VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Sterk, schuldenvrij, verkeerde naam

Nauwelijks tien aandeelhouders bezochten de jaarvergadering. Voor de beide bestuursleden Bram Schot en Erik Bongers was dit geen beletsel om verhelderende inleidingen te houden en duidelijke antwoorden te geven op gestelde vragen. Enigszins vreemd was de statutenwijziging, waarmee het structuurregime werd ingevoerd. Nogal achterhaald, vond de VEB.

 Bongers erkende dit, maar ICT kon niet anders, omdat de wettelijke bepalingen op het bedrijf van toepassing waren geworden. Maar, zo zei hij, “we hechten veel aan een goede relatie met aandeelhouders en we zullen transparant blijven”. Helemaal consequent is ICT daar niet in, want er bestaat een optieregeling, niet alleen voor personeel en raad van bestuur, maar ook voor commissarissen. Aandeelhouders komen daar niet aan te pas. Dit past niet bij behoorlijke corporate governance en de VEB maakte daar dan ook bezwaar tegen. President-commissaris Willem de Vlugt deed dit af met: “op zichzelf acht ik dit geen probleem”.

Voor het eerst sinds de beursgang vijf jaar geleden werd de groeiprognose (+20%) niet gehaald. Sterker: Na een redelijk goed eerste halfjaar verslechterde de situatie zo snel, dat bij een fractioneel lagere omzet bedrijfsresultaat en nettowinst sterk daalden. Bij vergelijking met branchegenoten moet overigens worden bedacht, dat de naam van het bedrijf verwarrend werkt, zei Bongers. De onderneming houdt zich namelijk niet bezig met informatie- en communicatietechnologie en evenmin met automatisering. De activiteiten (met alleen Engelstalige benamingen) zijn georganiseerd in twee divisies: Embedded en Solutions.

De eerste is gericht op in producten (zowel consumentengoederen als kapitaalgoederen) ingebouwde software. ICT noemt zich marktleider op dit gebied. De tweede betreft klantspecifieke software-oplossingen gericht op het besturen van gehele productieprocessen. Langjarige relaties en partnerships met een beperkt aantal klanten – strategische partners op gekozen marktsegmenten – zijn hoekstenen van het beleid. Daarbij is ICT enerzijds verlengstuk en integraal deel van de R & D-afdeling van de klant, anderzijds deels ook concurrent. Schot noemde het klantenbestand trouw en vrij stabiel: de grootste tien (waaronder ASML, Océ en enkele Philips-divisies) nemen circa zestig procent van de omzet voor hun rekening.

Om een goede relatie met klanten te behouden heeft ICT in de moeilijke marktomstandigheden van vorig jaar marktaandeel gewonnen door in enkele gevallen gratis werk te leveren waar nog geen omzet tegenover stond. Eveneens van recente datum is betaling voor geleverde diensten, niet alleen in cash, maar deels ook in de vorm van royalty’s. Bongers ziet dit als een proef, wellicht interessant voor de toekomst, al zal het wegens het ermee geïntroduceerde risico slechts een beperkt deel van de omzet mogen uitmaken.

De strategie van ICT is overigens wel gericht op verbreding van de klantenbasis. Bij Embedded wordt daarbij vooral naar het buitenland gekeken, met name Duitsland. Autonome groei staat voorop, al is er geen bezwaar tegen acquisitie zolang aan strakke criteria wordt voldaan. Expansie van Solutions – ook hier primair autonoom – is voorlopig alleen op Nederland gericht. ICT kan daarbij door gebundelde expertise steeds vaker als “one-stop-shopper” fungeren.

ICT heeft geen lange schulden, een groot eigen vermogen en een zeer ruime kaspositie. Indien zich aantrekkelijke acquisitiemogelijkheden voordoen zullen deze benut worden, maar momenteel zijn er geen die aan de gestelde criteria voldoen. “Als dat zo blijft, zal bij hogere resultaten de pay-out worden verhoogd”, zei Schot.

De raad van bestuur hanteert voor de (middel)lange termijn als financiële doelstelling een operationele marge van 25% (vorig jaar 17%) en 15 à 20 procent autonome winstgroei, volgens Schot zeker bij Embedded haalbaar. Voor dit jaar wordt echter, gezien de huidige marktsituatie opnieuw omzet- en winstdaling verwacht.