VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Nog geen transformerende overname

De directie had bijna een uur nodig om de gang van zaken bij deze relatief kleine onderneming toe te lichten. Dit is eigenlijk wel verwonderlijk, want er is sprake van een ‘one-product’ onderneming. Zo’n 75 procent van het resultaat wordt verdiend met de verkoop in Nederland van Oralgen, een anti-allergiemiddel. De onderneming is er al van doordrongen dat dit vanuit risicobeheersing ongewenst is.

Veelvuldig valt te lezen dat de onderneming streeft naar een "Transformerende overname". Hiervoor is begin 2006 een manager New Business Development aangetrokken, maar dat heeft in 2006 nog niet geleid tot een overname. De noodzaak blijkt wel als de winststijging in 2006 wordt geanalyseerd. Deze winststijging van 20 procent is volledig toe te rekenen aan een acquisitie eind 2005 binnen de divisie Medische Hulpmiddelen. Zonder deze acquisitie was sprake geweest van een autonome omzetgroei van 2 procent en een kleine winstdaling. Kortom, de rek is eruit.

De Allergiedivisie stabiliseert op een omzetniveau van 26 miljoen euro, de Handelsdivisie op een omzetniveau van 61 miljoen euro. Jammer is alleen dat de Handelsdivisie amper rendement maakt. Van een ebitmarge van 1,3 procent blijft netto niet veel over. Ceo Cees Bergman stelt in het voorwoord van het jaarverslag dan ook dat "De handelsdivisie alle zeilen bij moet zetten om de minimale winstgevendheid te kunnen handhaven". Daarnaar gevraagd ligt Bergman toe dat de Handelsdivisie nu nog nodig is voor de schaalgrootte, maar dat na de transformerende overname de kans groot is dat deze divisie geen rol speelt in de toekomst van Fornix.

De Allergiedivisie zal vanwege het uitbehandeld raken van een grote groep patiënten in Nederland moeite hebben om omzet en winstniveau te handhaven. Om Oralgen ook in de rest van de Europese Unie te kunnen verkopen moet een definitieve registratie als medicijn worden verkregen. Hiervoor is een klinische test noodzakelijk, die de werking aantoont.

De onderneming is hier al vijftien jaar mee bezig en heeft besloten om na de mislukte Stardrop-studie in 2005 een nieuwe, grotere en breder opgezette klinische test te laten uitvoeren. Hiervoor is in de periode 2006-09 in totaal ‘ten minste’ 10 miljoen euro uitgetrokken. Dit lijkt veel geld maar als voor één jaar ebitmarge Oralgen Nederland, het product in gehele Europese Unie kan worden verkocht, is die 10 miljoen in luttele maanden terugverdiend. De chief scientific officer (cso) Folkert Roossien geeft aan dat Fornix met de Stardrop-studie veel leergeld heeft betaald, maar dat hij nu alle vertrouwen heeft in een goede uitkomst.

Het jaar 2007 is door Bergman uitgeroepen als het ‘Jaar van de waarheid’. Hij zal bij deze uitspraak eerder de transformerende overname in gedachten hebben gehad, dan het streven naar 5 procent omzet- en winstgroei. Dit steekt toch wel schril af bij de gerealiseerde omzet- en winstgroei van 15 procent per jaar gedurende de afgelopen vijf jaar.