VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Commissarissen bijna op sterkte

Het enige punt op de agenda van deze buitengewone vergadering van aandeelhouders was de benoeming van een vierde commissaris. Nadat op 13 maart 2006 drie commissarissen afgetreden waren, waren er nog twee commissarissen over, terwijl Rob van Loon slechts tijdelijk zou aanblijven, omwille van de continuïteit van de vennootschap. Eigenlijk was dus alleen Van der Vorm, namens grootaandeelhouder Hal, over.

Aan het aftreden van de drie commissarissen lag de onvrede over de benoemingsprocedure van de bestuursvoorzitter ten grondslag. Op 13 maart 2006 geschiedde die benoeming nog door de raad van bestuur. Bij vrijwel alle beursgenoteerde ondernemingen is de benoeming van de bestuursvoorzitter een bevoegdheid van de raad van commissarissen. Dat zat er, aldus oud-bestuursvoorzitter Van Gelder destijds, bij Boskalis "in het belang van de vennootschap" niet in. Dat zegt iets over het geloof in de capaciteiten van de commissarissen.

Na 8 mei 2006 is de benoeming van de bestuursvoorzitter nog steeds geen bevoegdheid van de raad van commissarissen. Gekozen is voor een zeldzame tussenvorm: de bestuursvoorzitter wordt in een gezamenlijke vergadering van bestuur en commissarissen benoemd. Deze oplossing was voldoende voor Rob van Loon om aan te blijven als (president-)commissaris en voor Bert Heemskerk, bestuursvoorzitter van Rabobank Nederland, om op 16 juni 2006 het commissariaat te accepteren.

De benoeming van Marcel Niggebrugge, financieel directeur van de Nederlandse Spoorwegen, was in deze vergadering aan de orde. Hem konden we niet vragen of die tussenvorm voor hem blijk geeft van voldoende vertrouwen in de commissarissen, want hij was niet ter vergadering aanwezig. Volgens Berdowski is er met dat vertrouwen niets mis. De bestuursvoorzitter wordt gekozen in een gezamenlijke vergadering, waarbij iedere aanwezige één stem heeft. Nu de raad van commissarissen uit vier man bestaat en de raad van bestuur uit twee, heeft de raad van commissarissen het de facto voor het zeggen. In de praktijk geen verschil met de ‘normale’ gang van zaken, als iedereen de moeite neemt om de gezamenlijke vergadering bij te wonen tenminste. De vraag blijft waarom het vertrouwen kennelijk niet zover gaat, dat die benoemingsbevoegdheid dan ook statutair volledig bij de raad van commissarissen neergelegd wordt. Die vraag werd helaas niet beantwoord.