VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Hoelang gaat de recessie duren?

De nationale krimpexpert ontkomt uiteindelijk niet aan de officiële verklaring dat de Verenigde Staten in een recessie zijn beland. In euroland is het al zo ver.

De Amerikaanse economie kromp in het derde kwartaal met 0,3 procent. De officiële scheidsrechter als het om recessie gaat luistert naar de naam National Bureau of Economic Research. Het zit er dik in dat die aan de hand van inkomensontwikkeling, bestedingen, productie en werkgelegenheid uiteindelijk officieel zal verklaren dat de economie al vanaf begin dit jaar in een recessie verkeert.
Interessant is de vraag hoelang die recessie dan gaat duren. We kunnen een idee krijgen door naar het verleden kijken. We zien dan dat de gemiddelde duur van een recessie sinds de Tweede Wereldoorlog tien maanden bedroeg. Dan zou de recessie eigenlijk alweer voorbij zijn! Helaas, als we naar de leidende indicatoren kijken, wijst niets daarop. Bovendien hadden we het over een gemiddelde en moeten we dus oppassen dat ons niet hetzelfde lot beschoren is als de statisticus die Godfried Bomans opvoerde. Die waadde namelijk door een rivier van gemiddeld 1 meter diep en verdronk jammerlijk. Ook is de genoemde vergelijkingsperiode discutabel omdat de economische dynamiek toen exceptioneel was door het op de arbeidsmarkt komen van de babyboomgeneratie.
Als we dan toch naar gemiddelden kijken, kunnen we beter verder terugblikken. In de periode 1854 tot 1945 duurde de recessies gemiddeld dubbel zo lang, namelijk twintig maanden. We zouden dan net over de helft zijn, maar garanties zijn dus niet te geven.

Onderliggend negatief

Het onderliggende momentum in de Amerikaanse economie is vooralsnog buitengewoon negatief. Zo blijkt uit de bbp-cijfers dat zowel de consumptie als de investeringen over de volle breedte daalden. Op dit moment is onduidelijk wat de neergang zou kunnen stoppen. De Federal Reserve, het stelsel van centrale banken, verlaagde in de afgelopen periode zijn rentetarief maar weer eens met 0,5 tot 1,0 procent en liet in het begeleidende commentaar de deur naar nog een verlaging open. De renteverlagingen zijn gunstig voor banken omdat de funding er goedkoper door wordt. Ze bieden in de huidige omstandigheden echter weinig steun voor de economie omdat de banken de renteverlagingen heel beperkt aan klanten doorgeven.

Heilzame garantie

Een beter medicijn voor de economie is wellicht het overheidsplan om de hypotheken van miljoenen in nood gekomen huiseigenaren te garanderen. Dit geeft laatstgenoemden de mogelijkheid om hun hypotheek te herfinancieren. Op die manier kan de sterke stijging van het aantal huisuitzettingen gekeerd worden, hetgeen op zijn beurt weer een bodem onder de huizenmarkt zou kunnen leggen. De economie wordt daarmee niet gestimuleerd, maar de negatieve spiraal van een aantal elkaar versterkende factoren zou er wellicht wel mee kunnen worden doorbroken. Dat is heel belangrijk omdat de oorsprong van de misère bij de huizenmarkt en de daaraan gekoppelde hypotheken ligt.

IMF-klanten

Aan geen enkel land gaan de gevolgen van de kredietcrisis voorbij, maar de landen in Oost-Europa worden wel heel hard geraakt. Het zijn vooral de hoge tekorten op de lopende rekening en de grote afhankelijkheid van buitenlandse banken die hun nu opbreekt. Buitenlandse investeerders trekken hun kapitaal terug met als gevolg dat de valuta’s van de betreffende landen kelderen en de rentes omhoog schieten. Hongarije, Oekraïne en Servië hebben zelfs al aangeklopt bij het IMF. De periode van hoge groei – gedreven door goedkope kredieten – is voorbij en wat er zal volgen is ontnuchtering.
Een en ander zal ook grote consequenties voor de eurozone hebben. We zien al langere tijd dat het met de export naar de Verenigde Staten en Groot-Brittannië bergafwaarts gaat. Nu zal ook de tot voor kort sterk stijgende export naar Oost-Europa, inclusief Rusland met 20 procent van de totale export, gaan dalen. Daarmee komen bedrijven behoorlijk in het nauw, temeer omdat de binnenlandse vraag geen tegenwicht zal bieden. Het consumentenvertrouwen is volgens een peiling van de Europese Commissie vorige maand naar het laagste punt in dertien jaar gezakt. Euroland verkeert al in recessie en net als in de Verenigde Staten is het ook hier waarschijnlijk dat we met een pittige variant te maken hebben.

Goedkoop is duurkoop

De daling van de olieprijs is dermate scherp dat die moeilijk te verklaren valt uit de afnemende groeiverwachtingen, net zomin als de stijging eerder dit jaar louter het gevolg was van de hoge groeiverwachtingen. Het lijkt erop dat veel transacties gedwongen moesten worden teruggedraaid door marktpartijen die met hun leningen in de knel waren gekomen wegens verplichtingen in valuta’s die sterk stegen.
Het valt heel erg te bezien of de lage olieprijs uiteindelijk wel zo gunstig is. Het maakt investeren namelijk minder aantrekkelijk voor oliemaatschappijen, temeer omdat de breakevenprijs van de moeilijker winbare olie ruim boven de huidige prijs ligt. Volgens een studie van het Internationale Energie Agentschap naar ’s werelds grootste olievelden zou de productie zonder investeringen de komende jaren met ruim 9 procent per jaar terugvallen. Zo kunnen lage prijzen nu tot extra schaarste in de toekomst leiden en dus tot extra hoge prijzen. Toch iets om over na te denken wanneer u bij de pomp ziet dat de benzineprijs een dubbeltje goedkoper is.