VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Opruiming van Tóth’s boedel

Tijdens de uitgestelde jaarvergadering van De Vries Robbé Groep (DVRG) kwamen niet alleen de jaarcijfers over 2007 aan de orde, maar ook de plotselinge desinvestering van internetwinkel Shops at Work. Dit zelfverklaarde groeipareltje wordt nu met een boekverlies van 3,4 miljoen euro verkocht aan voormalig eigenaar Geert Budel. Hij is sinds juni 2007 ook directievoorzitter bij DVRG.

Op indringende vragen van aandeelhouders kwamen redelijk openhartige antwoorden en ook het jaarverslag was verbeterd in de zin van uitvoerigheid en transparantie. Uit de presentatie van Budel werd snel duidelijk dat het roer weer helemaal om gaat. De tijdens de jaarvergadering van 2007 uiteengezette strategie die zich zou richten op online retail is nooit van de grond gekomen. Daarvoorwas de strategie in 2005 overigens gericht op vastgoed, telecom en participaties, terwijl in 2006 opeens infrastructuur als speerpunt werd gepresenteerd. Op zijn zachts gezegd zwalkend beleid dus. Dit is volgens Budel veroorzaakt door het faillissement van de in 2007 verworven drukkerij Leiter Nijpels, het voornemenvan voormalig directeur en grootaandeelhouder George Tóth om een groot deel van zijn aandelenpakket op de markt te brengen alsmede een sterke vertraging bij het te gelde maken van het onroerend goed.

Voor de overname van de meerderheid van de aandelen van Leiter Nijpels was een due diligence onderzoek verricht waarbij onder meer de liquiditeitskrapte aan het licht was gekomen. Zonder medeweten van de rvc, onder aanvoering van wijlen president-commissaris Nieuwenhuizen, had de directie van DVRG garanties afgegeven tot een totaal van 390.000 euro aan toeleveranciers en de bankinstelling van Leiter Nijpels. Na de participatie begon een van de crediteuren aanvullende garanties te eisen en toen DVRG vervolgens in de boekhouding een aantal onregelmatigheden ontdekte - die volgens Van der Maarel alleen bij een diepgaand onderzoek en niet bij een “regulier” due diligence onderzoek konden worden opgespoord - besloot DVRG geen aanvullende garanties te verstrekken. Uiteindelijk heeft deze crediteur toen het faillissement van Leiter Nijpels aangevraagd. De rvc stelde desgevraagd openhartig dat ook indien zij op de hoogte zou zijn geweest van de garantiestelling waarschijnlijk toch toestemming zou hebben gegeven voor de aankoop van de drukkerij. Ook gaf Houweling aan dat de rvc er vanaf heeft gezien de verleende garantie op Tóth te verhalen vanwege de langdurige juridische processen en de kosten die dit met zich mee zou brengen.

In februari 2007 breidde DVRG haar belang in Shops at Work uit tot honderd procent door de resterende vijftig procent van de aandelen over te nemen. De trager dan gepland verlopende desinvestering van het onroerend goed en de overboeking aan Leiter Nijpels van bijna 400.000 euro van de toch al beperkte liquide middelen, zorgden voor een te krappe financiering van Shops at Work in 2007. Dit werd ten dele opgelost door een kasgeldlening van de directie van Shops at Work en een lening van de nieuwe grootaandeelhouder Westhill. Desalniettemin leidde het geldtekort tot aanpassing van het beleid van Shops at Work. De slechte naam van DVRG werkte in het nadeel van Shops at Work. Bovendien waren de door de kredietverzekeringsmaatschappij verstrekte limieten aan toeleveranciers te krap.

Om de verkoop van Shops at Work te verantwoorden gaven Houweling en aanstaand directeur Rolf Sickman een schets van de huidige situatie. In 2008 is wederom onroerend goed verkocht ter waarde van 3,4 miljoen euro voor nagenoeg de boekwaarde, waardoor de totale portefeuille niet meer verlieslatend is geworden. Ook de negatieve kasstroom was met gerichte maatregelen teruggebracht tot een beperkt verlies. Na de verkoop van Shops at Work, dat in 2007 niet aan de verwachtingen voldeed door verlieslatend te zijn, zal een positieve kaspositie overblijven mits de banken willen meewerken aan een correcte aflossing en niet een overmatig deel van de opbrengst opeisen. Op vragen van de VEB werd uitvoerig stilgestaan bij de optie om niet Shops at Work te verkopen, maar slechts de onroerend goed portefeuille. Volgens Budel brengt de bedrijfsvoering van DVRG op basis van louter Shops at Work te grote risico’s met zich mee. Zij zou nog een aantal jaren verlieslatend zijn, wat aanvullende financiering zou vragen en bij de minste of geringste tegenslag (ook bij consumenten) zou DVRG geen middelen meer hebben om deze op te vangen.

In juli van dit jaar werd aan consultant Boer & Croon gevraagd een mede-investeerder (49 procent van de aandelen) te vinden voor Shops at Work. Hiervoor zijn 34 partijen benaderd die het voorstel allemaal hebben afgewezen vanwege het langdurig verlieslatende bedrijfsmodel van Shops at Work. Uiteindelijk bleek alleen een totale verkoop aan Budel realiseerbaar. Dit besluit betekende ook het aftreden van Budel en Tóth-secondantVan der Maarel.
De VEB was van mening dat DVRG een fout had gemaakt door tegelijkertijd zowel in Leiter Nijpels als in Shops at Work te investeren. Houweling en zijn medecommissaris Cees van Steijn gaven de VEB daarin gelijk. Acquisities doen is een vak en DVRG beheerst dat niet. Bovendien ontbrak een consistente en heldere strategie voor de bedrijfsvoering waarin overnames een belangrijke rol speelden. Vanaf vorig jaar zouden online retail en drukkerijen dus de boventoon moeten voeren. Keer op keer mislukten echter de plannen.

Van het kaartenhuis dat Tóth sinds zijn afscheid in juni 2007 had achtergelaten resteren nu nog slechts enkele kleine participaties in Hongarije en een beperkte onroerend goed portefeuille. Tijdens deze bava bleek dat met Tóth een vaststellingsovereenkomst getekendis inhoudende dat Tóth DVRG nog 350.000 euro schuldig is, waarin inmiddels 200.000 euro is voldaan. De resterende vordering is rentedragend. De komende zes maanden zal de nieuw aangetredenSickman, die via zijn investeringsmaatschappij Westhill sinds februari 2008 tevens grootaandeelhouder is, de mogelijkheden onderzoeken om nieuwe activiteiten te verwerven. In ieder geval zijn de kosten van DVRG nu tot een minimum gereduceerd. Het bestuur zegde toe aandeelhouders zo veel mogelijk van de vorderingen op de hoogte te houden. Na zes maanden zal een beslissing over een definitieve oplossing genomen worden. Het tijdperk Tóth is definitief afgesloten, maar de toekomst blijft net als onder zijn bewind volstrekt onduidelijk.