VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

TMC moet zich nu bewijzen

Ook The Member Company (TMC) heeft de wind tegen. Het zijn externe krachten die vaak als eerste af moeten vloeien bij bedrijfsmatige tegenslag. Maar de kracht van het unieke model met "werkondernemers" geeft de leiding van de Eindhovense detacheerder voldoende vertrouwen in de toekomst.

Dat de crisis TMC raakt lijkt zonneklaar. Op de lijst van belangrijke opdrachtgevers staan de nou niet bepaald als robuust bekendstaande ondernemingen ASML, Philips, Océ en halfgeleiderproducent NXP. TMC ervaart dan ook een druk op de tarieven. Om preferred supplier te kunnen blijven, moet TMC een lagere marge accepteren. Behalve margedruk is ook het aantal bankzitters toegenomen.

Signalen op oranje
Een ander teken van mindere economische tijden zijn de toegenomen uitstaande vorderingen op klanten. TMC schreef deze toename desgevraagd tijdens de aandeelhoudersvergadering toe aan de groei van de omzet als gevolg van de overname van Adapté eind 2007.

Dit is echter niet meer dan een gedeeltelijke verklaring aangezien de omzet hierdoor slechts met 28 procent is toegenomen.

Een manier om de afnemende inkomsten te compenseren is snijden in de kosten. Maar bij TMC zijn de mogelijkheden om kosten te reduceren beperkt. Het grootste deel van de kosten bestaat uit vaste personeelskosten. Maar een zeer beperkt deel hiervan is afhankelijk van de resultaten van het bedrijf

Beste van twee werelden
De oplossing moet komen van het businessmodel dat TMC hanteert. De Eindhovense consultancy en engineering onderneming gaat langdurige arbeidsrelaties aan met hoogopgeleide technische arbeidskrachten die door middel van winstdeling en gerichte carrière coaching aan de onderneming worden gebonden.

Deze zogenoemde werkondernemers worden vervolgens voor een langere periode gedetacheerd en komen op strategische plekken terecht binnen de organisatie van de opdrachtgever komen.

Zo bevinden de TMC gedetacheerden zich in de strategische schil van hun opdrachtgever en deze positie blijft bij saneringsrondes langer buitenschot. Bestuursvoorzitter Manders lichtte toe dat TMC'ers bij ASML bijvoorbeeld actief zijn op het gebied van research en development. Gezien het belang van dit onderdeel wil ASML hierin zo min mogelijk snijden.

Risico dempen
TMC zet niet al zijn kaarten op het model van werkondernemers. Het bedrijf zoekt naarstig naar nieuwe opdrachtgevers en probeert een grotere spreiding in regio's en sectoren te realiseren om het risicoprofiel te verkleinen.

In dit licht moet ook de overname van Adapté gezien worden dat actief is op het gebied van civiele techniek. TMC is van oorsprong hoofdzakelijk actief op het gebied van technologie en ict.

Geen afwaardering op Adapté
Die overname van Adapté heeft nog niet gebracht wat ervan verwacht was.
Toch vond TMC het niet nodig om de destijds betaalde goodwill deels af te waarderen (impairment). Volgens bestuursvoorzitter Thijs Manders gaven de vooruitzichten geen aanleiding om af te boeken op Adapté.

Die bewering staat in schril contrast met de praktijk bij branchegenoot DPA. DPA heeft onlangs wel fors afgeschreven op twee overnames uit 2006.

Risico
Het model van werkondernemer dat TMC gebruikt kent op het oog nogal wat risico's. In de arbeidsovereenkomsten van TMC met de werkondernemers staat geen concurrentiebeding. En dus bestaat het risico dat een werkondernemer door de klant wordt ingelijfd.

Topman Thijs Manders legde beleggers uit waarom het concept "conjunctuur proof" is. De ervaring leerde hem dat TMC zowel in goede als slechte tijden werkondernemers aan zich weet te binden.

In slechte tijden geniet zij van een vast dienstverband en in goede tijden wordt geprofiteerd van de individuele winstdeling. Volgens Manders is het verloop van werkondernemers laag.

In economisch goede tijden worden ondernemingen niet echt op de proef gesteld. Nu de marktomstandigheden verslechterd zijn, is het moment aangebroken voor TMC om de kracht van haar businessmodel aan te tonen.