VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

DPA en oprichter Smit nog niet van elkaar verlost

In moeilijke omstandigheden maar met een nieuwe bestuursvoorzitter moet detacheerder DPA de weg naar zwarte cijfers weer zien te vinden. Ondertussen houden voormalig ceo Peter Smit en het bedrijf elkaar in een dubbele nelson.

Terwijl DPA een nieuwe bestuursvoorzitter voordroeg voor benoeming is het vooral de in maart vorig jaar weggestuurde ceo en oprichter Peter Smit die veel aandacht blijft opeisen. Vertrekkend president-commissaris Arend de Roever kwam pas aan het einde van de buitengewone aandeelhoudersvergadering (bava) met meer opening van zaken over de conflictueuze financiële afwikkeling van het vertrek van Smit bij het Amsterdamse detacheringbedrijf. Het juridische gevecht is begonnen en een oplossing lijkt ver weg.  

Zo gaf De Roever aan dat DPA een bedrag van zes ton claimt van Smit, die het bedrijf in 1990 oprichtte en in 1999 naar de beurs bracht. Deze vordering heeft onder meer betrekking op privé-uitgaven die uiteindelijk voor rekening van DPA blijken te zijn gekomen. De raad van commissarissen (rvc) en Smit bleven fundamenteel van mening verschillen over deze vordering. Uiteindelijk heeft dit ertoe geleid dat DPA beslag heeft laten leggen bij Smit om haar vordering veilig te stellen en is inmiddels een bodemprocedure begonnen om zo snel mogelijk dit geld terug te krijgen.Onterechte stilte
Merkwaardig genoeg was de rvc van mening dat zij aan dit felle dispuut geen eerdere ruchtbaarheid hoefde te geven, omdat het volgens haar geen koersgevoelige informatie betrof. De VEB en andere aandeelhouders, waaronder het Add Value Fund en Kempen & Co, hebben DPA er tijdens de vergadering echter van overtuigd het hier absoluut niet mee eens te zijn. Gezien de ernst en omvang van het conflict al lang geen reden meer voor enige piëteit met Smit.

Daarnaast is nog sprake van een ander conflict waar aanzienlijk meer geld mee is gemoeid. Hierbij gaat het om de verhuizing naar het nieuwe hoofdkantoor in Amsterdam Sloterdijk. Deze overeenkomst is door Smit met vastgoedmaatschappij Fortress afgesloten en DPA lijkt geen idee te hebben waar een deel van het met Fortress overeengekomen terug te storten bedrag terecht komt. DPA heeft hierover in een eerder stadium twee persberichten uitgegeven, maar deze waren zo cryptisch geformuleerd dat zij eerder voor verwarring dan verheldering zorgden.

Vorderingen
Nadat het Financieele Dagblad melding had gemaakt van dit conflict trok Smit ten onrechte de conclusie dat hij daarin als partij direct betrokken was en heeft vervolgens DPA van aantasting van zijn goede naam beticht. Hij is hierover een rechtszaak gestart en eist nu 1,4 miljoen euro van DPA. DPA zelf is met Fortress wel tot een vergelijk gekomen waarmee de daaruit voortvloeiende materiele vordering, een bedrag is niet genoemd, is veiliggesteld.

Een eerste betaling is inmiddels ontvangen, maar de tweede betaling wordt door het beslag van Smit verhinderd. Aandeelhouders hebben er in de bava op aangedrongen dat het door DPA na afloop te publiceren persbericht hierover open en helder diende te zijn en zeker niet cryptisch moest worden geformuleerd. Want dat DPA nog steeds moeite heeft om aandeelhouders adequaat te informeren, is inmiddels tot alle partijen – en naar het lijkt ook eindelijk bij DPA zelf – doorgedrongen.

De VEB wilde vanzelfsprekend ook weten wat de bevindingen van de terugtredende interim bestuursvoorzitter Michel van Hemele zijn geweest. Wat volgde was een ontluisterend beeld. Toen hij acht maanden geleden aan het roer kwam, trof hij een organisatie aan met groot achterstallig onderhoud en een verre van afgewerkte fusie tussen DPA en de Rotterdamse detacheerder Flex, nota bene uit begin 2006.

Belangrijkste horde hierbij was dat DPA een business model hanteert op basis van detachering met een laag volume en hoge marges, terwijl Flex juist stuurde op een hoog volume met lage marges. Een en ander leidde tot liefst 83 verbetertrajecten, waarvan er inmiddels 79 zijn afgerond en de resterende 4 voor 31 januari klaar moeten zijn.

Nieuwe man
Van Hemele stelde dat DPA op termijn een rendement op geïnvesteerd vermogen (roic) van 14 procent moet kunnen halen. Dit is lager dan bijvoorbeeld het target van Randstad van 17 procent, maar in zijn ogen reëel voor DPA. Zonder economische crisis zou dat doel in augustus 2009 haalbaar zijn geweest, maar dit zal nu enige tijd later worden. Onder leiding van Van Hemele is ook een groot deel van het management vervangen. De benoeming van de van Randstad afkomstige Roland van der Hoek vormt daarvan het sluitstuk. Hij verkocht in 2007 zijn bedrijf Threemen aan de Diemense uitzender nadat hij eerder al in 2000 een ander bedrijf verkocht had aan de inmiddels failliete IT onderneming CSS.

De VEB heeft de rvc ter vergadering de problematische en nog altijd niet voltooide integratie van Flex in DPA verweten. De commissarissen zijn duidelijk te veel op afstand gebleven en controleerden de handel en wandel van Smit en de van Flex meegekomen oprichters De Laat en Broersma volstrekt onvoldoende.

De VEB sprak de hoop uit dat vanaf nu een betere invulling zal worden gegeven aan de toezichthoudende functie van de rvc. Met een nieuwe ceo en president-commissaris breekt een nieuw tijdperk aan. De afgelopen jaren kunnen als verloren worden beschouwd en leergeld is inmiddels wel voldoende betaald. Terwijl alle concurrenten winstmarges in de dubbele cijfers konden presenteren, slaagde DPA er door alle interne besognes niet in om ook maar een eurocent winst te behalen.
 
Duwen en trekken om beloning
Toch was DPA over de benoeming van Van der Hoek weer als vanouds vaag gebleven. Pas nadat de VEB opheldering had gevraagd over zijn benoemingstermijn en beloningspakket (punten die ruimschoots voor de vergadering bekend moeten worden gemaakt) werden deze punten duidelijk. Van der Hoek zal 300.000 euro gaan verdienen met een maximale bonus van 100.000 euro en een exit regeling die minder dan 12 maanden basissalaris omvat. Hij is voor onbepaalde tijd aangesteld. Een beslissing die door De Roever werd gemotiveerd door te wijzen op de vele interne positiewisselingen en de behoefte om aan de hele organisatie de continuïteit in de leiding duidelijk te maken. Deze argumentatie kon de VEB niet overtuigen. Met Van der Hoek was een gangbare bestuursperiode zoals de code Tabaksblat voorschrijft niet eens besproken. Zelf verklaarde hij desgevraagd dat een vierjaarstermijn voor hem geen obstakel zou zijn geweest om het bestuursvoorzitterschap te accepteren.

DPA zal zo snel mogelijk moeten aantonen dat zij echt een andere weg is ingeslagen. Operationeel moet het huis op orde worden gebracht en naar aandeelhouders moet nu eens eindelijk geluisterd gaan worden.