VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Afscheid van De Kreij

Corio is een vastgoedfonds dat 6,5 miljard euro heeft belegd in winkels en kantoren in haar kernmarkten Nederland, Frankrijk, Italië, Spanje en Turkije. Door met name de waardestijging van de portefeuille met 600 miljoen euro was 2007 een uitstekend jaar, waarin het resultaat met 25 procent is gestegen.

Corio wil haar kantorenportefeuille van 1,1 miljard euro afbouwen en als winkelfonds doorgaan. Daags voor de vergadering werd bekendgemaakt dat de kantoren in Nederland voor een bedrag van 650 miljoen euro zijn verkocht, 1,7 procent onder de boekwaarde. Gezien vanuit financieringsoogpunt lijkt de timing van deze verkoop vreemd, ultimo 2007 was er nog een financieringsruimte van 1,8 miljard euro. Daarnaar gevraagd zei bestuursvoorzitter Jan de Kreij dat deze verkoop het sluitstuk was van een langer verkoopproces dat is begonnen met meer dan honderd partijen. Ook zei hij dat de opbrengst nu welkom is omdat hij zich niet ‘met de rug tegen de muur’ wil laten zetten door de banken die momenteel een opslag hanteren van 2 à 3 procent op de marktrente.

Naar deze afscheidsvergadering van De Kreij waren slechts 25 beleggers gekomen om de lovende woorden van president-commissaris Bas Vos aan te horen. Vos roemde De Kreij om zijn tomeloze inzet – in de afgelopen vijf jaar nooit een dag ziek of op vakantie – en om het inbrengen van het ondernemersschap in Corio. In Corio-termen heet dit ondernemersschap ‘de pijplijn’. Het jaarverslag staat er zo vol mee dat je als lezer de indruk krijgt bij een oliemaatschappij te zijn beland. De pijplijn heeft betrekking op projecten die Corio zelf ontwikkelt en de komende jaren naar de portefeuille moeten vloeien. Veel andere vastgoedfondsen zijn voor uitbreiding van de portefeuille afhankelijk van de aanbiedingen van onroerend goed door andere partijen. Het opzetten van deze pijplijn was volgens Vos ‘het kindje’ van De Kreij. Dit blijkt ook uit het voorwoord van De Kreij waarin hij aangeeft dat hij het betreurt en teleurgesteld is dat de aandeelhouders geen enkele waarde toekennen aan deze pijplijn.

Volgens de VEB is dat niet zo gek omdat tot nu toe de investeringen in deze pijplijn lager zijn dan de investeringen in de huidige portefeuille en ook lager dan de aankopen. Verder bedraagt de investering van 100 miljoen euro in 2007 slechts 23 procent van de begrote investeringen, wordt niet toegelicht wat de reden is van dit achterblijven en wordt geen informatie verstrekt over de rendementen van de opgeleverde pijplijn projecten. Vos heeft toegezegd om in het volgende jaarverslag een beter evenwicht te bewaren tussen de verschillende investeringen die bijdragen aan de portefeuille. Benieuwd of dan door Gerard Groener, de opvolger van De Kreij, ook lucht uit deze pijp wordt gelaten. In 2007 is er namelijk voor 1,8 miljard euro aan projecten toegevoegd. Hierdoor heeft De Kreij afscheid kunnen nemen met de prognose dat Corio binnen vijf jaar een portefeuilleomvang van 10 miljard euro zal bereiken. Daarmee is de lat voor Groener hoog gelegd. Terwijl De Kreij in de afgelopen jaren slechts 110 miljoen euro per jaar uit de pijplijn wist te halen, mag zijn opvolger er 700 miljoen euro per jaar uit persen.

Voor Groener is Koninginnedag 2008 een bijzondere dag, want op deze dag is zijn arbeidscontract, dat op 1 mei ingaat, getekend. Dit tijdstip is gekozen om het arbeidscontract te kunnen baseren op het remuneratiebeleid 2008 dat op 29 april 2008 ter goedkeuring aan de aandeelhouders is voorgelegd. De VEB heeft tegen het remuneratiebeleid gestemd omdat hierin alleen kwalitatieve omschrijvingen zijn opgenomen en de VEB het wenselijk vindt dat de onderneming meer concrete gekwantificeerde criteria vooraf verstrekt. De vorig jaar in de vergadering gedane toezegging aan de VEB bleek niets waard, want de precieze doelstellingen weigert Corio ook nu te geven. Of zoalsWim Borgdorff, voorzitter van de remuneratiecommissie, het verwoordde: “U kan toch (anderhalf jaar later) op basis van het jaarverslag oordelen of wij het goed gedaan hebben”.