VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Gedurfde prognose

Sinds december heeft Fortis nog slechts één beursgenoteerd effect. Dit Fortis-aandeel vertegenwoordigt steeds één aandeel in elk van de twee moedervennootschappen (met een identiek bestuur), gevestigd in Utrecht en Brussel. Dit leidt tot twee aandeelhoudersvergaderingen. Aandeelhouders kunnen bij aanmelding kiezen welke vergadering ze willen bijwonen. In Utrecht waren er 257 aanwezig. Voorts kunnen aandeelhouders het dividend naar keuze (afhankelijk van hun fiscale situatie) in Nederland of België ontvangen. Omdat, enigszins onpraktisch, besloten was beide vergaderingen op één dag te houden, respectievelijk ’s ochtends en ’s middags, ontstond bij de eerste enige tijdsdruk.

In deze vergadering werd ondermeer een statutenwijziging aangenomen met als enig punt afschaffing van de statutaire leeftijdsgrens van leden van de raad van bestuur (naar Nederlands gebruik een verwarrende naam, omdat, uitgezonderd de CEO, alle leden non-executives zijn). Jaap Glasz, voorzitter van de raad, lichtte dit punt toe. Bij de Belgische moedermaatschappij bestaat geen statutaire leeftijdsgrens, doch intern is deze op zeventig jaar gesteld. Bij hoge uitzondering kan hiervan tijdelijk worden afgeweken. Deze regeling zal voortaan ook bij de Nederlandse moeder worden gehanteerd.

Op de vraag van de VEB naar de maximale zittingsduur antwoordde Glasz, dat herbenoemingen bepaald niet automatisch worden voorgesteld, maar alleen na grondige beoordeling. Zijn toevoeging dat daarbij een strakke hantering van de zittingsduur niet nodig zou zijn, was minder bevredigend. De in Nederland bestaande corporategovernancegedachten zijn in België blijkbaar nog geen gemeengoed.

De financiële resultaten van Fortis over 2001 stelden teleur. In plaats van de, conform de meerjarendoelstelling, vorig jaar gegeven prognose – herhaald na het tweede kwartaal – van twaalf procent stijging van de operationele winst per aandeel (intern werd zelfs negentien procent gehanteerd) werd deze eind november verlaagd naar vijf procent. In februari werd gewaarschuwd voor winstdaling. Uiteindelijk daalde het operationele resultaat per aandeel tien procent.

CEO Anton van Rossum gaf een uitgebreide toelichting. Desgevraagd zei hij dat de waarschuwing niet te laat kwam en hij ontkende dat sprake was van onvoldoende interne informatie. De sterke afwijking was slechts in beperkte mate te wijten aan lagere marktgerelateerde baten, maar voornamelijk aan twee bijzondere factoren die speciaal het vierde kwartaal sterk onder druk zetten. Tezamen waren zij vrijwel geheel verantwoordelijk voor het achterblijven van het gerealiseerde resultaat bij de intern geprognosticeerde negentien procent groei.

Er werd bewust voor gekozen, ondanks een hoog peil van ongerealiseerde vermogenswinst, geen extra beleggingswinsten te realiseren, zoals verzekeringsmaatschappijen plegen te doen. Voorts werden voorzichtigheidshalve extra voorzieningen getroffen op zowel de krediet- als de beleggingsportefeuille. Het bankbedrijf behaalde zowel in de retail als de zakelijke sector hogere marges en veel kostenbesparingen werden behaald, ondermeer door verdere integratie en inkrimping van het kantorennet, vooral in België. In het verzekeringsbedrijf stegen de baten zowel bij leven als schade en de eerste vruchten van de integratie bij ASR (Amev Stad Rotterdam) werden zichtbaar.

Het kort voor het begin van de vergadering gepubliceerde eerstekwartaalbericht toonde een opmerkelijke verbetering. Het netto operationeel resultaat was het hoogste ooit behaalde kwartaalresultaat. In het jaarverslag werd het nog te vroeg genoemd om een verwachting voor het hele jaar te geven. Nu durfde Van Rossum echter een jaarprognose aan van ten minste twaalf procent stijging van de operationele winst per aandeel!