VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Bioplastic moet nieuwe groeimarkt worden voor CSM

CSM, producent van bakkerij-ingredienten wil de komende tien jaar twintig fabrieken bouwen om zijn positie op het gebied van bioplastics te versterken. Een belofte die groeibriljant moet worden.

Het degelijke, ietwat saaie bedrijf zoekt vol het avontuur met zijn bioplasticactiviteiten die
verenigd zijn in dochter Purac. Purac produceert , een halffabricaat dat op termijn ruwe olie zou kunnen vervangen als grondstof voor plastics.

Dochter Purac is al een jaar of tien een belofte, maar nu moet het met dit zelfverklaard ‘groei-juweel' echt gaan gebeuren. Wel zullen de benodigde investeringen in de lactidecapaciteit "significant" zijn.

Ook het rendement (return on sales, nettowinst ten opzichte van totale verkopen) van de al jaren achterblijvende Europese divisie van bakkerijproducten moet verdubbelen.

Bioplastic groeimarkt
Begin 2010 is de bouw gestart van een eerste fabriek in Thailand (kosten 45 miljoen euro) bedoeld voor de productie van PLA (polylactic acid), de grondstof voor bioplastic. Medio 2011 moet deze operationeel zijn.

CSM levert de component aan bedrijven als BASF, DSM en het Saudische Sabic. De markt voor dergelijke halffabricaten is volgens CSM binnen tien jaar ongeveer drie miljoen ton groot en het Diemense concern wil daarop marktleider worden met een aandeel van 60 procent.

De kennis en ervaring van CSM op het gebied van melkzuur vormt de basis voor de ontwikkeling. Nu nog worden suiker en tapioca gebruikt als grondstof, maar binnen enkele jaren zullen ook houtafval, huishoudelijk afval en waarschijnlijk rioolslib de basis kunnen vormen.

Fabrieken zullen dan ook meer in stedelijke omgeving gebouwd worden en niet meer in het landelijke Thailand. Volgens CSM draagt zij op deze wijze direct bij aan een duurzame ontwikkeling van de maatschappij.

Bodem gehad
CSM heeft een lastig 2009 mede door kostenbesparingen en geholpen door gemiddeld lagere grondstofprijzen uiteindelijk goed weten te doorstaan. Het eerste kwartaal van 2009 was ronduit slecht, maar gaandeweg het jaar begonnen meevallers de overhand te krijgen.

De inspanningen voor efficiencyverhogingen van de voorgaande jaren betaalden zich uit, de omzet daalde slechts licht, maar het bedrijfsresultaat groeide desondanks met 13 procent. Ook werd het werkkapitaal (voorraden en debiteuren) met ruim 30 procent teruggebracht.

De resultaten over het eerste kwartaal van 2010 toonden een verder herstel van de rendementen (6,3 procent tegenover 3,2 procent in 2009) en een verdubbeling van het bedrijfsresultaat (ebita) naar 40,5 miljoen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.

En daarbij kwam ook nog de overname Best Brands waardoor CSM in de Verenigde Staten met afstand de grootste is geworden. Deze Amerikaanse producent van premium bakkerijproducten droeg in het eerste drie maanden 17,7 miljoen euro bij aan de omzet.

De schuldratio steeg door de overname wel tot 2,8 keer het bedrijfsresultaat, terwijl CSM een factor 3 als maximaal beschouwd. Alle hens aan dek, zo meenden aandeelhouders tijdens de vergadering.

Hoetmer en zijn financiële man Koos Kramer, die 5 jaar geleden bij Wessanen opstapte vanwege de fraude bij haar Amerikaanse distributiebedrijf Tree of Life, wezen erop dat zelfs in het recessiejaar 2009 het bedrijfsresultaat gestegen was. Daar rekent CSM dit jaar weer op ook als er een tweede economische teruggang mocht komen.

Groeifinanciering
CSM hanteert als financiële doelstelling een rendement op geïnvesteerd kapitaal van 12 procent (2009: 8,2 procent). Daartoe moeten wel de Europese bakkerijactiviteiten qua rendement gaan verdubbelen ten opzichte van de 4,5 procent over 2009.

Topman Hoetmer was ervan overtuigd dat dit gerealiseerd kon worden, al dan niet via enkele kleinere overnames. Een niveau van 12 procent is ook nodig om de ambitieuze groeiplannen op het gebied van bioplastic te kunnen financieren