VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Flink herstel

Vorig jaar herstelde Kas Bank zich flink ten opzichte van het magere voorgaande jaar, al bleven de resultaten nog ruim achter bij die van de jaren daarvoor. De externe omstandigheden zaten niet echt mee. Het beursklimaat, vooral in Europa, was nog moeilijk, terwijl de renteontwikkeling tot lagere rentebaten leidde.

Scheidend bestuursvoorzitter Von Balluseck – aan het eind van de vergadering opgevolgd door Albert Röell – benadrukte de eigen inzet van het bedrijf, die vooral tot de gestegen provisiebaten en daarmee het resultatenherstel heeft bijgedragen. Provisies uit de traditionele activiteiten als bewaarneming van effectendepots, alsmede afwikkeling van effectentransacties ten behoeve van institutionele beleggers en financiële intermediairs zijn nog altijd de belangrijkste inkomstenbronnen.

De provisiegroei komt vooral van nieuwe cliënten, investment-managementdiensten (zoals performancemeting, risicoanalyse, beleggingsadministratie) en vooral ook bruikleen in een internationaal leencircuit. Dit alles in toenemende mate op een Europees platform. Verdere integratie van het grensoverschrijdende Europese effectenverkeer biedt de Kas Bank nieuwe kansen, mede omdat verscheidene partijen zich terugtrekken uit de Europese bewaarmarkt. Bestuurslid Van Heese wees desgevraagd echter ook op bedreiging van de kant van instellingen als Euroclear en Clearstream, omdat daarbij concurrentievervalsing optreedt tussen centrale bewaring en commerciële activiteiten.

Voor 2005 voorzag Von Balluseck wel verdere groei van de belangrijkste provisiecomponenten en van het (inter)nationale cliëntenbestand, echter niet van de rente-inkomsten. De marktomstandigheden zijn nog steeds moeilijk. In het eerste kwartaal zijn de provisiebaten 10 procent gestegen, de rente-inkomsten waren ook hoger en het aantal cliënten nam verder toe, maar de margedruk bleef. Op de vraag van de VEB naar de financiële doelstellingen bleef het bestuur terughoudend in verband met de nieuwe gecompliceerde internationale boekhoudregels (IFRS).

Ten aanzien van corporate governance voldoet Kas Bank niet aan de geadviseerde benoemingstermijn voor bestuurders van vier jaar, met als slap argument dat het vinden van goede bestuurders voor deze gespecialiseerde instelling moeilijk is. Dat geldt ook voor andere ondernemingen en bovendien is bij goed functioneren periodieke herbenoeming altijd mogelijk. Een andere grote afwijking is handhaving van de certificering. Tegen het bezwaar van de VEB werd aangevoerd dat op dit terrein wel verbeteringen plaatsvinden. Certificaathouders die de vergadering bezoeken krijgen zonder beperking automatisch stemvolmacht en de anderen kunnen desgewenst steminstructie geven. En het administratiekantoor stemde nog slechts voor 51 procent, tegen twee jaar geleden 97 procent.

Met betrekking tot de variabele beloning worden kwantitatieve en kwalitatieve prestatiecriteria gehanteerd. De laatste zijn moeilijk aan te geven. Bij de kwantitatieve worden rendement op eigen vermogen, efficiency en groei van de winst per aandeel vergeleken met soortgelijke ondernemingen. Bij het eerste scoorde de Kas Bank in 2004 met 8 procent zwak, bij de twee andere criteria met resp. 77 en 27 procent goed.