door de vordering te herwaarderen.

De disconteringsvoet voor toekomstige ontvangsten – vorig jaar liefst 12,5 procent – was nu verlaagd waardoor 4 miljoen euro aan de omzet kon worden toegevoegd. "Er was meer duidelijkheid over de ontwikkeling van CIC en het potentieel van het merk Commodore," aldus Elbertse. En dus is de transactie op basis van deze "nieuwe inzichten" en de "reeds ontvangen bedragen" (tot op heden slechts 1,25 miljoen euro) geherwaardeerd. De gedachte lijkt te zijn geweest dat je een hoge disconteringsvoet later altijd nog kunt verlagen om additionele omzet te kunnen bijschrijven. Accountant FAG, die in de vergadering werd herbenoemd, zei van bestuur en commissarissen afdoende informatie over CIC gekregen te hebben om ook onder dit staaltje creatief boekhouden een handtekening te zetten.

De VEB uitte haar ongenoegen over het uitblijven van concrete doelstellingen voor het huidige boekjaar. Als de omzet binnen drie jaar moet vertienvoudigen, moet je een zeker tijdspad kunnen presenteren met zogenaamde ‘interim-targets’. Vage bewoordingen als "het verbeteren van financieel rendement", "toename van de omzet", en het "vergroten van de kwaliteit van het eigen vermogen" waren volstrekt onacceptabel. Het aandringen van de VEB deed president-commissaris Deleye uit zijn slof schieten. Hij betichtte de VEB ervan de orde te verstoren en dreigde nota bene met verwijdering uit de zaal door de politie!

Het jaarverslag bood overigens wel een ander inzicht. Deleye blijkt namelijk tot maart 2006 Tulip te hebben geadviseerd over "strategische financieringsvraagstukken". Alleen al over 2005 heeft hij hiervoor liefst 286.000 euro, exclusief onkosten, in rekening gebracht en daarmee was hij Tulips best betaalde kracht. Maar er is meer. Uiteindelijk was de conclusie van zijn werkzaamheden blijkbaar dat hij Tulip zelf wel kan financieren. Wel zo makkelijk vond Elbertse: "wij denken tenminste hetzelfde." Via zijn vennootschap Begebel heeft Deleye een lening verstrekt aan Tulip van 3,25 miljoen tegen een rente van 8,25 procent en hij staat ook nog eens persoonlijk garant voor een kredietfaciliteit aan een Tulip-dochter tegen een jaarlijkse borgstellingspremie van 3 procent. Belangenverstrengeling in optima forma dus.

Vond Deleye dergelijke praktijken wel rijmen met zijn taak als toezichthouder? Hij zag geen enkel probleem. Als aandeelhouders een andere mogelijkheid wisten, moesten zij deze maar kenbaar maken. Een van de meest fundamentele beginselen van goed ondernemingsbestuur wordt dus bij Tulip met voeten getreden: geen scheiding tussen bestuur en toezicht. Décharge voor zowel het gevoerde bestuur als het gehouden toezicht kon natuurlijk onmogelijk worden verleend.