Dankzij ruime klandizie in de olie- en gasindustrie heeft detacheerder Brunel in de crisis afstand genomen van de concurrentie. De komende jaren moet dat een jaarlijkse groei tot 20 procent kunnen opleveren.
Volgens bestuursvoorzitter Jan Arie Barneveld ishet dieptepunt in de detacheringsbranche afgelopen maart gepasseerd.
Daarmee heeft het concern een maand of acht last gehad van stevige tegenwind. Brunel voelde vanaf het tweede kwartaal van 2009 de afkoelende economie in vrijwel alle geledingen.
Het was te danken aan de divisie Energie (technisch personeel, projectmanagement en adviesdiensten voor de olie- en gasindustrie) dat Brunel toch een hogere omzet kon halen.
In de moeilijke maanden draaiden oliemaatschappijen op volle kracht door, waardoor Brunel Energie een omzetstijging van 18 procent boekte en daarop een operationele winst (ebit) behaalde van 29,7 miljoen euro, een stijging van 49 procent. Daarmee deed de detacheerder van hooggekwalificeerd personeel het beter dan concurrenten.
Groeiparel Energie
Groeiparel Brunel Energie was de kurk waar het bedrijf op dreef en was verantwoordelijk voor meer dan de helft van de totaalomzet. Andere onderdelen van Brunel moesten stevig inleveren. In Nederland (-/- 10 procent), Duitsland (-/- 22 procent) en België (-/- 15 porcent) daalden de opbrengsten fors. De operationele winst ging nog verder onderuit, variërend van minus 42 procent in Nederland tot minus 91 procent in Duitsland.
Dubbelcijferige groei
Bestuursvoorzitter Van Barneveld en zijn president-commissaris Hans Eric Jansen menen dat Brunel goed gepositioneerd is om het voor haar gebruikelijke groeipercentage van 15 à 20 procent per jaar weer op te pakken. De concurrentie is verzwakt en enkele kleinere bedrijven zijn zelfs omgevallen.
Zwakke plekken, met name bij Brunel Duitsland, zijn geëlimineerd. Nederland bleek in 2009 weerbaarder met een omzetverlies van "slechts" tien procent. Brunel Energie, dat nu 65 procent van de concernomzet uitmaakt, is verder versterkt.
Mede door het wegvallen van een groot project in Australië ligt het omzetniveau in het eerste kwartaal 2010 weliswaar vijf procent lager, maar dit kan in de loop van het jaar volgens topman Van Barneveld worden goedgemaakt.
Enkele zeer grote projecten met een totaalomzet 50 tot 150 miljoen euro liggen volgens hem in Zuidoost Azië te wachten. Voor de nummer één speler in deze markt zijn hier kansen op belangrijke opdrachten.
Maar welke factoren limiteren nu de toekomstige groei? De belangrijkste is volgens Van Barneveld het aanbod van hooggeschoold personeel. Het aanbod in West-Europa droogt op en de blik is nu ook op Azië gericht. De wervingsbureaus van Brunel in Manilla en Bombay zijn al succesvol.
Vooral autonoom groeien
Het bestuur heeft een duidelijke keuze gemaakt voor autonome groei boven acquisities. Een incidentele overname wordt niet uitgesloten, maar toch vooral als noodzakelijk kwaad gezien.
Geografische expansie zal uiterst voorzichtig uitgevoerd worden via een aantal proefvestigingen per land. Momenteel zijn er zes "kasplantjes" verdeeld over Oostenrijk, Polen en Denemarken. Brunel ziet vooral marktpotentieel en marge-uitbreiding in het Verre Oosten en niet in het zuiden van Europa.
Het doel is om een nummer één, twee of als het niet ander kan, drie positie in de markt voor hoog gekwalificeerd en gespecialiseerd personeel te behalen.
Opmerkelijk was dat in het afgelopen jaar de pay-roll met 1100 man verlaagd kon worden zonder noemenswaardige extra kosten. Dit getuigt van flexibiliteit. Wel merkte Van Barneveld op dat Brunel dichtbij "de pijngrens" geopereerd had.
Meer Brunel:
Daarmee heeft het concern een maand of acht last gehad van stevige tegenwind. Brunel voelde vanaf het tweede kwartaal van 2009 de afkoelende economie in vrijwel alle geledingen.
Het was te danken aan de divisie Energie (technisch personeel, projectmanagement en adviesdiensten voor de olie- en gasindustrie) dat Brunel toch een hogere omzet kon halen.
In de moeilijke maanden draaiden oliemaatschappijen op volle kracht door, waardoor Brunel Energie een omzetstijging van 18 procent boekte en daarop een operationele winst (ebit) behaalde van 29,7 miljoen euro, een stijging van 49 procent. Daarmee deed de detacheerder van hooggekwalificeerd personeel het beter dan concurrenten.
Groeiparel Energie
Groeiparel Brunel Energie was de kurk waar het bedrijf op dreef en was verantwoordelijk voor meer dan de helft van de totaalomzet. Andere onderdelen van Brunel moesten stevig inleveren. In Nederland (-/- 10 procent), Duitsland (-/- 22 procent) en België (-/- 15 porcent) daalden de opbrengsten fors. De operationele winst ging nog verder onderuit, variërend van minus 42 procent in Nederland tot minus 91 procent in Duitsland.
Dubbelcijferige groei
Bestuursvoorzitter Van Barneveld en zijn president-commissaris Hans Eric Jansen menen dat Brunel goed gepositioneerd is om het voor haar gebruikelijke groeipercentage van 15 à 20 procent per jaar weer op te pakken. De concurrentie is verzwakt en enkele kleinere bedrijven zijn zelfs omgevallen.
Zwakke plekken, met name bij Brunel Duitsland, zijn geëlimineerd. Nederland bleek in 2009 weerbaarder met een omzetverlies van "slechts" tien procent. Brunel Energie, dat nu 65 procent van de concernomzet uitmaakt, is verder versterkt.
Mede door het wegvallen van een groot project in Australië ligt het omzetniveau in het eerste kwartaal 2010 weliswaar vijf procent lager, maar dit kan in de loop van het jaar volgens topman Van Barneveld worden goedgemaakt.
Enkele zeer grote projecten met een totaalomzet 50 tot 150 miljoen euro liggen volgens hem in Zuidoost Azië te wachten. Voor de nummer één speler in deze markt zijn hier kansen op belangrijke opdrachten.
Maar welke factoren limiteren nu de toekomstige groei? De belangrijkste is volgens Van Barneveld het aanbod van hooggeschoold personeel. Het aanbod in West-Europa droogt op en de blik is nu ook op Azië gericht. De wervingsbureaus van Brunel in Manilla en Bombay zijn al succesvol.
Vooral autonoom groeien
Het bestuur heeft een duidelijke keuze gemaakt voor autonome groei boven acquisities. Een incidentele overname wordt niet uitgesloten, maar toch vooral als noodzakelijk kwaad gezien.
Geografische expansie zal uiterst voorzichtig uitgevoerd worden via een aantal proefvestigingen per land. Momenteel zijn er zes "kasplantjes" verdeeld over Oostenrijk, Polen en Denemarken. Brunel ziet vooral marktpotentieel en marge-uitbreiding in het Verre Oosten en niet in het zuiden van Europa.
Het doel is om een nummer één, twee of als het niet ander kan, drie positie in de markt voor hoog gekwalificeerd en gespecialiseerd personeel te behalen.
Opmerkelijk was dat in het afgelopen jaar de pay-roll met 1100 man verlaagd kon worden zonder noemenswaardige extra kosten. Dit getuigt van flexibiliteit. Wel merkte Van Barneveld op dat Brunel dichtbij "de pijngrens" geopereerd had.
Meer Brunel: