VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Bestuurders Van der Moolen maken gehakt van beweringen voorganger

Bestuurders Peter Zwart en Arjen Paardekooper vegen de vloer aan met de beweringen van voormalig Van der Moolen-bestuursvoorzitter Richard den Drijver. De twee bestuurders verwijten Den Drijver een ´gebrek aan realiteitszin.´

Den Drijver de twee schuldig te zijn aan de ondergang van het handelshuis eind 2009. 
Paardekooper en Zwart vegen in een verweerschrift de vloer aan met een groot deel van de argumenten en beweringen van Den Drijver.

Het verweerschrift is onderdeel van de zaak die de VEB tegen Van der Moolen (VDM) heeft aangespannen en die komende donderdag dient voor de Ondernemingskamer (OK) van de rechtbank Amsterdam. De VEB om een onderzoek te gelasten naar naar het wanbeleid dat het effectenhuis inmiddels heeft doen omvallen.

Aanvankelijk hadden Zwart en Paardekooper -in mei 2009 aangetreden als commissaris bij VDM en bestuurder vanaf juli dat jaar- geen verweer willen voeren in deze rechtszaak.  Zij steunen het verzoek tot onderzoek van de VEB. Maar na de beschuldigingen van Den Drijver aan hun adres reageren zij alsnog via een negen pagina´s tellend verweerschrift.



Oud-ceo Den Drijver beschuldigt Zwart en Paardekooper in zijn verweerschrift aan de basis te staan van de onherstelbare problemen bij Van der Moolen. Hun entree in de organisatie zou het begin van het einde zijn geweest. 

Gebrek aan realiteitszin
Vooral Peter Zwart krijgt onder uit de zak Van den Drijver. Hij zou vanaf zijn aantreden voor problemen hebben gezorgd. Die entree van Zwart bij Van der Moolen (mei 2009) viel volgens Den Drijver samen met ´de voorbereidingen voor een complexe verhuizing´van het bedrijf. Door die verhuizing ´complex´ te noemen toont ´Den Drijver zijn gebrek aan realiteitszin´, zo laten de twee bestuurders optekenen.  Volgens Zwart en Paardekooper hadden twee personen (een huismeester en het hoofd IT) de verhuizing volledig onder controle.

Buurman met meer petten
Ook noemt Den Drijver de verhouding met Zwart moeizaam. Die laatste zou solistisch opereren, onder andere binnen de raad van commissarissen. Die raad bestond in het voorjaar van 2009 uit drie personen: Paardekooper, Zwart en de Brit McNally. Zwart en Paardekooper schrijven dat de samenwerking binnen de raad goed was, vooral onderling. Met McNally was de relatie minder hecht. Deze voormalige buurman en vriend van Den Drijver zou ´verschillende petten´ op hebben en onder meer persoonlijk geprofiteerd hebben van de verkoop van VDM-onderdeel Global Markets.

Dat de relatie tussen commissarissen en Den Drijver niet optimaal was zou ook veroorzaakt zijn door de ´veelvuldige afwezigheid en telefonische onbereikbaarheid´van Den Drijver, zo schrijven de twee laatste bestuurders van Van der Moolen. Den Drijver zou bovendien zijn afspraken niet nakomen. De commissarissen kregen steeds meer signalen dat ´zaken niet klopten.´

Klokkenluider
Uiteindelijk is het een naaste medewerker van Den Drijver die naar de Autoriteit Financiële Markten stapt om openheid van zaken te geven. De gegevens die deze klokkenluider meldt bij de beurswaakhond zijn van dien aard dat Den Drijver op 16 juli 2009 om uitleg wordt gevraagd tijdens een ingelaste vergadering met de commissarissen.

Den Drijver laat zich tijdens die ontmoeting vergezellen door drie advocaten en besluit halverwege het overleg om op te stappen, naar hij beweert onder zware druk. Onzin, volgens Zwart en Paardekooper: ´Den Drijver heeft de reputatie dat hij menig bestuurder, commissaris en medewerker buiten het bedrijf heeft gewerkt, die laat zich in het bijzijn van drie advocaten toch niet door Zwart onder "zware druk" zetten.´ 

Zwart en Paardekooper nemen in hun verweer de ruimte om hun activiteiten als bestuurder voor te leggen. Dit als reactie op beschuldigingen van Den Drijver als zouden de heren noodzakelijke acties hebben laten liggen.

Donderdag zitting
Aanstaande donderdag is de mondelinge behandeling van het verzoek van de VEB om een onderzoek naar wanbeleid bij Van der Moolen. De uitkomsten van dat onderzoek kunnen de basis vormen van een schadevergoeding voor gedupeerde beleggers.