VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

In verwachting

President-commissaris Eric van der Merwe opende de vergadering van biopharmaconcern Fornix Biosciences (Fornix) op een nieuwe locatie nu de oude locatie sinds de verkoop van de handelsdivisie in oktober 2007 niet meer beschikbaar is.

Met een lange presentatie nam directievoorzitter Cees Bergman met aandeelhouders de gebeurtenissen van 2007 door. De belangrijkste gebeurtenis was de verkoop van de handelsdivisie die niet meer tot de kernactiviteiten behoorde. Verder kwam de goede voortgang die geboekt is bij de Allergiedivisie, afronding van de studie nodig voor registratie van het belangrijkste allergieproduct Oralgen, en de matige omzetontwikkeling bij de medische hulpmiddelendivisie aan de orde. Uiteindelijk heeft Fornix over 2007 de winst zien stijgen tot 14 miljoen euro (2006: 12,5 miljoen euro). Na eliminatie van de verkochte handelsactiviteiten zijn de verkopen gestegen van 34,8 miljoen euro naar 38 miljoen euro en bedroeg de opgeschoonde winst 12 miljoen euro.

De VEB wees er op dat in het jaarverslag niet is vermeld dat de winst voor belastingen en interest (ebit) van de voortgezette activiteiten was gedaald in 2007 en vroeg of hier sprake was van een structurele tendens. Het antwoord van Bergman luidde bevestigend. Hij gaf aan dat de onderzoekskosten met 25 procent waren gestegen tot ongeveer 10 procent van de omzet. Dit percentage valt ook in de komende jaren te verwachten en dan is Fornix met 10 procent nog bescheiden, aldus Bergman.

Concurrenten spenderen volgens hem 15 procent of nog meer aan onderzoek. Ook speelt een rol dat de marges enigszins onder druk staan door de toenemende concurrentie. Als Fornix gaat verkopen in het buitenland, dan zal de druk op de brutomarge nog groter zijn. Vooral in Zuid-Europa zal voor soortgelijke producten namelijk aanzienlijk lagere verkoopprijzen worden gerealiseerd.

In de vergadering kwam vanzelfsprekend ook de strategie aan de orde. Hierbij werd de nadruk gelegd op de toekomstige ontwikkeling van de allergiedivisie en maakte het bestuur duidelijk dat de medische hulpmiddelendivisie even op de tweede rang wordt gezet. Op vragen en opmerkingen van de VEB (en Kempen) meldde Bergman dat Fornix rekening houdt met een succesvolle overname van BIAL Artequi in Spanje en een productregistratie van Oralgen aan het einde van dit jaar. De medische hulpmiddelendivisie wordt aangehouden voor verdere investeringen indien deze registratie niet of veel later zou worden verkregen.

De VEB vroeg of Fornix scenario’s heeft ontwikkeld voor het geval Fornix geen registratie mocht krijgen voor haar Oralgen. Het bestuur antwoordde dat Fornix dan een serieus probleem zou hebben en hoopte in dat geval met het overgenomen BIAL en de hulpmiddelendivisie verder te kunnen. De vooruitzichten voor 2008 zijn niettemin goed. De omzet zal stijgen naar 41 miljoen euro en de winst zal naar verwachting uitkomen op 11,8 miljoen euro.

Met twee divisies meent het bestuur in staat te moeten zijn aandeelhouderswaarde te kunnen creëren geholpen door een goede balans tussen spreiding van activiteiten, risico en specialisatie. Na verkrijging van de registratie van Oralgen lijkt de directie te opteren voor een nichemarktbenadering, waarbij alle aandacht gericht gaat worden op de allergiedivisie met een uitrol over geheel Europa en een verbreding van het productenaanbod.

In het kort werd ingegaan op BIAL Artequi. Deze onderneming behoort in Spanje tot de top drie en heeft een goed gevulde pijplijn van producten en een eigen research en development afdeling (r&d). Het lijkt een goede aanvulling op Fornix. Een nieuwe geografische markt, producten in de pijplijn en veel eigen r&d activiteiten, daar waar Fornix momenteel veel onderzoek uitbesteedt. Deze overname zal worden voorgelegd aan aandeelhouders tijdens een buitengewone aandeelhoudersvergadering die waarschijnlijk in juni zal plaatsvinden. Dan zal ook meer informatie worden verstrekt. Momenteel vindt het boekenonderzoek plaats. Als er geen bijzonderheden worden gevonden, is de overname alleen nog afhankelijk van de goedkeuring van de aandeelhoudersvergadering.

Zowel de registratie van Oralgen als de overname van BIAL Artequi zijn van doorslaggevend belang voor de ambitie van Fornix om een Europese topspeler te worden voor allergene geneesmiddelen.

De VEB heeft bij de benoeming van twee nieuwe commissarissen aan het bestuur moeten uitleggen dat er in de raad al twee afhankelijke commissarissen waren. Door de herbenoeming van commissaris Hannema wordt deze afwijking van de Code Tabaksblat in stand gehouden. Ook de oprichter van de voorloper van Fornix, commissaris Visser, is namelijk een afhankelijk commissaris. Uiteindelijk was het bestuur het eens met de VEB, maar handhaafde niettemin het voorstel. De VEB stemde derhalve tegen. Als nieuwe commissaris werd Hans de Boer benoemd, de voormalig voorzitter van MKB Nederland.

Omdat Fornix drie jaar achtereen voldaan heeft aan de criteria voor het structuurregime, moet zij nu verplicht haar statuten daarop aanpassen. Het structuurregime houdt hoofdzakelijk in dat een deel van de invloed van de aandeelhoudersvergadering verschuift naar de raad van commissarissen die de bevoegdheid krijgt om het bestuur te benoemen. Ook werden de preferente aandelen als beschermingsconstructie afgeschaft en de mogelijkheid van het hanteren van een registratiedatum ingevoerd. De VEB heeft ingestemd met de voorgestelde wijzigingen van de statuten onder aantekening van haar principiële bezwaar tegen het structuurregime.

In de rondvraag merkte de VEB nog op dat van de grootaandeelhouders alleen Kempen en Delta Lloyd vertegenwoordigd waren en actief deelnamen aan de beraadslagingen. Het bestuur van Fornix gaf aan regelmatig contact te hebben met de andere grootaandeelhouders. De VEB verzocht het bestuur bij deze andere aandeelhouders aan te dringen op actieve participatie in aandeelhoudersvergaderingen.