Duik eens in de ondergoedlades van mannen en zie hoe het er voor staat met de economie. Voormalig Fed-voorzitter Alan Greenspan kwam in de jaren zeventig met deze graadmeter voor de stand van de economie op de proppen en die blijkt nog steeds actueel.
De gedachte achter de onderbroekenindicator is simpel. Mensen willen er in alle omstandigheden goed uitzien. Als het economisch gezien echter minder goed gaat en er ergens op bezuinigd moet worden, dan op zaken die toch vrijwel niemand te zien krijgt: de onderbroek.
Wie kijkt naar de verkopen van mannenondergoed, zal zien dat die doorgaans een zeer stabiele lijn vertoont. En die lijn verandert bijna nooit. Behalve als er een economisch dipje aan zit te komen. Dan blijkt dat mannen er geen enkel probleem mee hebben om hun onderkleding te dragen tot de gaten er in vallen of de rek er geheel uit is.
Problemen in aantocht?
Volgens Greenspan wijst een stagnatie in de verkopen er dan ook vrijwel steevast op dat economische problemen in aantocht zijn.
Ook de huidige recessie ging gepaard met een dip in de verkopen. Liefst 12 procent minder mannenonderbroeken gingen begin 2008 over de toonbank, vlak voor de recessie zich aandiende.
In de eerste helft van 2009 liepen de verkopen weer een klein beetje op, met 4,8 procent. ‘Dat toont aan dat de consument niet geheel van het toneel verdwenen is', zei Marshal Cohen, analist van het Amerikaanse onderzoeksbureau NPD.
Cohen volgt al dertig jaar de verkopen van mannenondergoed en bevestigt de lezing van Greenspan, dat de economische opgang en neergang gelieerd is aan het aantal exemplaren dat over de toonbank gaat.
'Goede indicator'
‘Het lijkt misschien een vreemde manier om economische ontwikkelingen te volgen, maar het is een goede indicator. Ondergoed is een noodzakelijk goed. Als we weer een beetje extra geld te spenderen hebben, geven we dat uit aan zaken die we nodig hebben', aldus Cohen.
Afgaand op de laatste cijfers van Cohen,zakt de verkoop van mannenondergoed niet verder, en is zelfs een lichte stijging zichtbaar. ‘Dat impliceert dat de economie aan het stabiliseren is', stelt de analist.
Overigens wordt niet duidelijk of de onderbroekenindicator van Greenspan ontstaan is uit eigen ervaring.
Wie kijkt naar de verkopen van mannenondergoed, zal zien dat die doorgaans een zeer stabiele lijn vertoont. En die lijn verandert bijna nooit. Behalve als er een economisch dipje aan zit te komen. Dan blijkt dat mannen er geen enkel probleem mee hebben om hun onderkleding te dragen tot de gaten er in vallen of de rek er geheel uit is.
Problemen in aantocht?
Volgens Greenspan wijst een stagnatie in de verkopen er dan ook vrijwel steevast op dat economische problemen in aantocht zijn.
Ook de huidige recessie ging gepaard met een dip in de verkopen. Liefst 12 procent minder mannenonderbroeken gingen begin 2008 over de toonbank, vlak voor de recessie zich aandiende.
In de eerste helft van 2009 liepen de verkopen weer een klein beetje op, met 4,8 procent. ‘Dat toont aan dat de consument niet geheel van het toneel verdwenen is', zei Marshal Cohen, analist van het Amerikaanse onderzoeksbureau NPD.
Cohen volgt al dertig jaar de verkopen van mannenondergoed en bevestigt de lezing van Greenspan, dat de economische opgang en neergang gelieerd is aan het aantal exemplaren dat over de toonbank gaat.
'Goede indicator'
‘Het lijkt misschien een vreemde manier om economische ontwikkelingen te volgen, maar het is een goede indicator. Ondergoed is een noodzakelijk goed. Als we weer een beetje extra geld te spenderen hebben, geven we dat uit aan zaken die we nodig hebben', aldus Cohen.
Afgaand op de laatste cijfers van Cohen,zakt de verkoop van mannenondergoed niet verder, en is zelfs een lichte stijging zichtbaar. ‘Dat impliceert dat de economie aan het stabiliseren is', stelt de analist.
Overigens wordt niet duidelijk of de onderbroekenindicator van Greenspan ontstaan is uit eigen ervaring.