Het bonussysteem in de financiële wereld is misdadig. Maar waar de focus uitgaat naar de hoge beloningen van bestuurders, zijn het de handelaars in financiële producten die de hoogste bonussen opstrijken.
Dat zegt voormalig Fortisbestuurder en topbankier Karel de Boeck tegen .
De Boeck beklemtoont dat CEO's van financiële instellingen meestal niet tot de top-50 van de best betaalde werknemers van het bedrijf behoren. 'Dat was zo bij Fortis en ook bij ABN AMRO, waar ik vice-president was.'
Hij geeft daarbij het voorbeeld van een bank - niet Fortis - waar de bonussen meer middelen opslorpten dan er overbleven voor de bank. 60 procent van de winst van de marktenafdeling werd aan bonussen besteed.
‘Ze werden bovendien meteen uitbetaald en wegens onrust over een nakende overname meteen ook gegarandeerd voor het jaar nadien.' De verwijzing naar de overname suggereert dat de bank in kwestie ABN Amro is.
De Boeck zelf ontving in zijn Fortistijd ook een aardige bonus. Naast zijn standaardsalaris van 800.000 euro op jaarbasis, ontving hij ook acht ton als extra beloning. Dat is meer dan zijn opvolger Bart de Smet opstrijkt: een jaarsalaris van 500.000 euro, met een jaarbonus van maximaal vijf ton.
Evenwicht zoek
Volgens De Boeck speelt het probleem in de hele financiële wereld, ‘die compleet uit evenwicht' is. Het uit de VS overgewaaide bonussensysteem is volgens De Boeck van die aard 'dat het elk redelijk mens uit zijn evenwicht haalt in zijn beoordeling van risico en rendement'.
'Ik heb een geval gezien van een bonus van 5 miljoen euro voor posities die twee maanden later geen fluit meer waard waren', zegt De Boeck.
De premies moeten volgens De Boeck dringend worden herzien. Hij vindt dat de bonussen voortaan in tijd verspreid worden. Ook de hoogte van de uitkeringen moet herbekeken worden. ‘Als bank moet je een normaal rendement kunnen hebben, zonder dat dat aangevreten wordt door traders.'
Gebrek aan loyaliteit
De oud Fortis-man hekelt bovendien het binnen de instellingen. ‘De haaien die de dikke bonussen verdienen, zijn bij de eerste zwarte wolk weg om elders onheil te gaan aanrichten', aldus De Boeck. ‘Ik ben beschaamd voor het bankwezen. Er is een gebrek aan moraliteit.'
De Boeck beklemtoont dat CEO's van financiële instellingen meestal niet tot de top-50 van de best betaalde werknemers van het bedrijf behoren. 'Dat was zo bij Fortis en ook bij ABN AMRO, waar ik vice-president was.'
Hij geeft daarbij het voorbeeld van een bank - niet Fortis - waar de bonussen meer middelen opslorpten dan er overbleven voor de bank. 60 procent van de winst van de marktenafdeling werd aan bonussen besteed.
‘Ze werden bovendien meteen uitbetaald en wegens onrust over een nakende overname meteen ook gegarandeerd voor het jaar nadien.' De verwijzing naar de overname suggereert dat de bank in kwestie ABN Amro is.
De Boeck zelf ontving in zijn Fortistijd ook een aardige bonus. Naast zijn standaardsalaris van 800.000 euro op jaarbasis, ontving hij ook acht ton als extra beloning. Dat is meer dan zijn opvolger Bart de Smet opstrijkt: een jaarsalaris van 500.000 euro, met een jaarbonus van maximaal vijf ton.
Evenwicht zoek
Volgens De Boeck speelt het probleem in de hele financiële wereld, ‘die compleet uit evenwicht' is. Het uit de VS overgewaaide bonussensysteem is volgens De Boeck van die aard 'dat het elk redelijk mens uit zijn evenwicht haalt in zijn beoordeling van risico en rendement'.
'Ik heb een geval gezien van een bonus van 5 miljoen euro voor posities die twee maanden later geen fluit meer waard waren', zegt De Boeck.
De premies moeten volgens De Boeck dringend worden herzien. Hij vindt dat de bonussen voortaan in tijd verspreid worden. Ook de hoogte van de uitkeringen moet herbekeken worden. ‘Als bank moet je een normaal rendement kunnen hebben, zonder dat dat aangevreten wordt door traders.'
Gebrek aan loyaliteit
De oud Fortis-man hekelt bovendien het binnen de instellingen. ‘De haaien die de dikke bonussen verdienen, zijn bij de eerste zwarte wolk weg om elders onheil te gaan aanrichten', aldus De Boeck. ‘Ik ben beschaamd voor het bankwezen. Er is een gebrek aan moraliteit.'