VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Onplezierige verassingen

Dat het bij Econosto geen goed nieuws gesprek zou worden, was al duidelijk. Op 23 augustus was immers al meegedeeld dat het operationele resultaat over het eerste halfjaar 2002 met 0,4 miljoen euro in de min was gesprongen. Mogelijk mede naar aanleiding van dat bericht, hadden (groot-)aandeelhouders om een buitengewone aandeelhoudersvergadering verzocht. De werkelijke situatie bleek echter nog veel dramatischer en zorgde ook op de vergadering zelf voor onplezierige verassingen.

De vergadering werd geopend door gedelegeerd commissaris J.N.A. van Caldenborgh. Van de overige commissarissen waren op dat moment al teruggetreden ir. B.H. Hylkema en ir. H.J. Cijfer, de laatste vanwege ziekte. Als belangrijkste onderwerp stond de bespreking van de gang van zaken op de agenda. De gebeurtenissen van de laatste maanden bleken in hoofdzaak in het teken gestaan te hebben van een brief van Econosto’s huisbankiers van 25 juli. Mede naar aanleiding van de halfjaarcijfers eisten zij een verlaging van de debiteurentermijn, het afstoten of reorganiseren van verliesgevende activiteiten en het concentreren op de ‘core business’ als voorraadhoudende groothandel.

Directe gevolgen van de brief waren dat Econosto werd overgedragen aan de afdeling Bijzondere Kredieten. Er mocht met name geen euro meer naar de verliesgevende Franse werkmaatschappij Malbranque S.A. Daarmee komt het voortbestaan van die activiteit op korte termijn op de tocht te staan. Econosto wordt voorts gehouden om al haar activa bij de banken in pand te geven en om in combinatie daarmee de bestaande kredietfaciliteit met zo’n 1,5 miljoen euro per maand af te bouwen tot een totale inkrimping van 12,5 miljoen. Volgens Van Caldenborgh waren de eisen van de banken aanvankelijk zelfs zo hoog dat het risico dreigde dat Econosto haar crediteuren niet meer zou kunnen betalen.

De slechte resultaten bleken hun weerslag te hebben gevonden in het bestuur. De commissarissen lieten weten zich onvoldoende voorgelicht te achten over de gang van zaken bij Malbranque, waarin tot op heden in totaal 31 miljoen euro verdwenen is in de vorm van verliesfinanciering (15 mln.), sociaal plan (4 mln.), leningen (6,6 mln.) en bij aankoop (5,3 mln.). Daarmee bleek de volledige opbrengst van het afstoten van de ‘Comfort & Environment Technology’-divisie in rook te zijn opgegaan.

De vertrouwensbreuk maakte een eind aan de voorgenomen benoeming van de heer S.P.C. de Jong, volgens het jaarverslag 2001 grootaandeelhouder met een belang van 6,4 procent, tot bestuursvoorzitter. Dat besluit werd mede genomen door Van Caldenborgh die zelf via Eikenbosch Holding een belang van 7,3 procent houdt. Andere grootaandeelhouders zijn volgens het jaarverslag 2002 Luplan Holding (16,8), Fortis (6,8), ABN Amro (6,4), Aegon (6,3) en Janivo (5,6).

De onderlinge ruzie tussen grootaandeelhouders, die uiteindelijk resulteerde in het vertrek van De Jong, bleek onderhuids al sinds augustus aan de gang. Niettemin leek het Van Caldenborgh niet nodig om de externe aandeelhouders eerder – of, zoals het Fondsenreglement voorschrijft “terstond” – op de hoogte te brengen van de strategiewijziging, van het afknijpen van de financiering door de banken of van de onderlinge twisten.

Een en ander zal zeker nog een vervolg krijgen. Op de buitengewone aandeelhoudersvergadering stuurde de grootaandeelhouders daarop al aan. Met zo’n zeventig procent van alle stemmen in deze structuurvennootschap werd een niet-bindende motie van wantrouwen aangenomen tegen het bestuur en de commissarissen, die daar overigens vooralsnog geen consequenties aan verbinden. Op de valreep benoemde de raad daarna nog ing. J.F.A.M. van Os (algemeen directeur Econosto Nederland B.V.) en drs. C.J. Harberink RA RC (concern controller) als nieuwe bestuurders. Zulks mede ter vervanging van bestuursvoorzitter dr. H.C. Verlage die dit jaar op verzoek van de commissarissen van zijn vervroegd pensioen zal gaan genieten.