VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Lakmoesproef voor Wouter Bos

De kapitaalinjecties van de staat in ING en Aegon lijken redelijk in lijn met de ingrepen van andere Europese landen. Toch heeft Bos veel invloed bedongen op het gebied van corporate governance. Hier moet hij op korte termijn invulling aan geven.

ING (10 miljard euro) en Aegon (3 miljard euro) hebben beide gebruik gemaakt van de 20 miljard euro die Bos heeft uitgetrokken voor naar eigen zeggen “in essentie gezonde ondernemingen”. Deze steuninjecties zijn niet gratis. De financiële instellingen betalen een coupon van minimaal 8,5 procent op jaarbasis als er in dat jaar ook dividend wordt uitgekeerd.

Als het normale dividend hoger is dan de coupon, gaat de couponrente stapsgewijs omhoog tot 110 procent van het dividend in jaar één, 120 procent in jaar twee en 125 procent in jaar drie en verder. ING en Aegon kunnen tegen een flinke premie van 50 procent de effecten van de staat terugkopen. Daarbij moet gezegd worden dat Aegon een iets betere deal heeft dan ING. De Haagse verzekeraar heeft de optie om een derde van de lening vervroegd af te lossen tegen een opslag van maximaal 13 procent, afhankelijk van de aandelenkoers en de datum van terugkoop.

Dikke vinger in de pap
Naast de flinke rendementseisen krijgt de staat stevige zeggenschap bij beide financials. Zo heeft Bos bedongen om twee commissarissen aan te stellen die een vetorecht hebben bij grote investeringsbeslissingen, de uitgifte van nieuwe aandelen en veranderingen in het beloningsbeleid. Met betrekking tot het beloningsbeleid is al afgedwongen dat het meer moet aansluiten bij nieuwe internationale standaarden. Daarnaast moeten de bestuursleden afstand doen van hun bonussen en wordt de vertrekregeling, in lijn met de code-Tabaksblat, gemaximeerd tot één jaarsalaris. Al met al behoorlijk wat zeggenschap voor effecten die de naam ‘non-voting securities’ dragen.

Spiekende zuiderburen
De kapitaalinjectie van de Belgische staat van 3,5 miljard euro in bank-verzekeraar KBC lijkt sterk op de Nederlandse aanpak. Hoewel ook hier de effecten formeel geen stemrecht hebben, heeft de staat het recht om twee vertegenwoordigers met vetorechten te benoemen tot niet-uitvoerend bestuurder. Bovendien ontvangen de huidige bestuurders geen bonussen over 2008. Een wezenlijk verschil is echter dat de rendementseisen van KBC gunstiger zijn als de bank-verzekeraar overgaat tot het uitbetalen van dividend. Als het dividendrendement hoger is dan de coupon, betaalt KBC stapsgewijs ‘maar’ 105 procent van het dividend in jaar één, 110 procent in jaar twee en 115 procent in jaar drie en verder.

Lage Duitse rente

Ook de Duitse overheid heeft een stabilisatiefonds (80 miljard euro) opgezet. Op 3 november besloot Commerzbank AG als eerste commerciële bank er gebruik van te maken. De bank krijgt een injectie van 8,2 miljard euro, in twee schijven van elk 4,1 miljard euro. De voorwaarden van de oosterburen lijken gunstiger voor aandeelhouders. Commerzbank betaalt op de eerste schijf weliswaar 8,5 procent rente, maar op de tweede schijf is dit slechts 5,5 procent. Ook krijgt de overheid geen recht op vertegenwoordigers in het bestuur. Wel zijn de topsalarissen gemaximeerd op 500.000 euro en ontvangt de directie over de jaren 2008 en 2009 geen bonus. Bovendien zijn de Duitsers strenger als het gaat om de uitbetaling van dividend. Het is niet bemoeilijkt, maar verboden voor Commerzbank om dividend uit te keren in 2009 en 2010.

Britse hulp
De Britse regering kwam als eerste op de proppen met een steunfonds. Tot nu toe hebben drie grote banken daar een beroep op gedaan. Royal Bank of Scotland (RBS), HBOS en Lloyds ontvingen respectievelijk 5 miljard pond, 3,5 miljard pond en 1 miljard pond. Daarnaast heeft de overheid HBOS en Lloyds met harde hand verzocht om te fuseren. De injecties zijn in de vorm van preferente aandelen met een looptijd van vijf jaar. De couponrente op de effecten is met 12 procent aan de hoge kant. Naast deze injecties garandeert de staat nog eens 27,5 miljard pond als geplande emissies voor reguliere aandeelhouders mislukken. Zodoende kan het belang van de overheid oplopen tot maar liefst 60 procent in RBS en 40 procent in de Lloyds-HBOS-combinatie.

De inmenging van de overheid werkt verwaterend op zowel economisch als juridisch vlak. Bovendien mogen banken geen dividend uitkeren totdat alle preferente aandelen zijn teruggekocht. Daarbij heeft de staat de banken verplicht om evenveel leningen te verstrekken als in 2007 om uitlenen te stimuleren. De Angelsaksen zijn minder streng met de bonussen voor de top. Deze zullen worden uitgekeerd in de vorm van aandelen.

Zwitsers pakken de kern aan
De Zwitserse bank UBS is met 42 miljard dollar aan afschrijvingen tot op heden in Europa het zwaarst getroffen door de kredietcrisis. De constructie van de Zwitserse overheid is daarom anders en drastischer dan die van andere overheden. UBS krijg 5,3 miljard dollar van de Zwitserse overheid in ruil voor ‘mandatory convertibles’ met een coupon van 12,5 procent. Deze waardepapieren moeten binnen 2,5 jaar tegen relatief gunstige voorwaarden worden omgezet in reguliere aandelen. Hoewel de rente hoog is, mag de bank dividend uitkeren als er geld overblijft.

Verder brengt UBS 60 miljard dollar van zijn probleemhypotheken onder in een ‘bad bank fund’ waarvoor de centrale bank zich garant stelt. UBS stopt zelf 6 miljard dollar in de vorm van eigen vermogen in dit fonds. De centrale bank legt daar 54 miljard dollar bovenop. Het belang van UBS is voor 1 dollar verkocht aan de centrale bank. Als de lening van 54 miljard dollar is afbetaald krijgt de staat het eerste miljard van het eigen vermogen en wordt het resterende bedrag gedeeld tussen de staat en UBS. Als de huidige waardering van de portefeuille correct is, ziet de bank dus 2,5 miljard dollar terug van de geïnvesteerde 6 miljard. Door de constructie is UBS af van bijna al zijn ‘giftige’ bezittingen en heeft de bank weer een ‘schone’ balans.

Invloed Bos
De voorwaarden van de Nederlandse, Belgische en Duitse steunfondsen hebben veel van elkaar weg. De Britse en Zwitserse aanpak zijn voor aandeelhouders draconischer. Toch zijn de Nederlandse rendementseisen in vergelijking met onze buurlanden scherper. Daarbij heeft Bos vooral op het vlak van corporate governance veel inspraak afgedwongen bij financieel gezonde instellingen als ING en Aegon.

Deze invloed biedt een uitgelezen kans om de corporate-governancestructuur van deze ondernemingen in lijn te brengen met de code-Tabaksblat. Zo moet de ondemocratische constructie van de certificering van aandelen ING worden afgeschaft. Ook moet de rol van de vereniging binnen de vennootschapstructuur van Aegon onder de loep genomen worden. Het stemrecht van deze vereniging moet per direct worden teruggebracht tot haar reële kapitaalinbreng en niet langer de mogelijkheid van disproportionaliteit bevatten. Mocht het ergste van de kredietcrisis voorbij zijn, dan is er nog genoeg werk te doen voor Bos.