VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Damrak bulkt van de cash

De balansen van Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen puilen uit van de cash. Tijd voor actie.

Ongeveer 11 procent van het balanstotaal van de gemiddelde Nederlandse onderneming bestaat uit cash. Dit is historisch gezien extreem hoog. 

De kredietcrisis heeft geld weer waarde gegeven, iets wat de meeste financieel directeuren niet snel zullen vergeten.

Door cash aan te houden houd een bedrijf de toekomst in eigen hand. Niets doen met overtollige liquiditeit geeft een buffer om leningen af te lossen.  

Als we de cashpositie van een onderneming delen door het aantal uitstaande aandelen, krijg je de hoeveelheid geld in kas per aandeel.

Zetten we dit bedrag af tegen de beurskoers, dan weet je hoeveel procent van de beurswaarde van een onderneming bestaat uit kasgeld.

Een overzicht van de vijftien ondernemingen met het meeste geld in kas: 

 cash per aandeel  huidige koers cash/koersaandeel 
TomTom  1,74,636%
ASMI 5,818,532%
DSM10,937,329%
Ahold 2,110,221%
Philips 4,7 23,220%
Akzo7,2 46,016%
Draka1,711,415%
Arcadis2,516,7 15%
Wessanen0,42,614%
Ordina0,32,713%
ASML 2,722,0 12%
Crucell3,024,412%
Boskalis3,5 29,812%
Nutreco5,851,111% 
TNT1,919,5 10%

Navigatieconcern TomTom is de koploper van de AEX- en AMX-ondernemingen. Het bedrijf deed halverwege vorig jaar een claim emissie van 350 miljoen euro. Daarbij zorgt een positieve operationele kasstoom ervoor dat de cashpositie feitelijk iedere dag een klein beetje oploopt.

Technologiebedrijf Philips (o.a. tv activiteiten en NXP), verfconcern AkzoNobel (National Starch), diervoedingconcern Nutreco (Zalmdivisie) en Wessanen (de Amerikaanse distributieactiviteiten)  staan op de lijst omdat zij in het verleden verschillende activiteiten verkochten. 
 
Verreweg de meeste ondernemingen staan op de lijst omdat de operationele kasstroom groter is dan het bedrag dat zij kwijt zijn aan investeringen.

Eten of gegeten worden
Wat moeten beleggers hiermee. De aandeelhouders heeft in ieder geval de keerzijde van veel ‘leverage’ - veel vreemd vermogen in verhouding tot het balanstotaal – wel gemerkt gedurende de crisis. Cash is King.
Maar te veel vet op de botten is ook niet goed. Als een onderneming te veel cashgeld aanhoudt, gaat dat ten koste van de financiële prestaties.

Het overtollig geld wordt immers niet geïnvesteerd in machines of immateriële activa, maar staat op een spaarrekening van hooguit 2,5 procent. Een percentage waar aandeelhouders over het algemeen niet gelukkig van worden. Bovendien kunnen beleggers prima zelf een bankrekening openen.

Het uitkeren van een superdividend of het inkopen van eigen aandelen lijkt dan de beste optie. Sommige analisten zien dit als een zwaktebod. Het management zegt hier immers feitelijk mee dat het geen lucratieve investeringen kan vinden. Maar het bestuur kan ook gewoon eerlijk zijn. Veel investeringen, en met name overnames (ruim tweederde mislukt) , vernietigen namelijk (aandeelhouders)waarde.  Het geld teruggeven aan beleggers is in dat opzicht geen gekke optie.

Overigens dienen de kasrijke ondernemingen wel snel knopen door te hakken. Ze zijn namelijk vaak zelf ook overnameprooien.