VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Ondermaatse prestaties

Met een omzetstijging in 2007 van 2,8 procent en een brutowinst van 0,9 procent presteerde Unilever in Europa ondermaats. In Noord- en Zuid-Amerika steeg de omzet slechts met 4,1 procent en ging de brutowinst teleurstellend met 9,5 procent omlaag. Alleen in de regio’s Azië en Afrika scoorde Unilever plussen. De doelstelling van 15 procent voor de brutowinstmarge werd in geen van de continenten gehaald. Hetzelfde geldt voor het rendement op geïnvesteerd vermogen.

Waar de markt moeilijk is, in Europa en de Amerika’s, en waar vernieuwend en voortvarend gewerkt moet worden, is er te weinig vooruitgang. De VEB zette de resultaten van de concurrentie naast die van Unilever en vergeleken met Nestlé staat Unilever stil. De VEB kan zich niet aan de indruk onttrekken dat het bedrijf vooral met zichzelf bezig is. De focus schijnt te liggen op herstructureringen en veranderingsprogramma’s. Minder op groei en dat is al jaren zo.
“Monsieur Cescau, l’histoire se répete”, zei de VEB tegen de Franse bestuursvoorzitter. Sinds 2001 krijgt de aandeelhoudersvergadering hetzelfde verhaal te horen, wordt verandering en verbetering van de resultaten gepredikt. Eerst was het de ‘Weg naar groei’ die een jaarlijkse groei van 5 tot 6 procent moest brengen. Die weg werd nooit gevonden. Nu is het ‘Plan 2010’, weer met veel mooie woorden en plannen.

Maar de aandeelhouders willen mooie cijfers en resultaten. Het nieuwe concept van centralisatie en integratie moet zich nog bewijzen.
Doelstellingen zijn nodig, maar het gaat de kapitaalverschaffers om het werkelijk leveren van resultaten omer in te geloven. Gezien het koersverloop van de laatste vijf jaar kan Unilever de beleggers met haar plannen niet overtuigen. Stond de koers in 2003 op rond 20 euro, vandaag de dag is die rond 21,50 euro. Een koersstijging van 1,50 euro in vijf jaar. De TSR-groei (koerswinst en dividend) van Unilever over dezelfde periode is 35 procent lager dan van een gemiddeld AEX-fonds.

De VEB vroeg, zoals ieder jaar, waardoor de groei in Europa en de Amerika’s negatief wordt beïnvloed. Toenemende concurrentie huismerken? Groei van discounters? Economische situatie? En zoals ieder jaar kwam het antwoord: “er is geen reden tot zorg, al zijn wij wel attent”. Is de stijging van de grondstoffenprijzen en de verpakkingskosten een bedreiging voor de winstmarge? Kostenbesparing, deels doorberekenen van de gestegen kosten en productinnovatie moeten die aantasting voorkomen, aldus Cescau. Bij doorberekenen kan marktaandeel verloren gaan.Een ander heet hangijzer dat ieder jaar terugkomt, is de certificering van de aandelen. De VEB las in het jaarverslag “Unilever heeft geen beschermingsconstructies” en vroeg het bestuur “hoe durft u?”.

De eminente oud-bestuursvoorzitter van Unilever, Morris Tabaksblat, heeft een code voor goed ondernemingsbestuur geschreven. Daarin wordt certificering van aandelen een permanente beschermingsconstructie genoemd. Het systeem is een aantasting van de democratische rechten van de aandeelhouder. Dit bleek andermaal in de vorig jaar gehouden aandeelhoudersvergadering waarin het Administratiekantoor (AK) niet in het belang van de certificaathouders stemde toen het beloningsplan 2007 op de agenda stond. Het AK heeft nog nooit tegen een bestuursvoorstel gestemd.

De VEB kwam met haar standpunt tegen certificering in felle discussie met de voorzitter Jacques Schraven (voormalig voorzitter VNO-NCW) van het AK, die stelde dat de certificering bij Unilever volgens de code correct was. Vanachter de bestuurstafel kwam, toen de VEB vroeg hoe lang de certificering nog in stand wordt gehouden, een duidelijk antwoord. De certificering zal afgeschaft worden zodra er een oplossing, dus een akkoord, is voor de door Aegon en ING gehouden preferente aandelen die een onevenredig hoog stemrecht hebben. De presentie op de jaarvergaderingen, een ander criterium, staat opheffing niet langer in de weg.
Naar aanleiding van de hoge beloning van de nieuwe financiële topman Jim Lawrence kwam het beloningsbeleid aan de orde. Wat de VEB vorig jaar bij het nieuwe beloningsplan al vreesde is bewaarheid geworden: de bonusregeling werd ondanks gemaakte afspraken fors opgerekt. Het plan geeft namelijk aan de remuneratiecommissie de discretionaire bevoegdheid om van de regels af te wijken. De afspraak was een limiet van 180 procent van het basissalaris van de bestuurders aan voorwaardelijk toe te kennen aandelen. De limiet is nu echter al verhoogd naar 340 procent.

De norm voor extra bonus lag op 150 procent en is tot 160 procent verhoogd. Bovendien heeft Lawrence 1 miljoen euro cash en aandelen ter waarde van 2,5 miljoen euro extra gekregen voor zijn indiensttreding. Deze verhoging van de beloning van de cfo zal ongetwijfeld gevolgd worden door de andere bestuursleden. Dat noemde de VEB “de haasje-overregel”.
Met het nieuwe beloningsplan wilde Unilever de regels eenvoudig te begrijpen maken.

Maar met een basissalaris, pensioenregeling, korte termijnbeloning, Global Share Incentive Plan en Share Matching Plan is dat voor de aandeelhouder nog absoluut zeker niet het geval. Zo verdiende ceo Cescau geen 4,06 miljoen euro, zoals blijkt uit de jaarrekening, maar volgens berekeningen van de VEB 6,5 miljoen euro. De relatie met de gerealiseerde resultaten is volledig onduidelijk: het heeft alles van een hoge beloning voor een matige prestatie.
Overigens telt het uitvoerende bestuur van Unilever met het aftreden van Kees van der Graaf (president Europa) telt voor het eerst in de 78-jarige geschiedenis geen Nederlander meer.