De nieuwe strategie van Grontmij stelt ambitieuze doelen. Of die haalbaar zijn is de vraag. De oude marge-doelstelling voor 2010 wordt in ieder geval niet gehaald. Voor de gewenste omzetgroei is een tweede Carl Bro welkom.
Het in januari van dit jaar gepresenteerde strategische plan kent een aantal ambitieuze doelen. Zo moet de EBITA marge in 2015 9 tot 10 procent bedragen. In eerdere plannen moest dit boekjaar al een marge behaald worden die tussen 8 en 10 procent lag.
Maar door een flinke economische crisis wordt die doelstelling dus een paar jaar opgeschoven. In 2009 liep de winstgevendheid een deuk op en bedroeg de marge slechts 5,1 procent of 6,6 procent als we corrigeren voor herstructureringskosten.
De komende jaren zal de marge flink omhoog moeten. Dit zal overigens deels plaatsvinden door een hoger risico van de activiteiten van Grontmij. Waar het ingenieursbureau in het verleden slechts een deel van een project voor haar rekening nam, bijvoorbeeld de ontwikkeling van een complex, zal het in de toekomst steeds vaker het gehele traject voor haar rekening nemen.
Van het design tot het beheer. Ook zal er steeds vaker ingeschreven worden op grotere en meer internationale opdrachten. Dit alles betekent een groter risico. Topman Thijsen beaamde dat en noemde het niet meer dan logisch dat daar ook een hogere marge tegenover dient te staan.
Mogelijk omzetgroei door grote overname
De omzet moet de komende jaren gemiddeld met 10 tot 15 procent per jaar groeien. Het liefst op basis van autonome groei, maar Grontmij ziet zelf ook in dat dit onmogelijk is. Bestuursvoorzitter Sylvo Thijsen verwacht dat een derde of maximaal de helft van de groeidoelstelling op eigen kracht zal plaatsvinden. De rest zal aangevuld worden met overnames. Daarbij is een tweede Carl Bro uiteraard zeer welkom.
Dankzij de Deense overname in 2006 wist Grontmij haar omzet met ruim 60 procent te laten groeien. De onderneming sluit niet uit dat nu wederom een acquisitie van een dergelijke omvang plaats zal vinden. Aandeelhouders geven de voorkeur aan kleinere, aanvullende aankopen, omdat die minder risico met zich meebrengen.
Bestuursvoorzitter Thijsen probeerde hen gerust te stellen door te benadrukken dat een eventuele overname goed afgewogen wordt en Grontmij ook financieel niet te veel hooi op zijn vork zal nemen. De nieuwe strategie stelt ook duidelijke financiele doelstellingen, namelijk een solvabiliteit van 25 tot 30 procent en een rentedekking (EBIT/rente) van meer dan 5.
Certificering aan einde toe
Grontmij is nog één van de weinige ondernemingen die haar aandelen gecertificeerd heeft. Met een aantal lange termijngroot aandeelhouders, zoals Delta Deelnemingen Fonds en Kempen Oranje Participaties die gezamenlijk, een belang aanhouden van iets meer dan 40 procent is de angst voor een vergadering waarin een minderheid van de aandeelhouders met snode plannen de dienst uitmaakt ongegrond.
Bovendien is 2010 het tweede jaar op rij waarin het Administratiekantoor minder dan de helft van de stemmen vertegenwoordigd. Voorzitter van de Raad van Commissarissen, Frank Meysman, noemde dat een goede evolutie. Verder stelde hij over het afnemende belang van het Administratiekantoor: “Wij gaan dat blijven nakijken en we gaan in de juiste richting.” Om vervolgens nog te bevestigen dat bij de huidige aandeelhoudersbasis certificering niet direct een noodzaak was. Hoog tijd om certificering dan ook af te schaffen.
Maar door een flinke economische crisis wordt die doelstelling dus een paar jaar opgeschoven. In 2009 liep de winstgevendheid een deuk op en bedroeg de marge slechts 5,1 procent of 6,6 procent als we corrigeren voor herstructureringskosten.
De komende jaren zal de marge flink omhoog moeten. Dit zal overigens deels plaatsvinden door een hoger risico van de activiteiten van Grontmij. Waar het ingenieursbureau in het verleden slechts een deel van een project voor haar rekening nam, bijvoorbeeld de ontwikkeling van een complex, zal het in de toekomst steeds vaker het gehele traject voor haar rekening nemen.
Van het design tot het beheer. Ook zal er steeds vaker ingeschreven worden op grotere en meer internationale opdrachten. Dit alles betekent een groter risico. Topman Thijsen beaamde dat en noemde het niet meer dan logisch dat daar ook een hogere marge tegenover dient te staan.
Mogelijk omzetgroei door grote overname
De omzet moet de komende jaren gemiddeld met 10 tot 15 procent per jaar groeien. Het liefst op basis van autonome groei, maar Grontmij ziet zelf ook in dat dit onmogelijk is. Bestuursvoorzitter Sylvo Thijsen verwacht dat een derde of maximaal de helft van de groeidoelstelling op eigen kracht zal plaatsvinden. De rest zal aangevuld worden met overnames. Daarbij is een tweede Carl Bro uiteraard zeer welkom.
Dankzij de Deense overname in 2006 wist Grontmij haar omzet met ruim 60 procent te laten groeien. De onderneming sluit niet uit dat nu wederom een acquisitie van een dergelijke omvang plaats zal vinden. Aandeelhouders geven de voorkeur aan kleinere, aanvullende aankopen, omdat die minder risico met zich meebrengen.
Bestuursvoorzitter Thijsen probeerde hen gerust te stellen door te benadrukken dat een eventuele overname goed afgewogen wordt en Grontmij ook financieel niet te veel hooi op zijn vork zal nemen. De nieuwe strategie stelt ook duidelijke financiele doelstellingen, namelijk een solvabiliteit van 25 tot 30 procent en een rentedekking (EBIT/rente) van meer dan 5.
Certificering aan einde toe
Grontmij is nog één van de weinige ondernemingen die haar aandelen gecertificeerd heeft. Met een aantal lange termijngroot aandeelhouders, zoals Delta Deelnemingen Fonds en Kempen Oranje Participaties die gezamenlijk, een belang aanhouden van iets meer dan 40 procent is de angst voor een vergadering waarin een minderheid van de aandeelhouders met snode plannen de dienst uitmaakt ongegrond.
Bovendien is 2010 het tweede jaar op rij waarin het Administratiekantoor minder dan de helft van de stemmen vertegenwoordigd. Voorzitter van de Raad van Commissarissen, Frank Meysman, noemde dat een goede evolutie. Verder stelde hij over het afnemende belang van het Administratiekantoor: “Wij gaan dat blijven nakijken en we gaan in de juiste richting.” Om vervolgens nog te bevestigen dat bij de huidige aandeelhoudersbasis certificering niet direct een noodzaak was. Hoog tijd om certificering dan ook af te schaffen.
Gerelateerde artikelen