VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

'Correctie China niet te voorkomen'

Een zo snel groeiende economie als China staat een economische schok te wachten. Dat stelt econoom professor Hans Leenaars, lid van de raad van bestuur van Bank Nederlandse Gemeenten (BNG).

over: stimuleren van investeringen, groei op basis van export, stijgende inflatie, prijsopdrijvende factoren, een onvermijdelijke correctie en het grootste gevaar voor China.

Stimuleren van investeren
"Het Chinese systeem is zeer centraal geleid, wat impliceert dat de Chinese overheid en de centrale bank meer sturing kunnen geven aan de macro-economische ontwikkeling dan de westerse autoriteiten. China trapt in 2009 en 2010 bijzonder hard op het gaspedaal met overheidsstimuli ter grootte van 4 tot 5 procent van het bbp. Een opmerking die in deze absoluut gemaakt moet worden, is dat het niet goed mogelijk is de betrouwbaarheid van de Chinese cijfers in te schatten."

"In 2009 is de kredietverlening in China met 30 procent gestegen, een derde hiervan betreft ook nog eens kortetermijnkredieten. De Chinese overheid verlangt van de grote staatsbedrijven dat ze investeren, waarbij de hoogte van de rente op de lening grotendeels door de staat wordt bepaald."

"Deze investeringspush zie je ook terug in de samenstelling van het nationaal product van China. De investeringen maken in 2009 hiervan ruim 40 procent uit. In vergelijking tot andere landen is dat waanzinnig veel. De consumptie is echter slechts goed voor circa 37 procent van het nationaal product, tegen een kleine 60 procent in Europa en wel 70 procent voor de Verenigde Staten."

Groei op basis van export
"De Chinese economische groei is vooral gebaseerd op exporten in plaats van op binnenlandse consumptie. Zelfs in een centraal geleide economie moet dit systeem op termijn tot ontwrichting leiden."

"Het is overigens een misverstand dat de exporten van Azië in de totale wereldhandel toenemen. Dat is niet waar. Deze zijn de laatste vijftien jaar ongeveer op een derde gebleven. De samenstelling is wel sterk gewijzigd, waarbij met name de Chinese exporten sterk stijgen ten koste van Japan. Terwijl China voor de groei sterk afhankelijk is van het Westen, groeit een land als India vooral op eigen kracht. India is daarmee vergelijkbaar met de ontwikkeling van de Verenigde Staten in de jaren zestig."

"Vorige maand is de Chinese export met liefst 45 procent gestegen ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar. Hierbij zij wel aangetekend dat februari 2009 een zeer zwakke maand was en de huidige exportgroei een stevige impuls krijgt door teruggelopen voorraden halffabricaten in het Westen. Het is de vraag of China deze exportdrive kan volhouden. Waarschijnlijk niet, alleen al omdat China vanwege de oplopende loonkosten aan concurrentievoordeel inboet."

Inflatie wordt een issue
"Uiteraard wordt China geholpen door de lage waarde van de eigen valuta. De consensus is dat de Chinese munt, de renminbi, circa 20 à 30 procent is ondergewaardeerd. Daar zal iets aan gedaan moeten worden, anders zullen er in toenemende mate protectionistische maatregelen komen vanuit het Westen en daar wordt niemand beter van."

"Het buitenland betaalt China in dollars of euro's, die door de State Administration of Foreign Exchange (SAFE) in Beijing worden omgewisseld in renminbi. Daarin worden de lokale exporteurs betaald. Om een buitensporige toename van de geldhoeveelheid en dus inflatie tegen te gaan, geeft de Peoples Bank of China (de centrale bank) obligaties uit aan banken die deze vervolgens weer verkopen aan het publiek. Sterilisatie van de geldhoeveelheid heet dat."

"De uitgifte van obligaties drijft echter de rente op. Een hogere rente lokt kapitaalinvoer uit, wat alsnog voor inflatie zorgt. China weet dat te controleren door strikte kapitaalrestricties te hanteren. Intern borrelt het echter. De laatste cijfers geven een inflatie van 2,7 procent, waar zaken al beginnen te knellen omdat de rente op een spaarrekening 2 à 2,5 procent bedraagt."

Prijsopdrijvende factoren
"In China speelt een aantal factoren die de inflatie verder kunnen aanwakkeren. Een daarvan is de al genoemde opwaartse druk onder de loonkosten vanwege een toenemend tekort aan laaggekwalificeerde arbeidskrachten."
"Een tweede prijsopdrijvende factor is gelegen in de Chinese spaarmarkt. Deposito's bedragen in China circa 150 procent van het nationaal product, wat enorm veel is. In China worden de spaarrentes gedicteerd door de centrale bank. Deze zijn, zoals al gezegd, zo'n 2 à 2,5 procent. In 2009 lag de inflatie op ongeveer 0 procent, waardoor de spaarder er in reële termen nog wat aan overhield."

"Bij de huidige inflatie tendeert het reële rendement op spaardeposito's naar nul of zelfs daaronder. De Chinese spaarder zoekt daarom naar alternatieven zoals de aandelen- en vastgoedmarkten. Prijzen van appartementen in Sjanghai, controleerbaar omdat westerlingen deze kunnen kopen, zijn in de afgelopen tien jaar zes tot twaalf keer over de kop gegaan. Van assetinflatie is in China dus al langere tijd sprake."

Onvermijdelijke correctie
"Er komt zeker een keer een scherpe correctie in China. Het is alleen de vraag wanneer en dat zal weer sterk afhankelijk zijn van de vraag hoelang China de export op de been weet te houden."

"Het verhogen van de rente om oververhitting te voorkomen en de inflatie in de hand te houden is een gevaarlijk middel, juist omdat de Chinese economie nog te veel leunt op investeringen en de exportsector. Maar anders dan in het Westen kan de Chinese centrale bank het bankwezen ook gewoon harde limieten China stellen voor de kredietverlening, wat inmiddels ook gebeurt."

"Op korte termijn is een implosie niet te verwachten, daar is het systeem een te geleide economie voor. De Chinese autoriteiten weten zelf ook wel dat ze moeten streven naar een hogere consumptiequote. Groeien op eigen kracht moet China ook kunnen. In China dreigen bubbels, maar anders dan in de Verenigde Staten is de Chinese overheidsschuld laag, beschikt het land over omvangrijke valutareserves en worden investeringen voornamelijk gedekt met binnenlandse besparingen."

Grootste gevaar
"Grootste gevaar zit in de omvang van slechte kredieten, de zogeheten ‘non-performing loans'. Als er een Chinees cijfer is dat ik niet vertrouw, is het dat cijfer wel. Het gaat dan met name om kredieten verstrekt aan het bedrijfsleven."

"Van tophypotheken aan particulieren is in China nauwelijks sprake. De slechte leningen gecombineerd met de kans op een afname van de export maken het waarschijnlijk dat er op termijn een schok door de Chinese economie zal gaan. Hopelijk duurt dat nog enkele jaren, zodat het Westen wat kan bijtrekken."

Opwaarderen yuan
"Een van de dingen die in dit verband zou werken, is het opwaarderen van de Chinese munt. De lage waardering van de eigen valuta werkt feitelijk als een soort invoerbelasting voor de Chinese consument. Hij betaalt te veel voor buitenlandse producten. Een opwaardering verhoogt de koopkracht van de Chinese consument en drukt bovendien de inflatie uit hoofde van de import."

"Het volledig loslaten van de wisselkoers is geen oplossing, omdat dit zeker tot rampspoed zal leiden. China heeft immers nog geen ontwikkelde financiële markten. De Chinese autoriteiten zullen een verstandige manier moeten vinden de ontstane problemen op te lossen. Daar hoort zeker het voorlopig handhaven van kapitaalrestricties bij."

"Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het bouwen van systemen van gezondheidszorg en sociale zekerheid. Dat zorgt ervoor dat particulieren minder voorzorgsbesparingen hoeven te doen en dus meer ruimte krijgen om te consumeren. China zal geleidelijk de eigen munt moeten laten appreciëren. De neiging van het Westen om protectionistische maatregelen te nemen zal dan minder worden. Vervolgens kan iets gedaan worden aan de restricties op kapitaalinvoer. In die volgorde."