VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Omdat de wet het niet verbiedt…

In het jaarverslag over 2004 schrijven commissarissen en directie van wetenschappelijke uitgeverij Brill dat "... een beursgenoteerde onderneming van bescheiden schaal zoals Brill heel wel in staat is de moeite en kosten op te brengen die nodig zijn om juridisch advies te vragen en bestuurlijke expertise bij het werk te betrekken". Dit laatste betreft de invoering van de corporate-governanceregels. Van de toepassing van de regels wordt een positieve uitwerking verwacht, aldus het jaarverslag. Op zeer belangrijke punten wordt echter van de code-Tabaksblat afgeweken.

Brill heeft al sinds begin vorige eeuw een beursnotering; eerst op de incourante en sinds 1997 op de officiële markt. Toch heeft het er alle schijn van dat Brill zich als beursgenoteerde onderneming ongemakkelijk voelt. Vorig jaar deed de directie in een interview in De Telegraaf de uitspraak: "We zijn geen smallcap, maar een microcap". Vol trots worden in dat artikel de beschermingsconstructies gememoreerd. Er wordt zelfs vrij schaamteloos bekendgemaakt dat Brill ook in het post-Tabaksblat-tijdperk certificering als beschermingsconstructie handhaaft.

De ingehuurde juridische adviseurs hebben hiervoor de volgende motivatie gevonden: de wet houdt de mogelijkheid van de beschermende werking door certificering open en dus staat het de onderneming vrij om hiervan gebruik te maken. In strijd met de code-Tabaksblat en in afwijking van de overgrote meerderheid van de beursgenoteerde ondernemingen. Ondanks de oppositie in de vergadering bleek het bestuur niet bereid hier verandering in te brengen. Het administratiekantoor zweeg in alle talen. In het najaar is echter een certificaathoudersvergadering gepland, waarop het bestuur zich wel zal moeten verantwoorden. Ook voor de wijzigingen in de statuten en de administratievoorwaarden die vlak voor de aandeelhoudersvergadering werden doorgevoerd, zonder raadpleging van de belanghebbende certificaathouders.

Brill is overigens voldoende beschermd met de mogelijkheid tot uitgifte van preferente aandelen en met statutaire prioriteitsrechten (benoemingen, voordrachten en dergelijke) die aan de zogenaamde gecombineerde vergadering van commissarissen en directie worden toegekend.

Bovenstaande bestuurlijke minpunten doen geen recht aan de onderneming Brill zelf. Uit de positieve cijfers blijkt al dat de gang van zaken in 2004 goed was. Er was sprake van een sterke autonome groei, Martinus Nijhoff is volledig geïntegreerd, er is een nieuw gebouw betrokken en de logistiek (orderadministratie en magazijn) is geheel uitbesteed. Al met al een goede basis voor een toekomst, waarin Brill zich door overnames verder wil versterken. In de vooruitzichten spreekt het bestuur zich positief uit over de mogelijkheden daartoe.