VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

VEB vraagt openheid van Schuitema

Supermarktketen Schuitema moet zijn aandeelhouders uitleggen waarom zij genoegen moeten nemen met een bod van 26 euro per aandeel. Bovendien moet het bedrijf bescherming bieden aan aandeelhouders die niet wensen in te gaan op het zogenoemde inkoopbod door CVC Capital. 

Dat heeft de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) aan Schuitema laten weten. Afgelopen maandag berichtte Schuitema over de voortgang van de overname van het belang van grootaandeelhouders Ahold en CKK door CVC Capital Partners. CVC koopt het 73 procent belang van Ahold in ruil voor 185 miljoen euro, een 20 procent belang in de nieuwe vennootschap, 58 winkels plus vastgoed. Daarnaast koopt CVC voor een onbekend bedrag de aandelen van de stichting CKK. Doordat CVC de controle over Schuitema verkrijgt is zij verplicht om een bod te doen op alle overige aandelen (1,7 procent). Schuitema wil nu in plaats van het verplichte bod een inkoopbod voorstellen. Dit vereist dat 95 procent van de minderheidsaandeelhouders hiermee vooraf akkoord gaat. Schuitema wil 26 euro per aandeel bieden voor de inkoop, bij een verplicht bod dient CVC dezelfde prijs als Ahold of CKK heeft gekregen te bieden. Volgens Schuitema is dit 20,10 euro. De VEB erkent dat een inkoop van aandelen procedureel makkelijker is dan een verplicht bod. Dit wil niet zeggen dat aandeelhouders bij een inkoopprocedure minder informatie nodig hebben om over de inkoopprijs te oordelen. Gezien de bestaande conflicterende belangen in
de raad van bestuur en raad van commissarissen ten aanzien van de transactie is een adequate informatievoorziening een absoluut vereiste. Aandeelhouders dienen inzicht te hebben in hoeverre grootaandeelhouders Ahold en CKK niet bevoordeeld worden door deze transactie. Daarvoor moeten de details van de overeenkomsten tussen CVC, Schuitema en de grootaandeelhouders Ahold en CKK op tafel. De werkelijke waarde van de transacties is maatgevend bij het bepalen van de billijke prijs bij een verplicht bod en daarmee de afweging of een inkoopbod al dan niet te prefereren valt.De VEB kan in de bijzondere situatie van Schuitema onder drie voorwaarden instemmen met een inkoopprocedure in plaats van een verplicht bod. Ten eerste moeten aandeelhouders een goede prijs krijgen voor de aandelen, ten tweede moeten aandeelhouders alle relevante informatie ontvangen om over de prijs te oordelen en ten derde dienen de aandeelhouders die hun aandelen (om hun moverende redenen) niet wensen aan te melden voldoende beschermd
te worden. Indien Schuitema hiertoe niet bereid is, houdt de VEB alle juridische mogelijkheden open.De VEB constateert dat Schuitema volstrekt onvoldoende informatie verschaft over de transactie tussen de grootaandeelhouders, de vennootschap en CVC. De VEB heeft Schuitema een brief gestuurd met daarin een aantal vragen die meer inzicht moeten geven om te oordelen over de transactie. De VEB heeft tevens AFM gevraagd om er op toe te zien dat Schuitema zich aan de wettelijke regels houdt en om alle koersgevoelige informatie onverwijld te publiceren.
Vereniging van Effectenbezitters