VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Einde verhaal

Voor 24 procent van de aandeelhouders, waaronder Eriks en Janivo opende voorzitter Knol de wellicht laatste aandeelhoudersvergadering van Econosto: als het bod van Eriks op alle aandelen slaagt, is Koninklijke Econosto als publieke onderneming historie.

Ceo Frank van Os schetste de gang van zaken van Econosto in 2007: een omzetstijging van 36 procent tot 260 miljoen euro, een winststijging van 3,9 miljoen naar 17,9 miljoen euro en een succesvolle voortgang van het Kirishi-project in Rusland, het grootste project uit de geschiedenis van Econosto. Ook werd in 2007 de convertibele obligatielening afgelost. De herstelperiode vanaf 2002, toen Econosto door een foutief beleid bijna ten onder was gegaan, werd hiermee afgesloten. Ten slotte mogen de balansverhoudingen er ook zijn: een solvabiliteit van 37 procent en een netto bankschuld van slechts 13,5 miljoen euro.

Het bestuur stelde voor om het dividend te passeren. Vele aandeelhouders uitten hierover hun teleurstelling. In 2007 was immers toegezegd dat na afronding van de obligatielening het dividend hervat zou worden. Knol stelde dat hij altijd bedoeld had dat over het jaar na de afronding dividend betaald zou worden en dat dit volgens hem ook duidelijk was geweest. Het bestuurvoorstel werd aangenomen waarbij alleen Eriks en Janivo voorstemden.

De meeste aandacht ging uiteraard uit naar de verantwoording over de gang van zaken rond de biedingen van Gilde en Eriks. De inleiding van Knol bracht weinig nieuws: er was allang de wens van vele grootaandeelhouders om hun belang te vervreemden en de raad van commissarissen was geheel verantwoordelijk voor het traject van onderzoek naar de opties, van strategie tot en met de onderhandelingen met geïnteresseerde partijen. Daarna nam de VEB het voortouw in de talloze vragen die leefden onder particuliere aandeelhouders. Zo bleek dat het totale traject Econosto meer dan 4 miljoen euro heeft gekost, waarvan meer dan 2 miljoen voor adviesbureau Atlas Ventures dat de opdracht van de commissarissen had om het traject uit te voeren, 1,75 miljoen als break up fee voor Gilde en circa 250.000 euro voor de fairness opinie van Kempen. Hier bovenop komen nog de kosten van de accountant en de advocaten.

De commissarissen hadden zelf de prijs van 7,25 euro uitonderhandeld met Gilde, pas daarna is er tussen Gilde en grootaandeelhouders gesproken. Toen Gilde een bod had gedaan, was ook Eriks al aan het praten met Econosto. Op de vraag waarom Econosto toen niet aan Eriks gevraagd had om ook een bod uit te brengen, stelde Knol dat hij dat niet “gentlemanlike” vond. Maar dat was dan wel met het geld van de aandeelhouders. Grootaandeelhouders zouden geen druk hebben uitgeoefend op de commissarissen binnen een bepaalde termijn te beslissen en de uiteindelijke instemming met het bod van Gilde is door de raad in volle vrijheid genomen. Ook werd duidelijk dat de Ondernemingsraad veel tijd nodig had gehad voor het overleg met Eriks. Alle aspecten waren ook door Eriks uitvoerig met hen besproken en het eindoordeel was dan ook volledige instemming met de overname door Eriks.

In de eindbeoordeling stelde de VEB dat de instemming met het bod van Gilde door haar als onjuist werd beoordeeld: er was geen noodzaak voor Econosto om op dat moment een beslissing te nemen. Door geen beslissing te nemen zou er op dat moment voor Econosto geen enkele commerciële kans verloren gaan. Het bod was ondermaats, mede omdat met Gilde geen synergie behaald kon worden en er nog onduidelijkheden waren over de gunstige ontwikkelingen bij Econosto zelf met betrekking tot de fiscus, het Kirishi-project, etcetera, die de koopsom positief hadden kunnen beïnvloeden. De belangen van de kleine aandeelhouder werden bij de instemming met het bod van Gilde volledig genegeerd. Dit is ook de reden waarom de VEB geen decharge heeft verleend aan de commissarissen van Econosto.

De VEB stelde dat de hele gang van zaken bij aandeelhouders overkwam alsof de commissarissen helemaal geen overname door Eriks wilden en daarom haar toevlucht zocht tot Gilde. Knol gaf daarop zijn persoonlijke mening: hij vond Eriks een veel betere partner voor Econosto omdat het een strategische partij was, waardoor zij samen sterker worden en het had hem gespeten te moeten instemmen met een financiële partij als Gilde. Daarop hebben de andere leden van de raad eenzelfde type betoog gehouden. Een eerlijke en oprechte uitspraak waarmee de lucht behoorlijk werd geklaard.

De verwachting is dat Eriks het bod gestand zal doen. De prijs is ook nu niet erg hoog, maar dat hangt meer samen met de wijze waarop Econosto het proces heeft aangepakt. Aandeelhouders hebben altijd de kans om door aandelen Eriks te kopen toch nog te profiteren van de gang van zaken in de toekomst.

In de zaal waren veel aandeelhouders die reeds lang bij Econosto betrokken waren, klanten, oud-werknemers, en adviseurs. Het afscheid was zeker voor hen emotioneel, vooral omdat een twintigtal jaren geleden de verhoudingen tussen Eriks en Econosto omgekeerd waren, maar zoals Bredero het zei: het kan verkeren. De naam Econosto zal behouden blijven, want onder die naam zullen alle afsluiteractiviteiten van Eriks gaan plaatsvinden. In die zin is het hoofdstuk Koninklijke Econosto nog lang niet afgesloten.