De Fortune 500 rangschikt bedrijven jaarlijks op basis van hun jaaromzet.

Shell noteerde in 2008 een omzet van 458 miljard dollar. De hoge olieprijs, die halverwege dat jaar piekte op circa 150 dollar per vat, heeft hier een aardige bijdrage aan geleverd. Evenals de hoge gastarieven. Het is dan ook niet voor niets dat dit jaar zeven olie- en gasproducenten in de top-10 staan.

Toptien Fortune 500

1. Royal Dutch Shell
2. Exxon Mobil
3. Wal-Mart Stores
4. BP
5. Chevron
6. Total
7. ConocoPhillips
8. ING Group
9. Sinopec
10. Toyota Motor

Omdat Fortune omzet als maatstaf hanteert, kunnen vooral energiebedrijven, detailhandelaren, autoconcerns en financiële conglomeraten hoog scoren op de jaarlijkse lijst.

Andere criteria
Voor energiebedrijven zelf is omzet niet de belangrijkste graadmeter. Zij kijken vooral naar het productievolume en nieuwe vondsten van olie en gas. Wat betreft het productievolume, deed Shell het in 2008 relatief slecht. De reguliere olie- en gasproductie zakte met twee procent tot 3,2 miljoen vaten per dag.

Shell kwam op basis van winstgevendheid het afgelopen jaar met een nettowinst van 26 miljard dollar niet als beste uit de bus. Concurrent ExxonMobil presteerde veel beter met een winst van 45 miljard dollar. Net als het Russische staatsconcern Gazprom, dat een nettowinst van bijna dertig miljard dollar noteerde.

Nederlandse inbreng
Naast Shell nestelt nog een Nederlandse onderneming in de toptien. Bankverzekeraar ING staat op de achtste plaats met een omzet van 227 miljard dollar over 2008. Een plaats lager dan vorig jaar.

1.    Royal Dutch Shell 
8.    ING Group
104. EADS
121. Unilever 
147. LyondellBasell Industries
165. Rabobank
187. Ahold
195. Philips
227. GasTerra
406. Akzo Nobel
434. Royal KPN
442. Heineken
450. Randstad