VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Obama trapt optimisme over einde recessie de grond in

Beleggers zijn dit jaar nog niet zo optimistisch geweest als nu. Met dank aan de minder slechte macrocijfers en halfjaarresultaten dan verwacht.

Centrale bankiers willen het publiek gerust stellen optimisme, maar de Amerikaanse president Obama probeert het optimisme juist te temperen. De recessie is absoluut nog niet voorbij.

Context is alles. Toen vrijdag bekend werd dat de Amerikaanse economie met 1 procent was gekrompen werd dat door veel beleggers als goed nieuws gezien. Ten eerste omdat het gros van de economen een krimp van anderhalf procent had ingecalculeerd. Maar vooral ook omdat het resultaat een stuk beter was dan de recordteruggang van -6,5 procent in het eerste kwartaal.

President Obama probeert beleggers met beide benen op de grond te houden en dat op een moment dat de beurzen hun hoogste standen van dit jaar bereiken. Obama laat weten dat de recessie nog ‘dieper uitvalt dan iedereen had gedacht.'
 
Zolang de economie terugloopt zal de werkloosheid blijven stijgen en blijven de zo belangrijke consumentenuitgaven onder de maat. Obama beseft als geen ander dat de milde krimp van de Amerikaanse economie vooral te danken is aan de massieve geldinjecties van de overheid in banken en andere sectoren.
Desondanks is de gecombineerde krimp van de Amerikaanse economie in het eerste half jaar de grootste sinds de depressie in de jaren dertig.

Opvallend
Met zijn ontnuchterende woorden lijkt de Amerikaanse president zijn optimistische toon van een paar dagen eerder te willen nuanceren. Toen liet hij weten dat het begin van het einde van de recessie wellicht in zicht was.
Opvallender nog is het contrast met de verhalen die centrale bankiers als Alan Greenspan en Ben Bernanke. Zij proberen de bevolking vertrouwen te geven en perspectief te bieden.

Fed-voorzitter Ben Bernanke zei tijdens een spreekbeurt een daling van de werkloosheid te verwachten in de tweede helft van dit jaar. Zijn voorganger Greenspan, in het verleden vermaard om zijn raadselachtige uitspraken, : er is een goede kans dat de economie in het derde kwartaal weer groeit tot wel 2,5 procent.

En zo worden bankpresidenten voorvechters van vertrouwen. Het publiek moet weer gaan consumeren, alleen zo kan de economie uit het dal raken.

Of beleggers de woorden van de twee iconen voor zoete koek slikken is twijfelachtig. De reputatie van de bankpresidenten heeft de afgelopen tijd een forse deuk opgelopen. President Obama lijkt dat te beseffen. De gevoelstemperatuur van de crisis laat weinig ruimte voor ongebreideld beleidsmatig optimisme. De massa's mensen die nu nog hun baan gaan verliezen hebben weinig op met verhalen over ‘ groene scheuten van de economie.'