VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Het drama World Online

Zelden kreeg een beursgang zoveel aandacht als die van World Online in 2000. De aanvankelijk torenhoge verwachtingen werden bepaald niet ingelost, de beursgang eindigde in een drama voor beleggers. Een voorgeschiedenis.

1995
Nina Brink zet interprovider World Online op.

22 november 1999
Directeur Nina Brink kondigt aan begin 2000 World Online naar de beurs te willen brengen. Het bedrijf, dat met circa 600.000 abonnees marktleider claimt te zijn in Nederland, wil kapitaal ophalen om de positie in Europa verder te versterken.

Begin 2000
Beursgang van World Online International NV is in voorbereiding. De beursgang wordt begeleid door een syndicaat van banken en effecteninstellingen, dat geleid werd door ABN Amro Rothschild (ABN Amro) en Goldman Sachs International (Goldman Sachs).

De introductieprijs van de aandelen is vastgesteld met de zogeheten ‘bookbuilding’ methode. Dat houdt in dat de uiteindelijke introductieprijs wordt vastgesteld aan de hand van opgaven van geïnteresseerde beleggers. In het voorlopig prospectus werd daarom alleen een bandbreedte van EUR 35 tot EUR 43 van de prijs per aandeel gegeven.

Particuliere beleggers konden op basis van die bandbreedte aangeven hoeveel aandelen zij zouden willen kopen; zij schreven dus bestens in. Institutionele beleggers konden naast het aantal tevens aangeven voor welke prijs zij de aandelen zouden willen verkrijgen. De introductieprijs is uiteindelijk vastgesteld op EUR 43,-.         

Garant
Het syndicaat heeft de beursintroductie ‘underwritten’. Underwriting komt er in het kort op neer dat het syndicaat er voor in staat dat de aandelen geplaatst zullen worden. Het syndicaat nam aldus het plaatsingsrisico op zich, zodat WOL en haar drie oude aandeelhouders ervan verzekerd waren dat de beursintroductie zou slagen. Door underwriting krijgen begeleidende banken een eigen belang bij het slagen van een beursintroductie. 

17 maart 2000

Eerste handelsdag aandeel World Online. De prospectus die hoort bij de beursgang is de dag tevoren pas definitief vastgesteld. Het aandeel opent op 50,20, 17 procent boven de inschrijvingsprijs. De slotkoers die dag bedroeg EUR 43,20.

Tot eind december 2000
In de dagen daarna raakt het aandeel in een vrije val en beweegt de rest van het jaar tussen EUR 10 en EUR 15. In de laatste week dat WOL een beursnotering heeft, eind december 2000, gaat de koers onder de EUR 10. Daarna neemt branchegenoot Tiscali World Online over.    

De schade die World Online-beleggers hebben geleden is aanzienlijk. Op 17 maart 2000 werden 67,6 miljoen aandelen geplaatst tegen EUR 43. Daarvan was op 3 april 2000 nog slechts EUR 19,25 over.

Op basis van de waarde van het bod van Tiscali (0,4891 aandeel Tiscali voor elk aandeel World Online) vertegenwoordigden de aandelen World Online op 14 maart EUR 7,34, hetgeen een daling van bijna 83 procent oplevert ten opzichte van de introductiekoers.

Daarmee hebben beleggers gezamenlijk een bedrag van EUR 2,3 miljard verloren. 

14 maart 2001
De VEB dagvaart drie oude aandeelhouders en de twee begeleidende banken. De VEB heeft een verklaring voor recht gevorderd dat de gedaagden onrechtmatig hebben gehandeld door de beleggers in WOL te misleiden door onjuiste en onvolledige berichtgeving.

In de aanloop naar, maar ook in de periode na, de beursintroductie is een groot aantal onjuiste en onvolledige mededelingen gedaan, in het prospectus en door WOL, en haar bestuursvoorzitter mevrouw Nina Brink, in diverse media.

Deze mededelingen hadden betrekking op: 

a) het aandelenbezit van mevrouw Brink, zij verkocht eind december 1999 tweederde van haar aandelenbezit tegen een prijs van 6,04 euro per aandeel;

b) de professionele loopbaan van mevrouw Brink, dat zij eerder betrokken was geweest bij een aantal faillissementen werd niet vermeld, terwijl de successen wel breed uitgemeten werden;

c) de bestemming van de emissieopbrengst;

d) de converteerbare leningen van ABN Amro;

e) de overname van Telitel AB;

f) de lock-up verplichting van bestuurders en commissarissen;

g) een patroon van optimistische berichtgeving rondom de beursgang.

17 december 2003
De Amsterdamse rechtbank stelt de VEB in het gelijk en oordeelt dat World Online de beleggers heeft misleid ten tijde van de beursgang. 

Misleidend blijken bijvoorbeeld de uitspraken van Nina Brink over haar belang in het internetbedrijf en de wijzigingen in dat belang. De uitlating van Brink op 1 maart 2000 “I didn’t sell any shares at this time” wekte volgens de rechtbank onmiskenbaar de indruk dat het belang van Brink (recentelijk) niet gewijzigd was.

Verder stelde Brink: “Ik ga niet vertellen of ik iets cash. In het prospectus zal dat denk ik lastig te achterhalen zijn. Er zijn een aantal bv’s tussengeschoven”. In werkelijkheid had Brink een aantal maanden daarvoor al “gecashed”.De rechtbank veroordeelt World Online tevens de schade van de bij de VEB aangesloten beleggers (10.300), als gevolg van die misleiding, plus de wettelijke rente vanaf 3 april 2000, te vergoeden.

De bij de beursgang van World Online betrokken banken gaan in deze uitspraak vrijuitvoor hun aandeel in de meest mislukte beursgang ooit.

22 maart 2004
De VEB gaat in beroep tegen de uitspraak van Amsterdamse rechter uit december. Volgens de VEB zijn bij de beursgang betrokken banken wel degelijk schuldig aan misleiding van beleggers.

3 mei 2007
Uitspraak hoger beroep door het Gerechtshof in Amsterdam. De hoofdpunten van die uitspraak:

- WOL heeft onrechtmatig gehandeld tegenover beleggers door de onjuiste en onvolledige mededelingen over het aandelenbezit en de loopbaan van Brink en door Telitel als dochtervennootschap op te nemen. Daarmee heeft zij een te optimistisch beeld geschapen en laten bestaan over de waarde en de toekomstverwachtingen van de onderneming, en 

- ABN Amro en Goldman Sachs hebben onrechtmatig gehandeld door als leiders van het syndicaat niet op te treden tegen het te optimistische beeld dat door WOL geschapen en gehandhaafd werd.

ABN Amro veroordeeld in aparte procedure
ABN Amro is daarnaast in een aparte procedure voor het College van beroep voor het bedrijfsleven (Cbb) veroordeeld voor koersmanipulatie op 17 maart 2000. ABN Amro heeft zich schuldig gemaakt aan het kunstmatig hooghouden van de koers door zelf grote hoeveelheden aandelen voor een koers van EUR 50,20 in te kopen.

De VEB heeft in hoger beroep die koersmanipulatie ook aan haar eis ten grondslag gelegd. Het Hof heeft echter in strijd met het oordeel van het Cbb geoordeeld dat geen sprake was van een verboden maatregel door ABN Amro.

20 augustus 2007
VEB gaat in spoedcassatie tegen het arrest van het gerechtshof. In het arrest stelt het Hof daar er geen sprake zou zijn geweest van koersmanipulatie door ABN Amro bij de beursgang van World Online.