Vandaag heeft CVC bekend gemaakt dat zij van plan is 20,11 euro te bieden voor de resterende aandelen in Schuitema. Deze aankondiging volgt op de afwijzing door de aandeelhoudersvergadering van het inkoopbod van 26 euro. De VEB vindt dit bod veel te laag. Het is niet de billijke prijs die CVC op grond van de wet zou moeten bieden. Indien CVC het bod van 20,11 euro doorzet zal de VEB de Ondernemingskamer vragen een hogere prijs vast te stellen.
Op grond van de nieuwe overnamewetgeving is CVC na het verwerven van een belang van meer dan 30 procent verplicht een openbaar bod te doen op alle aandelen voor een billijke prijs. De VEB is van mening dat het bod van 20,11 euro geen billijke prijs inhoudt. De ondergrens voor die billijke prijs is de waarde die grootaandeelhouder Ahold heeft gekregen voor de aandelen. Afgezien van het feit dat Schuitema zelf een prijs van 26 euro fair heeft genoemd, is het zeer waarschijnlijk dat Ahold in totaal meer heeft ontvangen dan de voorgestelde 20,11 euro per aandeel. Op de aandeelhoudersvergadering heeft Schuitema bevestigd dat de waarde van het driejarig vetorecht van Ahold ten aanzien van belangrijke besluiten voor de toekomst van Schuitema niet is meegenomen in de prijs. Daarnaast is het onduidelijk of het vastgoed en de 58 winkels at arms’ length aan Ahold zijn verkocht. Ondanks meerdere verzoeken duidelijkheid te verschaffen over de details van de transactie, heeft Schuitema transparantie consequent geweigerd. De VEB gaat ervan uit dat, al dan niet door toedoen van AFM, deze informatie in het nog te publiceren biedingsbericht zal staan, zodat de aandeelhouders alsnog duidelijkheid op deze punten krijgen. Indien CVC het bod van 20,11 euro, ondanks bovengenoemde bezwaren, doorzet, zal de VEB de Ondernemingskamer vragen een billijke, hogere, prijs vast te stellen.Minderheidsaandeelhouders van Schuitema kunnen zich via de Vereniging van Effectenbezitters