VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Zinloze poging Japan om yen goedkoper te maken

De Japanse centrale bank gooit de eigen yen massaal in de verkoop. Het moet de munt goedkoper maken en de export bevorderen. Toch lijkt de Japanse interventie water naar de zee dragen, zolang andere landen niet meedoen.

Lelijkheid kan aantrekkelijk werken. Zo ontwikkelt de Japanse economie zich al tijden dramatisch en toch stroomt het buitenlands geld in grote hoeveelheden het land in.

Een toestroom van kapitaal betekent meer vraag naar yens en dus een hogere koers. Dat is nadelig voor de export omdat het de Sony-tv's en Toyota's duurder maakt voor buitenlanders.

Bovendien maakt het de invoer goedkoper. Resultaat : deflatie, het gif voor elke economie aangezien geld steeds meer waard wordt en consumenten hun bestedingen blijven uitstellen.

Er is de Japanse overheid en centrale bank veel aan gelegen die situatie de nek om te draaien. En dus wordt er ingegrepen.

Yen verzwakken
Om de yen te verzwakken . Volgens een Japanse krant zou het om een bedrag van meer dan 100 miljard yen gaan, richting 1 miljard euro. Het was de eerste interventie in zes jaar tijd en beslist niet de laatste. De Bank beloofde met nieuwe verkopen te komen om zo de koers van de yen te drukken.  

In eerste instantie lijkt de actie succesvol. De yen daalde met 2,7 procent tot 85,16 yen voor een Amerikaanse dollar. Vlak voor de interventie gingen er nog maar 82,88 yen in een dollar, een niveau dat sinds mei 1995 niet meer gezien is.

Bij een niveau van 80 yen voor een dollar zou de eigen valuta volgens marktvorsers echt pijn gaan doen. Ook de Japanse aandelenbeurs reageerde positief met een plus van 2,3 procent.

Niet verrassend werden vooral exportgerelateerde bedrijven meer waard. Dat gold echter niet voor de overige Aziatische beurzen, die een verzwakking van de concurrentiepositie vrezen.

Relatief
Vraag blijft waarom het slecht draaiende Japan zo'n aantrekkingskracht heeft op kapitaal. Het is de wet van het waterbed. Vooral de schuldenproblematiek in Europa en het ruime Amerikaanse monetaire beleid baren internationale beleggers zorgen net als de onrust over de kracht van het Amerikaanse economische herstel.

Daar komt bij dat het nadeel van de lage Japanse rente minder zwaar is gaan wegen omdat ook de Westerse rente tot vrijwel 0 procent is teruggebracht. Vooral China zou op grote schaal Japanse staatsleningen aan het opkopen zijn, wat een opwaartse druk geeft op de yen.

Ten opzichte van de Amerikaanse dollar heeft de yen in vijftien jaar niet zo hoog gestaan en dat komt dus eigenlijk vooral door ontwikkelingen in andere regio's, niet zozeer in Japan zelf.

Toch valt het zeer te betwijfelen of deze eenzijdige interventie van Japan op wat langere termijn zoden aan de dijk gaat zetten. In 2003 heeft Japan al eens op eigen houtje geprobeerd de koers van de eigen valuta te dempen. Dat bleek zonder succes.

De Amerikanen en Europeanen zullen ook nu niet happig zijn aan het Japanse interventiespel mee te doen. Ook zij exporteren zich immers graag uit de moeilijke economische tijden.

Uiteindelijk zal de interventie van de Japanse centrale bank een dure actie te zijn. Shirakawa, de president van de Japanse centrale bank zal ook de onzinnigheid ervan inzien. Te vrezen valt dat de bank de verkochte yens uiteindelijk duurder zal moeten terugkopen.